Vragen van de leden Karabulut en Gesthuizen (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat gevluchte Eritrese vrouwen zijn gedwongen tot seks (ingezonden 18 januari 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 9 maart 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1510.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de berichten dat gevluchte Eritrese vrouwen zijn gedwongen tot seks? Om hoeveel vrouwen gaat het? Klopt het dat een aantal vrouwen zwanger is geraakt? Hoeveel van deze vrouwen verblijven in een asielzoekerscentrum?1 2

Antwoord 1

Het kabinet streeft naar een samenleving waarin mensen gelijke rechten hebben, elkaars rechten respecteren en waarin ze zich kunnen ontwikkelen en zichzelf kunnen zijn. Het is niet aanvaarbaar als opvattingen over de rol en positie van mannen en vrouwen of over het recht op zelfbeschikking uitmonden in onderdrukking en geweld. Religie, cultuur en traditie mogen nooit als excuus worden gebruikt voor geweld tegen mensen.

Naar nu bekend is, zijn er ongeveer 25 Eritrese COA-bewoners die melden dat ze ongewenst zwanger zijn. Het merendeel betreft jonge, maar voor de wet volwassen vrouwen. Daarnaast heeft een drietal Eritrese vrouwen gemeld dat zij verkracht zijn. De vrouwen die zwanger zijn hebben zich gemeld bij Gezondheidscentrum Asielzoekers (GC A). GC A kent een medisch beroepsgeheim. De identiteit van de individuele zwangere vrouwen wordt derhalve niet gedeeld met het COA. Het is aan de vrouwen zelf of zij in de gesprekken met COA medewerkers hun situatie willen bespreken. Het COA weet niet in alle gevallen wie deze vrouwen zijn en kan dus ook niet aangeven of zij nog in de COA opvang verblijven of al zijn uitgestroomd naar een gemeente in Nederland.

Vraag 2

Waarop baseert het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) het vermoeden dat er een relatie is tussen de zwangerschappen en het kerkbezoek? Is hier onderzoek naar gedaan? Welke maatregelen zijn genomen?

Antwoord 2

Het COA heeft mij gemeld dat zij signalen heeft ontvangen die duiden op mogelijke misstanden bij Eritrese individuen binnen de Eritrese gemeenschap. Het gaat hierbij om signalen van uiteenlopende aard. Een aantal van de ontvangen signalen heeft betrekking op gebeurtenissen in of rondom de Eritrese kerk in Rotterdam.

Het COA kan de ernst en het waarheidsgehalte van deze signalen niet inschatten en heeft deze signalen gemeld bij de politie en Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM). Tegelijkertijd heeft het COA besloten om een aantal preventieve maatregelen te treffen. Deze maatregelen zijn uit voorzorg genomen en impliceren geenszins een beschuldiging richting bepaalde individuen of organisaties.

  • Er vinden individuele gesprekken plaats met zwangere Eritrese vrouwen over de achtergrond van hun zwangerschap. Waar nodig probeert het COA de aangiftebereidheid te stimuleren.

  • Aan de Eritrese gemeenschap binnen de opvang is geadviseerd geen bezoek meer te brengen aan de Eritrese kerk in Rotterdam. Het COA en NIDOS geven alleenstaande minderjarige vreemdelingen geen toestemming om de Eritrese kerk in Rotterdam te bezoeken.

  • Er is een nieuwsbericht gepubliceerd aan alle locatiemanagers en de GC A om te vragen extra alert te zijn.

  • In samenwerking met de GGD is er groepsvoorlichting gegeven (voor zowel mannen als vrouwen) over seksualiteit in Nederland (o.a. keuzevrijheid). Er zijn ook plannen voor een weerbaarheidstraining aan vrouwen.

