Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de stempassen van PostNL (ingezonden 29 maart 2016).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 30 maart 2016).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6

Waarom hebt u tijdens het Vragenuurtje van 15 maart de Kamer niet geïnformeerd over het feit dat de stemadviezen op de stempassen zijn geschreven door PostNL?1

Sinds wanneer heeft PostNL, de commerciële bezorger van de stempassen, de taak om ook een politieke duiding te verzorgen?

Waarom vindt u dat het leveren van een politieke duiding en het geven van een stemadvies «commercieel interessant» moet zijn, zoals PostNL meent?

Waarom hebben gemeenten zich laten lenen voor een commercieel bedrijf dat hen naar eigen zeggen «een product» heeft verkocht?

Waarom hebben gemeenten niets gedaan met de waarschuwing van de referendumcommissie, dat een samenvatting maken op basis van de teksten van deze commissie, zoals PostNL heeft gedaan, «onmogelijk is»?

Wanneer gaan de betrokken gemeenten de betrokken kiesgerechtigden een brief sturen met excuses en een rectificatie?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6

Gemeenten verzorgen het drukken en verzenden van de stempassen niet zelf, maar besteden dat uit. Een van de drukkers/verzenders is PostNL. Dit bedrijf heeft het meesturen van een flyer met informatie over de associatieovereenkomst als optie aangeboden. De keuze om daar al dan niet gebruik van te maken, en de keuze om daar de aangeboden tekst voor te gebruiken, is aan de gemeenten. De gemeente is dus verantwoordelijk voor deze tekst.

In januari jl. heeft de Referendumcommissie per brief aan alle gemeenten gevraagd om, wanneer zij inhoudelijke informatie aan kiesgerechtigden willen verstrekken, daarvoor gebruik te maken van informatie van de Referendumcommissie. Ik heb gemeenten daar recentelijk nog op gewezen, zoals ik in mijn antwoorden op de mondelinge vragen tijdens het Vragenuurtje van 15 maart heb laten weten. Zoals ik 15 maart heb gezegd zou overigens mijns inziens de verstuurde samenvatting geen reden tot ophef hoeven zijn.

Vraag 7

Ontkent u nog steeds dat de organisatie van het referendum een «rommeltje» is, zoals u tijdens het Vragenuurtje van 15 maart deed?

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Wanneer gaat u buitenlandse waarnemers uitnodigen?

Antwoord 8

In reactie op een daarop gericht verzoek van de Vaste Kamercommissie voor Europese Zaken heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bij brief van 5 januari 2016 laten weten dat het kabinet OVSE/ODIHR zal uitnodigen om waarnemers te zenden. Bij brief van 8 februari 2016 heeft hij laten weten dat ODIHR te kennen heeft gegeven niet in staat te zijn op de uitnodiging van Nederland in te gaan.

Vraag 9

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór dinsdag 29 maart 2016, 12.00 uur?

Antwoord 9

Ik heb de vragen dinsdag na 12.00 uur ontvangen en ze daarna per ommegaande beantwoord.

Naar boven