Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het onderzoek van de Belastingdienst naar strafbare feiten aan de hand van de Panama Papers (ingezonden 18 april 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 2 mei 2016).

Vraag 1 t/m 4 en 7

Wanneer krijgt de Belastingdienst de gegevens en bewijsstukken die ten grondslag liggen aan de publicaties over de Panama Papers?

Heeft de Belastingdienst de journalisten van het ICIJ (International Consortium of Investigative Journalists) en/of deelnemende kranten gevraagd de informatie eerder aan de dienst te doen toekomen?

Heeft de Belastingdienst (of het Openbaar Ministerie) de stukken uit openbare bronnen kunnen verkrijgen zoals de Financial Times, die wel een fors aantal stukken online geplaatst heeft?

Zo ja, om welke reden willen de journalisten van het ICIJ deze informatie niet aan de Belastingdienst verstrekken, nu de Belastingdienst deze informatie niet openbaar mag maken op grond van artikel 67 AWR?

Welke stappen zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat u zo spoedig mogelijk op legale wijze toegang krijgt tot de database, zodat hij gebruikt kan worden voor het opsporen van strafbare feite en het opleggen van boetes en naheffingen, waar dat van toepassing is?

Antwoord 1 t/m 4 en 7

De Belastingdienst houdt op dagelijkse basis in de gaten welke nieuwe informatie er via de media beschikbaar komt Op dit moment is een beperkt deel van de informatie van Panama Papers via de betrokken media beschikbaar. De totale hoeveelheid informatie waarover het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) zegt te beschikken, zou ruim 11,5 miljoen documenten omvatten. Hiervan zal een deel op Nederland betrekking hebben.

Ik heb zelf contact gezocht met de hoofdredactie van Trouw met het verzoek om de achterliggende gegevens eerder beschikbaar te maken Met name vanwege juridische verplichtingen van de betrokken journalisten in de richting van ICIJ zien zij het als onmogelijk de informatie eerder aan de Belastingdienst te verstrekken. Dat was drie jaar geleden bij de Offshore Leaks eveneens het geval.

Het JITSIC (Joint International Tax Shelter and Collaboration), een samenwerkingsverband van 35 belastingdiensten van OESO-landen) heeft vervolgens op 22 april namens de lidstaten rechtstreeks aan ICIJ het verzoek overgebracht om de informatie eerder beschikbaar te stellen.

Op 26 april heeft het ICIJ bekend gemaakt dat zij een deel van de informatie uit de Panama Papers op 9 mei online zal zetten. Volgens de site van het ICIJ zal het gaan om een doorzoekbare database met daarin informatie over meer dan 200.000 bedrijven, trusts, stichtingen en fondsen in 21 tax havens. Het Internet Service Center van de Belastingdienst staat gereed om, zodra de informatie online is, deze voor de Belastingdienst binnen te halen. Hierna zal de informatie worden geanalyseerd en voor zover het voor de Nederlandse belastingheffing relevante informatie betreft, nader onderzocht.

Vraag 5 en 6

Zou het de Belastingdienst, de FIOD (Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) en het OM geholpen hebben bij het opsporen van mogelijke strafbare feiten als de informatie per direct verstrekt wordt aan de Belastingdienst?

Is er grond te denken dat bewijsmateriaal mogelijk vernietigd of verborgen wordt nu de Belastingdienst eerst twee maanden na de publicaties over de openbare database in Nederland kan beschikken? 1

Antwoord 5 en 6

Jazeker. Deze risico’s worden ook door de Belastingdienst, de FIOD en het OM gezien.

Alle organisaties geven aan geholpen te zijn met een spoedige verstrekking van informatie door ICIJ.

Vraag 8

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

Zie mondelinge vragenuur van 5 april 2016, vragen aan de Staatssecretaris van Financiën over het verbergen van miljarden in belastingparadijzen

Naar boven