Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de renteopslagen die banken in rekening brengen aan huiseigenaren bij het toepassen van rentemiddeling (ingezonden 29 maart 2016).

Mededeling van Minister Dijsselbloem (Minister van Financiën) (ontvangen 22 april 2016).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat banken door onduidelijke rekenmethodes extra hoge opslagen berekenen en tot een onduidelijk hoog boeterentepercentage komen?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de boeterente die banken in rekening brengen bij het toepassen van rentemiddeling, alleen mag bestaan uit daadwerkelijke kosten en dat daar dus niet allerlei ondoorzichtige renteopslagen in mogen worden meegenomen?

Vraag 3

Kunt u aangegeven welke kosten banken mogen meenemen in de berekening van de boeterente?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het voor klanten altijd duidelijk moet zijn uit welke componenten de boeterente bestaat en op welke wijze de boeterente wordt berekend?

Vraag 5

Worden de kosten van rentemiddeling ook opgenomen in het nieuw vorm te geven kostenkader voor de berekening van de boeterente dat door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt voorbereid?

Mededeling

Met betrekking tot de op 29 maart 2016 door het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën gestelde vragen over de renteopslagen die banken in rekening brengen aan huiseigenaren bij het toepassen van rentemiddeling (met kenmerk: 2016Z06310) deel ik u mede dat het helaas niet mogelijk is de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.

De afstemming tussen de betrokken partijen vergt meer tijd dan verwacht.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven