Vragen van de leden Leijten en Karabulut (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de opbouw van schulden naar aanleiding van gedwongen opname in een ggz-instelling (ingezonden 3 februari 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 1 april 2016), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vraag 1 t/m 3

Kent u het gegeven dat mensen die gedwongen zijn opgenomen in een ggz-instelling van sommige gemeenten geen bijstandsuitkering ontvangen, omdat zij geen verplichte tegenprestatie kunnen leveren? Welke gemeenten betreft het?

Klopt het dat, gelet op de jurisprudentie, die gemeenten in hun recht staan? Zo ja, betreft het hier een voor u gewenst gevolg van de Wet werk en bijstand (Wwb)? Kunt u uw antwoord toelichten?1

Klopt het bovendien dat dit hiaat in de wet niet nieuw is, maar dat er bij de behandeling van de Wwb in 2007 al voor werd gewaarschuwd? Waarom is dit probleem anno 2016 desondanks niet opgelost? Zo ja, wat gaat u daar alsnog aan doen?2

Antwoorden 1 t/m 3

Wanneer er sprake is van een gedwongen opname onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) heeft de belanghebbende geen recht op algemene bijstand. Dit is geregeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Er kan derhalve ook geen sprake zijn van een aan de algemene bijstand gekoppelde tegenprestatie.

Reeds in 2006 is inderdaad geconstateerd dat wanneer iemand gedwongen is opgenomen onder de Bopz en dus geen recht heeft op bijstand er een hiaat is in de kosten van levensonderhoud. Dit is gerepareerd met de Wet van 6 maart 2008 (Stb, 2008, 87) tot wijziging van de (toenmalige) Wet werk en bijstand (Wwb) met het «openstellen van de mogelijkheid van het verlenen van bijzondere bijstand aan bepaalde groepen personen die gedwongen zijn opgenomen of worden verpleegd». Deze wetswijziging, die zijn huidige neerslag heeft in artikel 13, derde lid van de Participatiewet kende bij inwerkingtreden een terugwerkende kracht tot 29 augustus 2006.

Dit betekent dat mensen die gedwongen zijn opgenomen in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. De gemeente heeft hier de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om maatwerk te leveren. Eventuele toekenning, duur en hoogte van de uitkering worden afgestemd op de persoonlijke situatie. Personen die gedwongen zijn opgenomen kunnen en hoeven dus niet te voldoen aan de arbeids- en re-integratieverplichting en de tegenprestatie. Het (kunnen) voldoen aan deze verplichtingen is een voorwaarde ingeval van de algemene bijstand, maar niet voor bijzondere bijstand.

Vraag 4

Is er volgens u sprake van rechtsongelijkheid wanneer mensen ervan afhankelijk zijn in welke gemeente zij wonen of zij wel of niet een bijstandsuitkering krijgen na een gedwongen opname? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

De wet is op het punt van de algemene bijstand helder. De wetgever heeft in dit kader uitdrukkelijk gekozen voor het openstellen van de bijzondere bijstand en niet voor algemene bijstand, omdat met bijzondere bijstand maatwerk kan worden verleend en derhalve meer kan worden afgestemd op de individuele omstandigheden.

Vraag 5

Is het denkbaar dat iemand met somatische klachten in een revalidatiecentrum geen uitkering ontvangt, omdat de betreffende persoon geen verplichte tegenprestatie kan leveren in het kader van de Wwb? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Zoals aangegeven bij vraag 1 kan er bij gedwongen opname aanspraak zijn op bijzondere bijstand en die is niet gekoppeld aan arbeids- en re-integratieverplichtingen en de tegenprestatie. Wanneer iemand niet gedwongen, maar bijvoorbeeld langdurig, in een instelling verblijft, zij het met somatische klachten in een revalidatiecentrum of met psychische klachten in een GGZ-instelling, dan is er aanspraak op algemene bijstand en ligt het in de reden dat een bijstandsgerechtigde die is opgenomen in een zorginstelling een tijdelijke ontheffing krijgt van de arbeids- en re-integratieverplichtingen en de tegenprestatie naar vermogen.

