Vragen van het lid JanVos (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over gemeenten en provincies die in plaats van groene stroom grijze stroom inkopen voor eigen gebruik (ingezonden 28 december 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 23 februari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1144.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over gemeenten en provincies die zeggen groene stroom in te kopen, die in werkelijkheid afkomstig is van kolencentrales van E.ON en GDF Suez?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat Rotterdam, Leiden, Zoetermeer, Wassenaar, Delft, Tilburg, Zwolle, Den Bosch en de provincies Utrecht en Overijssel deze handelwijze toepassen?

Antwoord 2

Ik ben niet op de hoogte van de precieze methode van de groene stroominkoop van deze provincies en gemeenten. In het antwoord op vraag 3 van het lid Smaling ga ik in op het Europees verplichte systeem van gvo’s dat ten grondslag ligt aan de handelwijze bij groene stroominkoop.

Vraag 3

Klopt het dat met het (laten) opkopen van groene stroomcertificaten, onder meer van Noorse waterkrachtcentrales, in de praktijk 0% extra groene stroom wordt opgewekt?

Antwoord 3

De mogelijkheid gvo’s te kopen is bedoeld om de bestaande groene stroomproductie te administreren. Het kopen van gvo’s leidt tot een hogere prijs voor de gvo, waardoor investeren in hernieuwbare energieopwekking rendabeler wordt. Door de huidige Europese markt voor gvo’s, die gekenmerkt wordt door weinig vraag en veel aanbod, is deze prikkel nog erg klein. Bovendien bestaat er geen voorwaarde dat de opbrengst van de gvo geïnvesteerd moet worden in nieuwe productiecapaciteit.

Vraag 4

Hoe verhoudt deze handelwijze zich tot de voorbeeldfunctie die lokale overheden hebben, en met het convenant, waarin ze beloofden vanaf 2015 stroom duurzaam te gaan inkopen?

Antwoord 4

Deze handelwijze is in overeenstemming met het convenant, maar lokale overheden kunnen voor een ambitieuzere invulling kiezen, bijvoorbeeld door het voor eigen gebruik opwekken van groene stroom.

Vraag 5

Klopt het dat deze certificaten te vergelijken zijn met groene aflaten voor grijs gedrag? Klopt het dat deze vorm van «groene» stroom eerder «sjoemelstroom» genoemd is?

Antwoord 5

Nee, er is geen sprake van «grijs gedrag» omdat er wel degelijk groene stroom wordt ingekocht. Het inkopen van groene stroom met gvo’s uit het buitenland is door sommige partijen eerder «sjoemelstroom» genoemd. Dit is echter een misleidende bewoording. Een gvo garandeert dat er sprake is van groene stroom. Groene stroom uit een ander land is niet minder duurzaam.

Vraag 6, 7

Waarom heeft de overheid een systeem bedacht waarmee overheden en bedrijven voor een gering bedrag net kunnen doen alsof zijn groene stroom verbruiken, terwijl dit helemaal niet zo is?

Kunt u overwegen dit systeem in de huidige vorm af te schaffen? Kunt u overwegen een dergelijk groen certificatensysteem slechts van toepassing te laten zijn op in Nederland geproduceerde, additionele, duurzaam opgewekte stroom?

Antwoord 6, 7

De implementatie van het gvo-systeem is een verplichting die voortkomt uit de EU-richtlijn 2009/28/EG. Ook de internationale verhandelbaarheid van de gvo’s is een verplichting. Nederland kan het gvo-systeem dus niet afschaffen en dat zou ook meer kwaad dan goed doen. Het systeem van gvo’s is juist ondersteunend in het voorkomen dat hernieuwbare energie meer dan één keer wordt geconsumeerd zoals ik in het antwoord op vraag 5 van het lid Smaling aangeef. Ook ligt het gvo-systeem ten grondslag aan de uitbetaling van de SDE+-subsidies. Daarnaast is zonder een systeem van gvo’s het toezicht op het stroometiket door de ACM niet mogelijk. Bovendien blijkt uit gegevens van CertiQ1 dat kleine en grote consumenten steeds vaker willen weten en kiezen waar de door hen geconsumeerde stroom vandaan komt. Die informatie is alleen via het gvo-systeem te achterhalen. Consumenten kunnen voorts van hun leveranciers vragen om de opbrengsten van de gvo’s te investeren in nieuwe hernieuwbare capaciteit (additionaliteit) net als ze ook kunnen vragen om stroom die is opgewekt in Nederland.

Vraag 8

Hoe verhoudt het gedrag van de gemeente Rotterdam zich tot het Rotterdam Climate Initiative? Hoe verhoudt het gedrag van de gemeente Rotterdam zich tot de fijnstof- en luchtverontreinigingsproblematiek in de regio? Hoe geloofwaardig is het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Rotterdam op deze manier?

Antwoord 8

Het Rotterdam Climate Initiative gaat over meer aspecten dan enkel het inkopen van groene stroom. Voor wat betreft de inkoop van groene stroom handelt Rotterdam in lijn met de praktijk die ik schets in het antwoord op vraag 3 van het lid Smaling.

Vraag 9

Hoe verhoudt het gedrag van de genoemde gemeenten en provincies zich tot de recente Kameruitspraak dat de kolencentrales binnen afzienbare tijd moeten gaan sluiten?

Antwoord 9

Eventuele uitfasering van kolencentrales staat los van de levering van stroom door een marktpartij op basis van het Europees systeem van gvo’s.

Naar boven