Vragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de subsidie-imam angst zaait (ingezonden 7 april 2016).

Mededeling van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 11 mei 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Waarom zaait subsidie-imam Elforkani angst?1

Vraag 2

Deelt u de zorgen over de maatschappelijke angstbeelden en verontrusting die op grond van het originele bericht zijn ontstaan? Zo ja, wat gaat u op grond hiervan ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u feitelijk en onderbouwd ingaan op het realiteitsgehalte van de waarschuwingen van de subsidie-imam, specifiek met betrekking tot de beweringen «dat de terroristische netwerken klaar staan» en «dat er binnen maximaal anderhalf jaar een aanslag in Amsterdam plaatsvindt, indien er niks gebeurt»?2

Vraag 4

Is het door de subsidie-imam omschreven dreigingsbeeld en de door hem omschreven termijn van anderhalf jaar waarheidsgetrouw? Zo ja, op welke feiten heeft hij deze opmerking volgens u gebaseerd? Zo nee, wat vindt u van de onjuistheid van de beweringen en bent u bereid om het valse dreigingsbeeld door middel van een actief communicatiebeleid recht te zetten?

Vraag 5

Heeft de subsidie-imam de informatie waarop hij zijn dreigingsbeelden baseert gedeeld met de autoriteiten? Zo ja, welke informatie is er gedeeld? Zo nee, deelt u dan de mening dat het niet delen van deze informatie, indien deze informatie bestaat, uiterst onverantwoord is?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het middels de voorpagina van een krant uiten van de waarschuwingen door de subsidie-imam een geval is van «gevaarlijke angstzaaierij»?3 Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat waren volgens u de motieven van de subsidie-imam om zijn uitingen op de voorpagina van krant te doen?

Vraag 8

Kunt u aangeven of de omschrijving van de subsidie-imam, namelijk dat «veel mensen in de wijken ervan (van jongeren in terroristische netwerken) weten, maar ervoor kiezen om hun mond te houden en deze jongeren te beschermen» juist is? Zo ja, waar is dit op gebaseerd en wat gaat u op grond hiervan doen? Zo nee, deelt u dan de mening dat dit een kwalijke verdachtmaking van welwillende Nederlanders betreft die niks van doen wensen te hebben met terrorisme?

Vraag 9

Acht u het verantwoord dat overheidspartijen samenwerken met een partij4 die ongefundeerde waarschuwingen de wereld in helpt via de media en tevens gangbare sociologische wetenschappelijke theorieën met betrekking tot de oorzaken van radicalisering van tafel veegt2? Zo ja, waarom wel? Zo nee, bent u bereid om de samenwerking als rijksoverheid met deze partij te staken en om gemeenten op te roepen om hetzelfde te doen?

Vraag 10

Kunt u een overzicht geven van de projecten, en de bedragen die daarmee gepaard gingen, die de rijksoverheid (direct en indirect) heeft laten uitvoeren door de subsidie-imam en zijn bedrijven? Zo ja, wat hebben deze projecten opgeleverd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Deelt u de mening dat het thema radicalisering en de terroristische dreiging door sommigen met onzuivere intenties worden aangegrepen om subsidiegelden en daarmee inkomsten te verwerven? Zo ja, classificeert u dit ook als een «radicaliserings- en terrorisme industrie», maakt de subsidie-imam hier deel van uit en wat doet u hiertegen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Kunt u aangeven of de «radicaliserings- en terrorisme industrie» wordt gefaciliteerd door de expertise-unit sociale stabiliteit? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Wat is het financiële budget van de expertise-unit sociale stabiliteit en voor hoeveel fte is er personeel aanwezig?

Vraag 14

Kunt u een overzicht geven van de projecten die de expertise-unit sociale stabiliteit heeft uitgevoerd en van de middelen die aan deze projecten zijn besteed?

Vraag 15

Kunt u een lijst verschaffen met een overzicht van de externe inhuur van personeel door de expertise-unit sociale stabiliteit en bij welke projecten er gebruik is gemaakt van externe inhuur?

Vraag 16

Kunt u een overzicht geven van de bedrijven en (maatschappelijke) organisaties die bij de werkzaamheden en projecten van de expertise-unit sociale stabiliteit zijn betrokken?

Vraag 17

Hoe is de wervingsprocedure voor het personeel van de expertise-unit in zijn werk gegaan?

Vraag 18

Is er bij deze wervingsprocedure sprake geweest van het uitzetten van vacatures via een publiekelijk toegankelijk kanaal? Zo ja, bij hoeveel van de geworven personeelsleden betreft het een dergelijke procedure? Zo nee, waarom niet?

Vraag 19

Is er gewerkt met een functieprofiel? Zo ja, welk functieprofiel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 20

Is er sprake geweest van het benaderen van potentieel personeel in het kader van de werving en is er gebruik gemaakt van wervingsbureaus? Zo ja, bij hoeveel van de geworven personeelsleden betrof het een dergelijke procedure?

Vraag 21

Zijn er doelbewust personen uit (maatschappelijke en politieke) organisaties door de expertise-unit sociale stabiliteit geworven? Zo ja, welke organisaties betreft het, met welke reden is dit gedaan en is er hiermee afgeweken van de standaardprocedure?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) over het bericht dat de subsidie-imam angst zaait (ingezonden 7 april 2016) niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Naar boven