Vraag 6

Worden mensen met een aandoening die psychisch van aard is op deze wijze niet achtergesteld ten opzichte van mensen met een somatische aandoening? Hoe rijmt u dit met het streven van het kabinet de geestelijke gezondheidszorg (ggz) te «destigmatiseren»?4

Antwoord 6

De Participatiewet maakt voor het ontvangen van bijstand geen onderscheid naar de aandoening die reden is voor (langdurig) verblijf in een instelling. Indien er sprake is van gedwongen opname gelden wel andere bepalingen, zoals aangeven onder vraag 1.

Vraag 7

Kent u met het gegeven dat mensen die in een instelling verblijven een eigen bijdrage moeten betalen van minimaal 158 euro per maand?5

Antwoord 7

Mensen die zorg met verblijf ontvangen op grond van een GGZ-diagnose, vallen de eerste drie jaar onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Zvw kent geen eigen bijdrage voor de GGZ, maar deze zorg valt wel onder het verplicht (en mogelijk vrijwillig) eigen risico.

De minimale wettelijke eigen bijdrage voor mensen die zorg met verblijf ontvangen op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) of woonachtig zijn in een accommodatie voor Beschermd Wonen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en de samenstelling van het huishouden. Indien de «lage intramurale bijdrage» van toepassing is, zoals bij de eerste zes maanden van het verblijf of indien er een partner thuis is blijven wonen, geldt in 2016 een minimale bijdrage van € 159,80 per maand. In de overige gevallen geldt bij verblijf in een instelling de «hoge intramurale eigen bijdrage» die vaak nihil is indien iemand een bijstandsuitkering op zak- en kleedgeldniveau ontvangt of een ander inkomen op dat niveau heeft.

Vraag 8

Erkent u bovendien dat een gedwongen opname vaak onvoorzien is, en betrokkenen derhalve niet in staat zijn tijdig maatregelen te treffen ter voorkoming van voor doorlopende vaste lasten, zoals huur, water, gas en licht?

Antwoord 8

Zie hiervoor mijn antwoorden onder vraag 1 tot en met 3.

Vraag 9 en 10

Lopen mensen die gedwongen worden opgenomen in een ggz-instelling volgens u een grote kans ook nog eens in de schulden te geraken en hun huis te verliezen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit in het vervolg voorkomen?

Heeft u er zicht op hoeveel mensen vanwege eigen bijdragen bij een gedwongen opname, en in een gemeente wonen die op grond van de Wwb weigert een uitkering te verstrekken, financieel in de problemen zijn gekomen? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te onderzoeken?

Antwoorden 9 en 10

Zoals eerder aangegeven kunnen mensen die gedwongen zijn opgenomen, in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. In die gevallen waarbij door de gedwongen opname de noodzakelijke kosten van het bestaan niet uit de aanwezige middelen kunnen worden gedekt, kan de gemeente bijzondere bijstand verstrekken. Gedacht moet dan worden aan bijzondere bijstand voor de eigen bijdragen, de ziektekostenpremie en het doorbetalen van de woonlasten, voor zover natuurlijk noodzakelijk. Ik beschik niet over cijfers op dit vlak.

Vraag 11

Bent u bereid de wet op dit punt te repareren, en gemeenten erop aan te spreken in de tussentijd coulant om te gaan met het verstrekken van een uitkering aan mensen in een ggz-instelling? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 11

In dit kader wijs ik er op dat de wet reeds in 2008 is gerepareerd met het aanpassen van artikel 13 derde lid Participatiewet (voorheen WWB). Voorafgaande aan het inwerkingtreden van deze wetswijziging, is in de verzamelbrief van 18 september 2006 aan de colleges van burgemeester en wethouders verzocht om hierop te anticiperen.

Naar boven