Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Financiën over de investeringen van verzekeraars in bedrijven die bont en exotisch leer verkopen (ingezonden 24 februari 2016).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 29 april 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Verzekeraars investeren indirect 1 miljard in bont en exotisch leer»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is er op dit moment regelgeving die investeringen in bedrijven die bont of exotisch leer produceren of verkopen, beperkt? Zo ja, wordt deze regelgeving gevolgd en in hoeveel gevallen is er, indien nodig, al handhavend opgetreden? Heeft de Wet verbod pelsdierhouderij hier invloed op?

Antwoord 2

Nee, er is op dit moment geen regelgeving die investeringen in bedrijven die bont of exotisch leer produceren of verkopen beperkt.

Vraag 3, 4 en 5

Indien er geen regelgeving is, bent u bereid deze te maken? Zo ja, wanneer zal dit aan de Kamer voorgelegd worden? Zo nee, bent u bereid andere ontmoedigende maatregelen te treffen?

Ziet u een rol voor de overheid om inzichtelijk te maken waarin verzekeraars investeren, zodat klanten weten op welke wijze hun geld geïnvesteerd wordt?

Bent u bereid om met de verzekeraars in gesprek te gaan om de investeringen in bedrijven die bont of exotisch leer produceren of verkopen zo snel mogelijk af te bouwen, gezien de maatschappelijke weerstand hiertegen? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3, 4 en 5

In het kader van (internationaal) maatschappelijk verantwoord ondernemen (iMVO) zet de overheid in op zelfregulering. De overheid streeft er naar om voor elk van de door KPMG geïdentificeerde sectoren tot een multistakeholder iMVO-convenant te komen (Kamerstuk 26 485, nr. 197). Zo ook voor de verzekeraars als onderdeel van de financiële sector. Door zelf als partij te participeren, onderstreept de overheid het belang van de totstandkoming van een convenant en kan zo ook pleiten voor het daarin opnemen van afspraken die zien op onder meer dierenwelzijn.

Het Verbond van Verzekeraars heeft laten weten een convenantentraject te willen starten en voert hierover verkennende gesprekken met diverse partijen. Daarbij wordt verkend welke thema’s behandeld kunnen worden in het convenant, zoals het thema dierenwelzijn. In het verkennende ambtelijke gesprek met ambtenaren van de Ministeries van Financiën en Economische Zaken is het Verbond van Verzekeraars reeds verzocht om het thema dierenwelzijn op te nemen.

Met een convenant worden afspraken gemaakt over verschillende onderwerpen; bijvoorbeeld over over client due diligence (wijze waarop cliënten MVO-processen ingebed hebben), invloed in waardeketens, als ook transparantie over investeringen door verzekeraars.

Het Verbond van Verzekeraars heeft een Gedragscode Verzekeraars en deze zal als basis voor het convenant dienen. In deze gedragscode is het volgende vastgelegd:

  • «27. Wij spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen.

  • 28. Wij gaan in het maatschappelijk debat de dialoog aan met belanghebbenden.

  • 29. Wij betrekken niet alleen bedrijfseconomische, maar ook maatschappelijke, sociale en ecologische belangen bij onze bedrijfsvoering en ons beleggingsbeleid en leggen hierover verantwoording af.» 2

Uit deze doelstellingen heeft het Verbond de Code Duurzaam Beleggen3 geformuleerd. Hierin committeren de leden van het Verbond zich volgens het «comply or explain» principe aan de UN Principles for Responsible Investments (UN PRI). De verzekeraars Aegon en Delta Lloyd hebben op de Eerlijke Verzekeringswijzer gereageerd en aangegeven de dialoog over dierenwelzijn te willen aangaan.4

Naar boven