Vragen van het lid Siderius (SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verplichte ouderbijdrage voor onderwijs aan hoogbegaafden (ingezonden 19 februari 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 14 april 2016).

Vraag 1, 2, 3

Bent u van mening dat onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen (Leonardo-onderwijs) vrij toegankelijk moet zijn, ook voor kinderen van ouders met een laag inkomen? Zo ja, acht u het wenselijk dat er een verplichte eigen bijdrage van € 1.145 tot € 1.200 van ouders wordt gevraagd? Kunt u uw antwoord toelichten?1 2

Hoe verhoudt het moeten betalen van een verplichte bijdrage voor het onderwijs aan hoogbegaafden zich met de doelstellingen van passend onderwijs? Kunt u aangeven of deze manier van werken «passend» is?

Acht u het wenselijk dat extra curriculaire programma’s als het Leonardo-onderwijs onbereikbaar zijn voor kinderen van ouders met een laag inkomen? Kunt u toelichten welke maatregelen u neemt om dergelijk onderwijs ook toegankelijk te maken voor kinderen van ouders met een laag inkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1, 2, 3

Ik ben van mening dat het onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen net als voor andere leerlingen vrij toegankelijk en kosteloos moet zijn. De samenwerkingsverbanden passend onderwijs moeten voorzien in een passend aanbod voor elke leerling, ook voor hoogbegaafde leerlingen. Passend onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen wordt in de regel langs drie lijnen ingericht. In de basisondersteuning die elke school in een samenwerkingsverband biedt, moet rekening gehouden worden met de onderwijsbehoefte van hoogbegaafde leerlingen. Voor een grote groep hoogbegaafde leerlingen zijn het aanbieden van extra verrijkingsstof, het compacter aanbieden van de lesstof of het sneller door een methode gaan en/of een klas overslaan effectieve onderwijsaanpassingen. In aanvulling op de basisondersteuning kunnen middelen ingezet worden voor bijvoorbeeld plusklassen of steunpunten hoogbegaafdheid, waar hoogbegaafde leerlingen bijvoorbeeld één dagdeel terecht kunnen voor extra activiteiten. Voor hoogbegaafde leerlingen met een bijkomende problematiek kan extra ondersteuning in voorzieningen voor speciaal of regulier onderwijs nodig zijn.

Vraag 4, 5

Zouden er in uw ogen – in het kader van passend onderwijs – extra curriculaire programma’s voor hoogbegaafden nodig moeten zijn voor een passend onderwijsaanbod? Kunt u uw antwoord toelichten?

Kunt u toelichten hoe het betalen van een verplichte bijdrage voor onderwijs aan hoogbegaafden past in het door u ontworpen zogenaamde excellentieprogramma nu blijkt dat excellentie blijkbaar alleen is weggelegd voor kinderen van rijke ouders? Hoe gaat u deze tweedeling in het onderwijs een halt toe roepen?

Antwoord 4, 5

Ik ben van mening dat er, net als geldt voor de zwakkere leerlingen, binnen het reguliere curriculum voldoende ruimte is om te voorzien in een passend onderwijsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen. Er wordt in het kader van het Plan van Aanpak Toptalenten veel aandacht geschonken aan het herkennen van talenten, het bieden van maatwerk en het verrijken van het aanbod. Zoals ik ook in mijn brief van 14 maart over de voortgang van het Plan van Aanpak Toptalenten schreef, wordt er veel gedaan om het leerstofaanbod voor toptalenten uit te breiden. Scholen slagen er steeds beter in om uitdagender onderwijs te bieden. Steeds minder leerlingen vervelen zich en ouders geven aan dat hun kinderen gebaat zijn bij de extra uitdaging die wordt geboden. Het Plan van Aanpak Toptalenten is bedoeld voor alle kinderen en staat los van het inkomen van ouders. Er wordt voor activiteiten in dit kader, waarvoor scholen overigens ook extra middelen krijgen, geen bijdrage gevraagd.

Vraag 6

Is bekend hoeveel scholen een dergelijk extra curriculair programma aanbieden en welke kosten daaraan verbonden zijn? Kunt u deze informatie aan de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Dat is mij niet bekend. Op de website van Novilo, dat de begeleiding van de Leonardo scholen heeft overgenomen is een lijst te vinden van ongeveer 100 Leonardo-scholen die zich bij Novilo hebben aangesloten. Zie ook mijn antwoord op de vragen 1, 2 en 3.

Vraag 7

Ziet u mogelijkheden om de extra middelen voor het hoogbegaafdenonderwijs in te zetten om kinderen van ouders met een laag inkomen toegang te verschaffen tot het Leonardo-onderwijs? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

De extra middelen die de samenwerkingsverbanden passend onderwijs ontvangen voor het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen zijn bedoeld om te voorzien in een dekkend aanbod op alle niveaus van passend onderwijs. Zie mijn antwoord op de vragen 1, 2 en 3.

Vraag 8

Bent u bereid om de verplichte bijdrage voor het Leonardo-onderwijs wettelijk onmogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zie mijn antwoord op de vragen 1, 2 en 3.


X Noot
1

gesprekken met ouders en scholen

Naar boven