Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over het bericht dat justitie door uitzetting een moeder van haar kinderen wil scheiden
(ingezonden 21 juni 2013).
Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 juli 2013).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Dienst Terugkeer & Vertrek een Marokkaanse
moeder uit wil zetten, terwijl haar minderjarige kinderen de Nederlandse nationaliteit
hebben?1
Antwoord 1
Zoals u bekend is, verstrek ik in antwoord op schriftelijke vragen geen informatie
uit individuele dossiers. Wel wil ik graag een toelichting geven op het staand beleid.
Een vreemdeling die rechtmatig in Nederland wil verblijven, dient hiervoor te beschikken
over een verblijfsvergunning die wordt afgegeven indien aan de voorwaarden die daarvoor
gelden is voldaan. Het hebben van kinderen met de Nederlandse nationaliteit is op
zichzelf onvoldoende reden om een vergunning te verlenen. Indien een vreemdeling die
geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft niet zelfstandig uit Nederland vertrekt
kan het vertrek door de DT&V ter hand worden genomen. Of dat scheiding van ouder(s)
en kinderen betekent, is in belangrijkste mate terug te voeren op de door de ouder(s)
gemaakte keuzes.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 8
Acht u het in het belang van een kind om de moeder uit te zetten, terwijl de vader
naar alle waarschijnlijkheid niet voor het kind zal kunnen zorgen? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom gebeurt dit dan blijkbaar toch?
Erkent u dat het niet wenselijk is dat kinderen noodgedwongen door een ander dan hun
biologische ouder moeten worden opgevoed? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom gebeurt dit
dan blijkbaar toch?
In hoeverre wordt bij de voorgenomen uitzetting van een ouder het belang van het kind
meegewogen en zijn psychische en/of medische toestand? Hoe wordt deze afweging gemaakt?
In hoeverre wordt bekeken of de achterblijvende ouder in staat is te zorgen voor de
achterblijvende kinderen? Hoe wordt deze afweging gemaakt en welke eisen worden aan
deze zorg gesteld?
Wordt voorafgaand aan de voorgenomen uitzetting van een ouder gekeken naar de aanwezige
opvang voor achterblijvende kinderen? Welke eisen worden hieraan gesteld?
Op welke gronden kan worden besloten om een ouder uit te zetten, terwijl de kinderen
de Nederlandse nationaliteit hebben? Wordt hierbij onderzocht of het land van herkomst
van de uit te zetten vreemdeling het hele gezin wel zal accepteren?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 8
De in vraag 2 t/m 6 genoemde aspecten kunnen allen worden meegewogen bij een door
een vreemdeling in te dienen toelatingsaanvraag, dan wel de vraag of om dringende
redenen vrijstelling van het mvv-vereiste is aangewezen. Dit is mede afhankelijk van
de aard van de toelatingsaanvraag en hetgeen door betrokkenen is ingebracht. Indien
in de individuele zaak aan de orde, wordt in het kader van artikel 8 EVRM getoetst
of het gezinsleven buiten Nederland kan worden voortgezet of dat het niet verlenen
van een verblijfsvergunning een ongerechtvaardigde inbreuk op het gezinsleven zou
maken.
Indien een vreemdeling meent dat de genoemde aspecten in zijn of haar geval dienen
te leiden tot verblijfsaanvaarding kan een daartoe strekkende verblijfsaanvraag worden
ingediend.
Indien na toetsing aan (onder meer) deze aspecten zou worden geoordeeld dat een toelatingsaanvraag
dient te worden afgewezen, dan ligt in die afwijzing tevens besloten dat de vreemdeling
Nederland dient te verlaten en als de vreemdeling daar zelfstandig geen gehoor aan
geeft, eventueel gedwongen kan worden uitgezet. Daartoe is dus geen separaat besluit
meer nodig. Dit zogeheten systeem van het meeromvattende besluit is neergelegd in
de Vreemdelingenwet 2000 en vormt een belangrijke karakteristiek van de wet.
Vraag 7
Hoe vaak komt het voor dat Nederlandse kinderen van ongedocumenteerde ouder(s) worden
achtergelaten bij een ander dan de biologische ouder(s)? In welke gevallen acht u
dit wenselijk en in het belang van het kind? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Er zijn geen gegevens bekend over het aantal kinderen van ongedocumenteerde ouder(s)
dat wordt achtergelaten bij anderen dan de biologische ouders. Het is primair de verantwoordelijkheid
en keuze van de ouder(s) of een kind met de Nederlandse nationaliteit meegaat naar
het land van herkomst met een ouder/verzorger of achterblijft in Nederland bij een
ouder/verzorger. Of opname van een Nederlands kind in een andere gezin dan dat van
(een van) de biologische ouders in het belang van het kind is, kan niet in zijn algemeenheid
worden beantwoord en zal afhankelijk van de individuele omstandigheden kunnen verschillen.