Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het automatisch opleggen van boetes (ingezonden 22 februari 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 maart 2016).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat met het bepaalde in artikel 3 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften niet valt te verenigen dat een gedraging op geautomatiseerde wijze wordt gesanctioneerd zonder dat daarbij (enige) ruimte bestaat voor een beoordeling van, al dan niet door de betrokkene naar voren gebrachte, bijzondere omstandigheden?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Kunt u de gevolgen van deze uitspraak op een rij zetten?

Wordt de uitspraak reeds uitgevoerd in de praktijk en is inmiddels het beleid hierop veranderd? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Klopt het dat het systeem van RDW nog steeds automatische boetes blijft uitvaardigen in weerwil van voornoemde rechterlijke uitspraak? Zo ja, wat is daar de reden van en bent u bereid om alsnog zo snel mogelijk het beleid te wijzigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4

De Hoge Raad heeft op 16 februari 2016 de bestreden uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd naar aanleiding van een door de Advocaat-Generaal, in het belang der wet, ingesteld cassatieberoep. Daarbij heeft de Hoge Raad overwogen dat het oordeel van het hof, inhoudende dat niet is komen vast te staan dat de sanctie door een daartoe bevoegde ambtenaar is opgelegd nu sprake is van een volledig geautomatiseerd proces waarin in alle zaken een sanctie wordt opgelegd en waarbij onvoldoende is uitgesloten dat zich geen bijzondere omstandigheden voordoen die een nadere beoordeling vergen, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting.

Nu de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof heeft vernietigd, zie ik geen reden tot wijziging van het bestaande beleid.


X Noot
1

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 juli 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5553

Naar boven