Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de doodsbedreigingen aan het adres van een anti-IS-strijder (ingezonden 23 februari 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 maart 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «IS heeft prijs op hoofd Jitse Akse gezet»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre deelt u onze zorgen over de doodsbedreigingen aan het adres van deze anti-IS-held?

Antwoord 2

Ik keur elke vorm van bedreiging ten zeerste af.

Vraag 3

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen teneinde zijn veiligheid te garanderen?

Antwoord 3

In het kader van het Stelsel Bewaken en Beveiligen kan de lokale overheid aanvullende maatregelen nemen als de ernst en waarschijnlijkheid van de dreiging en het risico vormen aanneemt waar een burger of de organisatie waartoe hij behoort op eigen kracht geen weerstand meer aan kan bieden. Over concrete veiligheidsmaatregelen in het kader van het Stelsel Bewaken en Beveiligen worden nimmer mededelingen gedaan. Wel kan ik u melden dat het Openbaar Ministerie en de politie in contact staan met de advocaat van A.

Vraag 4

Ziet u in, dat het arresteren en mogelijk vervolgen van iemand die zich inzet voor de strijd tegen terreurorganisatie IS – waar we nota bene mee in oorlog zijn – de omgekeerde wereld is? Kan de regering dit toelichten?

Antwoord 4

Het onderzoek door het Openbaar Ministerie naar Jitse A. loopt nog. Ik ga niet in op een individuele zaak die nog onderwerp is van een strafrechtelijk onderzoek.

Vraag 5

Bent u bereid het Openbaar Ministerie alsnog een aanwijzing te geven teneinde de strafrechtelijke vervolging van de heer Akse te staken?

Antwoord 5

Op dit moment wordt opsporingsonderzoek verricht naar de handelingen van A. in Syrië. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal het OM vervolgens beoordelen of een verdere strafrechtelijke vervolging mogelijk en opportuun is.

Het OM beslist of er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit en of er een strafrechtelijk onderzoek verricht dient te worden. Een aanwijzing is dan ook niet aan de orde. Van de bevoegdheid ben ik mij bewust.

Naar boven