Vragen van het lid Leenders (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de stand van de wilde eend (ingezonden 9 maart 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 1 april 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Onderzoek naar drastische terugloop populatie eenden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wordt er op dit moment naar uw weten, in het kader van populatiebeheer en/of schadebestrijding, gejaagd op de wilde eend?

Antwoord 2

Het jachtseizoen voor de wilde eend is gesloten tussen 1 februari en 15 augustus. Op grond hiervan is op dit moment de jacht op de wilde eend niet toegestaan. Provincies kunnen een ontheffing verlenen voor het doden van wilde eenden buiten het genoemde jachtseizoen. Dit is echter alleen mogelijk als er sprake is van (dreigende) schade, en als er voor het voorkomen van die schade geen alternatieve middelen beschikbaar zijn én het doden van wilde eenden de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar brengt. De wilde eend brengt doorgaans weinig schade aan. Provincies verlenen dan ook slechts bij hoge uitzondering buiten het jachtseizoen ontheffingen in het kader van de schadebestrijding. Ik ga ervan uit dat de provincies in voorkomende gevallen zorgvuldig omgaan met het eventueel verlenen van ontheffingen buiten het jachtseizoen en in die gevallen de wettelijke eisen die daaraan zijn verbonden, in acht nemen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het beter zou zijn om de jacht op de wilde eend op te schorten tot de uitkomsten van het onderzoek door Sovon Vogelonderzoek Nederland (Sovon) bekend zijn, hetgeen al na de zomer van 2016 het geval zal zijn?

Antwoord 3

Op dit moment is het jachtseizoen tot 15 augustus gesloten. Ik verwacht de uitkomsten en conclusies van het onderzoek voor de zomer te ontvangen. Op basis daarvan zal ik bezien of deze aanleiding geven om na 15 augustus het jachtseizoen met betrekking tot de wilde eend al dan niet te openen.

Vraag 4

Bent u bereid om provincies op te roepen de jacht op de wilde eend op te schorten tot de resultaten van het genoemde onderzoek van Sovon bekend zijn?

Antwoord 4

Zoals bij antwoord 2 is aangegeven, is er nauwelijks sprake van situaties waarin op grond van provinciale ontheffingen of vrijstellingen wilde eenden buiten het jachtseizoen worden afgeschoten. Daar waar dit in uitzonderlijke gevallen wel mogelijk is, is ook daadwerkelijk sprake van schade, waarbij er geen andere mogelijkheden zijn om deze te voorkomen of beperken. In dergelijke gevallen is de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar, zoals ook de wet vereist. Op grond hiervan zie ik geen aanleiding om provincies op te roepen om dergelijke ontheffingen niet te verlenen. Bovendien is de beoordeling of in bijzondere gevallen een dergelijke ontheffing in de rede ligt, een provinciale bevoegdheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat provincies hiermee zeer zorgvuldig omgaan, mede op basis van de genoemde eisen die de Flora- en faunawet daarvoor stelt.


X Noot
1

BN DeStem, «Onderzoek naar drastische terugloop populatie eenden», 7 maart 2016.

Naar boven