Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat het bedrijf Raet de bovenwettelijke aanvullingen op de WW gaat uitvoeren (ingezonden 18 februari 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 9 maart 2016).

Vraag 1

Kunt u het bericht «Bedrijf Raet gaat WW-versoberingen «repareren»» bevestigen?1

Antwoord 1

Ik heb van sociale partners vernomen dat aan de hand van een drietal cao’s geëxperimenteerd gaat worden met Raet als uitvoerder, om te zien of een private uitvoering van cao-aanvullingen in de praktijk goed vorm te geven is.

Vraag 2

Wat is de inhoud van de «uniforme regeling» die Raet gaat uitvoeren? Kunt u in een tabel uiteenzetten hoe van 1 tot 40 dienstjaren WW-rechten worden opgebouwd conform de Werkloosheidswet? Kunt u tevens uiteenzetten hoe WW-rechten worden opgebouwd conform de afspraken in het sociaal akkoord en de «uniforme regeling» die Raet gaat uitvoeren?

Antwoord 2

In het sociaal akkoord is afgesproken dat sociale partners op cao-niveau een aanvulling van 14 maanden op de wettelijke WW kunnen introduceren. Deze afspraken worden in beginsel algemeen verbindend verklaard. De verantwoordelijkheid voor het maken van dergelijke afspraken ligt bij sociale partners. Zij bepalen de inhoud van de «uniforme regeling». Ik heb daarover geen informatie. Wel kan ik u informeren over de opbouw van de wettelijke WW. Deze tabel ziet er als volgt uit:

Arbeidsverleden op 1 januari 2016 bepaalt in welke kolom iemand zit
 

kwartaal

>= 38

37

36

35

34

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

2016

1

37

36

35

34

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

2

36

35

34

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

3

35

34

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

4

34

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

2017

1

33

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

2

32

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

3

31

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

4

30

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

2018

1

29

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

2

28

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

3

27

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

4

26

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

2019

1

25

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

2

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

24

Vraag 3

Worden de bovenwettelijke WW-aanvullingen in de uniforme regeling verzekerd, of wordt een sociaal fonds gecreëerd waaruit deze aanvullingen worden betaald? Wat is het gevolg als bij oplopende werkloosheid blijkt dat de premie niet kostendekkend is?

Antwoord 3

Het is mij niet bekend op welke wijze sociale partners de bovenwettelijke WW-aanvullingen exact willen vormgeven. Dat is namelijk de verantwoordelijkheid van sociale partners.

Vraag 4

Hoe hoog wordt de premie voor de uniforme bovenwettelijke duurverlenging? Hoe hoog zijn (vanaf 2016 tot structureel) de totale kosten van deze uniforme regeling? Kunt u voor inkomens van 0,5 keer modaal, 1 keer modaal en 2 keer modaal de structurele jaarlijkse premie in euro’s weergeven? Kunt u tevens voor deze inkomens het koopkrachteffect van deze premie in procenten weergeven?

Antwoord 4

Sociale partners zijn verantwoordelijk voor de vaststelling van de hoogte van de premie. In een brief van de Stichting van de Arbeid aan decentrale cao-partijen van 17 april 2015 is aangegeven dat eerste tentatieve berekeningen duiden op een jaarlijks premiebeslag voor 2016 en 2017 in de orde van grootte van 0,2%.

Vraag 5

Wat is het eerste moment waarop een werknemer die eind 2017 24 jaar is en 2 jaar werkervaring heeft, potentieel in aanmerking komt voor bovenwettelijk aangevulde WW conform de uniforme regeling van de sociale partners? Hoeveel premie heeft hij op dat moment in totaal al betaald, als hij een modaal inkomen heeft?

Antwoord 5

Ik ken de inhoud van de uniforme regeling van sociale partners niet en kan zodoende niet aangeven in welke situatie men hiervoor in aanmerking komt.

Vraag 6

Voor hoeveel werknemers zijn per cao bovenwettelijke aanvullingen op de WW afgesproken, zoals afgesproken in het sociaal akkoord?

Vraag 7

Is de veronderstelling dat bovenwettelijke duurverlenging voor 60% van de werknemers zou worden gerealiseerd die het Centraal Planbureau heeft gehanteerd bij het berekenen van de werkgelegenheidseffecten nog actueel?2 Hoe groot is het negatieve werkgelegenheidseffect van de bovenwettelijke duurverlenging bij de huidige afspraken?

Antwoord 6 en 7

Hierover wordt in de cao-rapportage gerapporteerd. De rapportage over 2015 wordt naar verwachting voor de zomer aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanaf eind 2017 hebben de wijzigingen in opbouw en duur van de WW voor het eerst effect. Tot die tijd (en overigens ook daarna) kan het aantal cao’s en aandeel werknemers waarop cao-aanvullingen van toepassing zijn, wijzigen. Zodoende kan pas op dat moment een goed beeld gegeven worden van de werkgelegenheidseffecten van deze cao-aanvullingen.

Vraag 8

Kunt u specificeren welke gegevens het UWV (Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen) exact gaat verstrekken aan Raet? Kunt u toelichten waarom dit niet in strijd is met de Wet Bescherming Persoonsgegevens?

Antwoord 8:

Het is nog niet exact bekend welke gegevens een uitvoerder van de bovenwettelijke aanspraken nodig heeft van UWV. Met de StvdA en de beoogde uitvoerder wordt verkend aan welke gegevens behoefte bestaat. Verstrekking van gegevens is mogelijk op basis van artikel 73 Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI).