Voor wat betreft de signalen van eventueel misbruik in of rondom een kerk in Rotterdam hebben de politie en het OM in Rotterdam een oriënterend feitenonderzoek gedaan naar de herkomst van deze signalen bij het COA. De politie en het OM in Rotterdam hebben mij laten weten dat er tot dusver geen aangiftes zijn gedaan en er tot dusver geen verdenking is van strafbare feiten. Het Landelijk Parket zal de mogelijkheden verkennen om signalen van mogelijke misstanden binnen de Eritrese gemeenschap in Nederland op landelijk niveau en op multidisciplinaire wijze nader te bezien.

Vraag 3

Wat is uw reactie op het bericht dat veel vrouwen geen aangifte durven te doen omdat ze bang zijn voor represailles? Zijn er maatregelen genomen om deze angstcultuur te doorbreken zodat vrouwen die zijn misbruikt hun verhaal kunnen doen? Zijn er inmiddels aangiften gedaan? Zo ja, hoeveel?

Antwoord 3

Er is tot op heden geen aangifte gedaan. Waar COA meent dat er sprake is van een (strafrechtelijke) misstand, stimuleert het COA de bewoners om aangifte te doen. Het COA stimuleert dit door in gesprek te zijn met bewoners en te ondersteunen in het doen van aangiften. Wanneer bewoners weigeren aangifte te doen, maakt het COA melding van misstanden bij de politie. Dat laatste is in dit geval gedaan. Het COA spreekt frequent met leden van de Eritrese gemeenschap (en alleenstaande minderjarige vreemdelingen in het bijzonder) op locaties om meer inzicht te krijgen in wat er speelt binnen deze (gesloten) gemeenschap.

Vraag 4

Welke relatie hebben vertegenwoordigers van de Eritrese kerk in Rotterdam met het dictatoriale regime in Eritrea? Zijn er aanwijzingen dat Nederlandse Eritreeërs via de kerk worden beïnvloed en/of onder druk gezet door het Eritrese regime?

Antwoord 4

De Eritrese overheid heeft een sterke controle op kerken en moskeeën in Eritrea zelf. In hoeverre dit ook geldt voor de Eritrese kerk in Rotterdam is onbekend.

Er zijn geen aangiften bekend van Eritreeërs die in Nederland, al dan niet via de Eritrese kerk, onder druk zijn gezet door het Eritrese regime.

Vraag 5

Ziet u een verband tussen misstanden in de kerk en de berichten over de slechte integratie van veel Eritreeërs in Nederland?3 Zo ja op welke manier? Welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De relatie die gesuggereerd wordt tussen de kerk en integratie kan niet via directe wegen onderzocht worden gezien de scheiding van kerk en staat die wij in Nederland kennen. Zodra het OM nieuwe bevindingen heeft, zal ik deze met u delen.

Vraag 6

Op welke wijze heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie afgelopen jaar onderzoek gedaan naar afpersing van vluchtelingen voor de Eritrese overheid? Gaat u maatregelen nemen om de aangiftebereidheid van Eritreeërs die door vertegenwoordigers van het Eritrese regime onder druk worden gezet te vergroten?4

Antwoord 6

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft geen onderzoek hiernaar gedaan. Afpersing en soortgelijke feiten zijn ernstige misdrijven die de aandacht hebben van de politie en het openbaar ministerie. Indien er een concreet vermoeden bestaat dat dergelijke ernstige strafbare feiten worden gepleegd, zal hiernaar door politie en het openbaar ministerie strafrechtelijk onderzoek worden gedaan. Politie en het openbaar ministerie zullen zich altijd inspannen om signalen van ernstige misdrijven te onderzoeken en indien aan de orde mogelijke slachtoffers van ernstige misdrijven actief wijzen op de mogelijkheid tot het doen van aangiften.

Vraag 7

Bent u bereid om de eerdere vragen over de slechte integratie van Eritreeërs die zijn ingezonden op 25 november 2015 snel te beantwoorden?5

Antwoord 7

De antwoorden op de vragen van het lid Karabulut heb ik op 8 februari jl. aan uw Kamer doen toekomen.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Kuiken en Volp (beiden PvdA) ingezonden 14 januari 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1713) en van de leden Sjoerdsma en Bergkamp (beiden D66), ingezonden 14 januari 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1714).

Naar boven