Vragen van het lid Smaling en Ulenbelt (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat
2.000 chauffeurs in het streekvervoer dreigen met stakingen (ingezonden 1 februari
2016).
Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 maart
2016)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat 2.000 chauffeurs bereid zijn te staken tegen
werkverdringing1
Antwoord 1
Van werkverdringing is – in deze context – sprake als hetzelfde betaalde werk dat
voorheen door buschauffeurs werd gedaan thans door vrijwilligers wordt gedaan. Als
er inderdaad sprake is van werkverdringing, dan begrijp ik die bereidheid. Of dat
in de onderhavige cases het geval is, kan ik niet beoordelen. Specifiek met betrekking
tot het openbaar vervoer (OV) zijn de provincies verantwoordelijk voor het aanbod
en het concessiecontract. Dat zal ook de reden zijn dat de FNV zich tot het Interprovinciaal
Overleg (IPO) richt.
Vraag 2
Bent u van mening dat het beroep van chauffeur in het stads- en streekvervoer een
betaalde baan volgens cao-normen is? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 2
Ja. Beroepschauffeurs in het stads- en steekvervoer dienen aan alle wettelijke vereisten
te voldoen, ook hun werkgevers. Deze chauffeurs vallen onder de cao Openbaar Vervoer
waarin onder meer de afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd. Dat neemt
niet weg dat in sommige situaties gekozen kan worden voor lokale vervoersoplossingen,
niet vallend onder het stads- en streekvervoer waarbij gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een buslijn niet altijd rendabel hoeft te zijn omdat deze ook
een maatschappelijke functie vervult? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Het OV-aanbod in een concessiegebied betreft het geheel aan vervoer dat door de concessieverlener,
dat wil zeggen de verantwoordelijke provincie of metropool-regio, wordt aanbesteed.
Dat is een mix van lijnen die meer of minder rendabel zijn. Of een bepaalde buslijn
vanwege de maatschappelijke functie al dan niet rendabel moet zijn, is ter beoordeling
van deze OV-autoriteiten en de vervoerders die de concessie uitvoeren.
Vraag 4
Wat vindt u van de ontwikkeling dat veel provincies buslijnen schrappen en dit vervolgens
opvangen door de inzet van vrijwilligers?
Antwoord 4
Ik weet dat in dunner bevolkte gebieden op verschillende plekken buslijnen zijn geschrapt
omdat er heel weinig gebruik van werd gemaakt. Op dergelijke plekken kan toch behoefte
bestaan aan vervoersfaciliteiten niet vallend onder het reguliere stads- en streekvervoer.
Daarbij kan gebruik worden gemaakt van vrijwilligers als aan de voorwaarden hiervoor
wordt voldaan (geen arbeid in dienstbetrekking en/of geen arbeid die valt onder cao
Openbaar Vervoer).
Vraag 5
Heeft u er een goed zicht op hoe er per provincie en/of metropoolregio wordt omgesprongen
met de Brede doeluitkering (BDU) vanuit het Rijk? Zo ja, kunt u hier per provincie
een toelichting op geven?
Antwoord 5
Met ingang van 2016 zijn de voor de provincies bestemde BDU-middelen verkeer en vervoer
toegevoegd aan het provinciefonds. De middelen zijn binnen het provinciefonds herkenbaar
als decentralisatie-uitkering. De middelen voor de drie overige opgeheven plusregio’s
(Stadsregio Amsterdam, Stadsgewest Haaglanden en Stadsregio Rotterdam) worden uitgekeerd
aan de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Stadsregio Amsterdam. De BDU-middelen
aan deze twee vervoerregio’s blijven toegekend worden als brede doeluitkering door
het Ministerie van IenM.
De verantwoording over de BDU-gelden is geregeld in de Financiële-verhoudingswet.
Sinds 2006 gebeurt deze verantwoording volgens de sisa-systematiek (single information,
single audit). Dit betekent voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Stadsregio
Amsterdam dat zij elk jaar informatie aan het Rijk leveren («single information»),
vergezeld door een eenmalige accountantscontrole («single audit»).
De verantwoording van de provincies vindt plaats aan de provinciale staten. Omdat
de middelen onderdeel zijn van het provinciefonds is van verantwoording aan het Rijk
geen sprake.
Vraag 6
Bent u bereid om met de provincies en metropoolregio’s in overleg te gaan om deze
werkverdringing aan te pakken?
Antwoord 6
Zoals bij het antwoord op vraag 1 gesteld, is van verdringing sprake als hetzelfde
betaalde werk dat voorheen door buschauffeurs werd gedaan thans door vrijwilligers
wordt gedaan. Of dat in de onderhavige cases het geval is, kan ik niet beoordelen
maar ik zal me door de provincies en metropoolregio’s laten informeren waarna ik samen
met mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vervolgens de Kamer zal informeren
over onze bevindingen
X Noot
1OV Pro 26 januari 2016 «FNV: 2000 chauffeurs bereid te staken tegen werkverdringing»