Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Mishandeling Surinamer in vreemdelingenbarak» (ingezonden 15 april 2016).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 12 mei 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht « Mishandeling Surinamer in vreemdelingenbarak»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u soortgelijke gebeurtenissen in de gevangenis van Curaçao? Zo ja, welke?

Antwoord 2

Vanuit mijn rol als Minister voor Koninkrijksrelaties ontvang ik signalen over – onder andere – de rechtshandhavingsketen in de Caribische landen. Het mediabericht waaraan wordt gerefereerd, is daar één van. Uiteraard is voor mij de brede context belangrijk. De juistheid van een bericht is niet aan mij om te bepalen. De in het mediabericht voorgelegde kwestie speelt zich af binnen de autonomie van het land Curaçao.

Vraag 3

Deelt u de mening dat misstanden zoals vermeld in het krantenartikel onacceptabel zijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het een taak is van het land Curaçao om te zorgen voor een veilige gevangenis? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Deelt u de mening dat Curaçao als land verantwoordelijk is voor de misstanden in de gevangenis van Curaçao? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Het Land Curaçao is verantwoordelijk voor het tegengaan van misstanden.

Vraag 6

Klopt het dat Nederland ondersteuning biedt aan de gevangenis op Curaçao? Zo ja, welke?

Antwoord 6

De gevangenis van Curaçao betreft een autonome aangelegenheid van het Land Curaçao. Nederland levert geen structurele ondersteuning; die vindt enkel plaats op incidentele basis. Recent heeft Nederland ter bevordering van de afronding van het plan van aanpak Gevangeniswezen van het Land Curaçao beperkte ondersteuning geboden. Voornoemd plan van aanpak betreft ook een autonome aangelegenheid van het Land Curaçao.

Vraag 7

Loopt Nederland het risico om wederom aangesproken te worden door de VN, zoals Nederland in het verleden ook is aangesproken door de VN, op misstanden in de gevangenis op Curaçao? Zo neen, waarom niet? Zo ja, met welke consequenties?

Antwoord 7

Het Koninkrijk der Nederlanden kan aangesproken worden als aangesloten verdragspartij (en daarmee onder internationaal recht dus juridisch eindverantwoordelijk). De periodieke rapportages aan de Verenigde Naties over de implementatie van verdragen worden dan ook door de respectievelijke landen opgesteld. Het Koninkrijk biedt deze rapportages gezamenlijk aan.


X Noot
1

Amigoe, 6 april 2016

Naar boven