Vraag 9

Verstrekt het UWV alleen gegevens aan Raet over personen die onder een cao vallen waarin bovenwettelijke aanvullingen op de WW zijn afgesproken, of worden ook de gegevens van personen voor wie dit niet het geval is, gedeeld?

Vraag 10

Op welke wijze worden mensen geïnformeerd dat het UWV hun gegevens verstrekt aan Raet?

Vraag 11

Hoe is gewaarborgd dat Raet de gegevens alleen zal gebruiken voor het uitvoeren van bovenwettelijke aanvullingen op de WW in cao’s en niet voor andere doeleinden?

Vraag 12

Welke voorzieningen worden door Raet getroffen om de gegevens die door het UWV worden verstrekt te beschermen tegen inzage door derden en misbruik voor andere doeleinden?

Antwoord 9, 10, 11, en 12

UWV mag aan de uitvoerder alleen gegevens verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de bovenwettelijke aanvullingen en dus alleen over personen die daaronder vallen. Over de wijze van gegevensuitwisseling en de waarborgen waaronder deze gegevenswisseling plaats vindt dienen voorafgaand afspraken gemaakt te worden. Deze afspraken dienen te waarborgen dat zorgvuldig wordt omgegaan met de gegevens.

Vraag 13

Op welke wijze wordt toezicht gehouden op de bescherming van de gegevens waarover Raet via het UWV de beschikking krijgt?

Antwoord 13:

UWV sluit met de afnemer een contract met vermelding wat de wettelijke grondslag is, wat het doel is waarvoor de gegevens gebruikt gaan worden en waarin de afnemer verklaart door ondertekening van het contract de gegevens alleen voor dat doel te gebruiken. Daarin kan een auditverplichting worden opgenomen, met een verplichting voor de afnemer jaarlijks een auditrapport op te stellen. Daarbij kan worden bepaald dat UWV de levering kan opschorten dan wel de overeenkomst kan opzeggen als de afnemer niet aan zijn verplichtingen voldoet.

Daarnaast is de Inspectie SZW belast met het toezicht op UWV, wat eveneens betrekking heeft op de wijze waarop UWV op grond van de Wet SUWI gegevens aan derden verstrekt. Tot slot is de Autoriteit Persoonsgegevens specifiek belast met het toezicht op de naleving van wettelijke regels voor bescherming van persoonsgegevens en zij kan in dat kader dus toezicht houden op de gegevensverstrekking door UWV.

Vraag 14

Is voorzien in een Privacy impact analyse dan wel ten minste een advies van de Autoriteit Persoonsgegevens voor het verstrekken van gegevens door het UWV aan Raet?

Antwoord 14

Op dit moment is nog niet bekend welke gegevens de uitvoerder van de bovenwettelijke aanvullingen exact nodig heeft. De vraag of een Privacy impact analyse of een advies van de Autoriteit Persoonsgegevens nodig is, kan beantwoord worden nadat hier meer duidelijkheid over bestaat.

Vraag 15

Kunnen mensen bezwaar maken tegen het verstrekken van hun gegevens uit de administratie van het UWV aan Raet? Als mensen niet willen dat het UWV hun gegevens verstrekt aan Raet, kunnen zij dan een opt out op de bovenwettelijke aanvulling krijgen?

Antwoord 15

De inhoud van de bovenwettelijke regeling berust op afspraken in cao’s. Deze zullen op verzoek algemeen verbindend worden verklaard. Als gebruik is gemaakt van een in de cao voorziene mogelijkheid tot opt out, dan zullen geen gegevens verstrekt worden.

Vraag 16

Hoe hoog zijn de uitvoeringskosten voor het UWV om de gegevens te verstrekken aan Raet? Wie betaalt deze kosten?

Antwoord 16

De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met gegevensverstrekking zijn nog niet bekend. De kosten worden door UWV in rekening gebracht bij de uitvoerder van de bovenwettelijke afspraken.

Vraag 17

Hoe hoog zijn de uitvoeringskosten van de uniforme regeling die Raet gaat uitvoeren? Worden deze uit de premie betaald? Hoe hoog zijn de uitvoeringskosten per deelnemer?

Antwoord 17

Dit is nog niet bekend.

Vraag 18

Is er een overeenkomst gesloten tussen UWV en Raet over het verstrekken van de gegevens uit de WW-administratie? Kunt u deze overeenkomst aan de Kamer doe toekomen? Kan het UWV deze overeenkomst met Raet om gegevens uit de WW-administratie op elk moment eenzijdig opzeggen? Zo nee, welke voorwaarden zijn er verbonden aan opzegging?

Antwoord 18

Er is nog geen overeenkomst gesloten tussen UWV en de beoogde uitvoerder.

Vraag 19

Behouden personen die eerst onder een cao vallen waarvoor bovenwettelijke aanvullingen op de WW gelden en daarna onder een cao waarin geen bovenwettelijke aanvullingen zijn afgesproken, na de overstap hun eerder opgebouwde rechten, of komen deze te vervallen? En vice versa? Indien opgebouwde rechten bij overstap komen te vervallen, wat is hiervan het effect op de vrijwillige arbeidsmobiliteit?

Antwoord 19

Het is aan sociale partners om in cao’s afspraken te maken over het bereik van de cao-aanvullingen. Effect op de arbeidsmobiliteit is afhankelijk daarvan.


X Noot
2

Centraal Planbureau (2013), Gevolgen Wet Werk en Zekerheid voor werkgelegenheid, p. 8

Naar boven