Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over nepwapens (ingezonden 15 maart 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 april 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2225.

Hiermee kom ik tevens tegemoet aan het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie om in te gaan op het gebruik van nepvuurwapens naar aanleiding van hetzelfde bericht als genoemd in deze schriftelijke vragen1.

Vraag 1

Kent u het bericht «Verkoop nepvuurwapen leidt tot grote politie-inzet»2 en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over deze problematiek?3

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 6

In hoeverre heeft de verkoop van op echt lijkende speelgoedwapens sinds dat op grond van de Europese Speelgoedrichtlijn toegestaan moest worden, geleid tot meer verkoop van dergelijke speelgoedwapens?

Is het waar dat de politie «steeds meer op echt lijkende nepvuurwapens» tegenkomt? Zo ja, over welke cijfers of andere indicaties beschikt u? Zit het probleem zowel bij speelgoedwapens bedoeld voor kinderen als bij airsoftwapens? Zo nee, waarom is dat niet waar?

Deelt u de mening dat de aanwezigheid en gebruik van op echt gelijkende nepwapens in Nederland bijdraagt aan grotere onveiligheid? Zo ja, waarom en wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat deze wapens niet langer de veiligheid bedreigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 6

Het probleem zit erin dat speelgoedwapens tegenwoordig niet of nauwelijks te onderscheiden zijn van echte wapens waardoor dreigende situaties kunnen ontstaan. In de Nederlandse wet is een verbodsbepaling voor het dragen van speelgoedwapens in de openbare ruimte opgenomen. Het dragen hiervan is strafbaar als sprake is van een voorwerp dat als een wapen wordt aangemerkt, omdat gelet op de aard of omstandigheden waaronder het voorwerp wordt aangetroffen redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het bestemd is om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen.

Het bezit op zich van speelgoedwapens die voorzien zijn van een CE-keurmerk is niet verboden, airsoftwapens in beginsel wel, afgezien van een beperkte vrijstelling voor leden van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging.

De politie heeft veel aandacht voor speelgoedwapens. In 2014 zijn 125 op echt gelijkende speelgoed of airsoftwapens in beslag genomen. In 2015 waren dit er 140. Er wordt daarbij niet apart geregistreerd op airsoftwapens of speelgoedwapens. Ook is politie een bewustwordingscampagne gestart om te wijzen op de risico’s die speelgoedwapens met zich mee brengen.

Ik beschik niet over verkoopcijfers van speelgoedwapens.

Vraag 4

Leidt de verkrijgbaarheid van op echt lijkende nepvuurwapens tot situaties waarbij de politie moet uitgaan van de aanwezigheid van echte wapens? Zo ja, waarom en wat zijn gevolgen daarvan onder andere voor de inzet van de politie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja, de politie wordt geconfronteerd met burgers die speelgoedwapens dragen in publieke ruimtes waarbij onduidelijk is of het echte wapens of speelgoedwapens betreft. In deze situaties gaat de politie ervan uit dat het echte wapens betreft en zet de «procedure aanhouding vuurwapengevaarlijke verdachte» in waarbij in veel gevallen meerdere politie eenheden betrokken zijn.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het spelen met speelgoedwapens of het gebruiken voor de airsoftsport net zo goed kan met wapens die wel te onderscheiden zijn van echte wapens? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom zou het spelen of schieten met bijvoorbeeld een opvallend gekleurd nepwapen minder plezier opleveren?

Antwoord 5

Natuurlijk zou ik het toejuichen als speelgoedwapens aanstonds te onderscheiden zouden zijn van echte vuurwapens. Ik zie echter weinig mogelijkheden om dit te kunnen afdwingen. Er zijn ook van echte wapens opvallend gekleurde varianten beschikbaar. Binnen de Europese regelgeving bestaan bovendien geen mogelijkheden om speelgoedwapens uit Nederland te weren. Ik kan niet beoordelen of spelen met een afwijkend gekleurd speelgoedwapen minder plezier oplevert. Wat de airsoftwapens betreft acht ik de huidige regeling vooralsnog afdoende.

Vraag 7, 8

Deelt u de mening dat de gevolgen van de Europese Speelgoedrichtlijn niet mogen zijn dat de veiligheid in gevaar komt? Zo ja, wat gaat u doen om in Europees verband deze richtlijn te laten aanpassen in de zin dat op echt gelijkende nepwapens verboden worden? Zo nee, waarom niet?

Ziet u nog steeds geen mogelijkheden om binnen de Europese regelgeving de betreffende voorwerpen uit Nederland te weren? Zo ja, waarom? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u wel?

Antwoord 7, 8

Ik acht het niet aan de orde om de Speelgoedrichtlijn ter discussie stellen. De Wet wapens en munitie kent al een bepaling die het mogelijk maakt om situaties met voorwerpen, waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om te dreigen van strafrechtelijke gevolgen te voorzien. Daaronder kunnen onder omstandigheden ook speelgoedwapens begrepen worden. Voor imitatiewapens die niet onder de Europese Speelgoedrichtlijn vallen is het bezit, omdat zij op een echt wapen lijken overigens nog steeds verboden. Zie ook het antwoord op vraag 3.

Naar boven