Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het
bericht «Streekbus met 185 geflitst, verkeersagenten Oost-Nederland twijfelen aan
apparatuur» (ingezonden 25 januari 2016).
Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 22 februari
2016)
Vraag 1
Kent u het bericht «Streekbus met 185 geflitst, verkeersagenten Oost-Nederland twijfelen
aan apparatuur»?1
Vraag 2 en 6
Wat vindt u ervan dat agenten «bizarre» snelheidsmetingen voorbij zien komen en daardoor
twijfelen aan de radarapparatuur waarmee zij werken?
In hoeverre zijn andere metingen juist door het bestaan van deze «bizarre» metingen
wel voldoende betrouwbaar?
Antwoord 2 en 6
Afwijkingen bij de snelheidsmetingen van de politie kunnen zich uitsluitend in specifieke
situaties voordoen bij de mobiele radarsets. Wanneer twee grote voertuigen, zoals
bussen en vrachtwagens elkaar in tegengestelde richting passeren en zich op precies
hetzelfde moment in de radarbundel bevinden, kan de meting afwijken als gevolg van
reflectie. Dit specifieke probleem is bekend bij de politie en er zijn maatregelen
getroffen om de foutieve metingen tot een minimum te beperken. De overige metingen
van zowel de mobiele radarsets als de overige flitsapparatuur zijn volledig betrouwbaar.
De betrouwbaarheid van het systeem staat dan ook niet ter discussie, zoals ook blijkt
uit de certificering van het Nederlands Meetinstituut (NMi).
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat agenten vervolgens dergelijke «bizarre» snelheidsmetingen niet
handmatig kunnen corrigeren?
Antwoord 3
Dit is onjuist. Een agent kan de overtredingsfoto’s analyseren om onjuiste snelheidsregistraties
uit het systeem te halen.
Vraag 4
Hoe verklaart u dat dit probleem ogenschijnlijk al jaren speelt en dat dit tot op
heden niet adequaat is opgelost, ondanks dat de apparatuur jaarlijks opnieuw gekeurd
wordt door het Nederlands Meetinstituut (NMi)?
Antwoord 4
De mobiele radarsets waarbij het probleem zich voordoet, zijn in de periode van medio
2014 tot augustus 2015 in gebruik genomen. Het systeem is voor de ingebruikname uitgebreid
getest en gecertificeerd door het NMI, waarbij alle aspecten van het systeem worden
gecontroleerd. Door middel van de NMI-certificering is de betrouwbaarheid van het
systeem gewaarborgd.
Vraag 5
Kunt u aangeven waar de grens van «bizarre» metingen ligt? Vanaf welk punt is een
meting «bizar», daar het immers de bedoeling is dat agenten dergelijke metingen zelfstandig
eruit filteren?
Antwoord 5
Het systeem van de mobiele radarsets stelt automatisch vast of het beeld voldoet aan
een aantal criteria (leesbaarheid, beoordelingsgebied, rijrichting en snelheid). Bij
twijfel worden de beelden voorgelegd aan de agent. Een onlogische snelheid is veelal
gekoppeld aan andere foutmeldingen (bijvoorbeeld de rijrichting). Iedere politiemedewerker
die het systeem bedient, is opgeleid om de beelden van deze radarapparatuur volgens
de wettelijke voorschriften te beoordelen en foutieve metingen er uit te filteren.
Vraag 7 en 8
Erkent u dat burgers als gevolg van bovenstaande fouten met de meetapparatuur onterecht
een boete (hebben) ontvangen?
Kunnen mensen die onterecht een boete hebben ontvangen op een eenvoudige manier bezwaar
aantekenen, zodat deze boete zonder disproportionele administratieve lasten wordt
geseponeerd?
Antwoord 7 en 8
Doordat de foto’s na analyse uit het systeem worden gefilterd, zijn onterechte boetes
uitzonderlijk. Mochten er echter toch onjuiste beschikkingen worden verstuurd dan
kan men te allen tijde contact opnemen met de politie, waarna een evident onjuiste
meting dan wel zaak kan worden geseponeerd.
Vraag 9
Hoe voorkomt u dat in de toekomst mensen onterecht een boete ontvangen als gevolg
van dergelijke onbetrouwbare snelheidsmetingen?
Antwoord 9
Zoals hierboven al is aangegeven, zijn onterechte boetes zeer uitzonderlijk. Om het
specifieke probleem te verhelpen, wordt door leverancier in samenwerking met de politie
gewerkt aan een upgrade van de herkenningssoftware. Hierdoor worden politiemedewerkers
nog meer ondersteund in het beoordelen van foto’s, waardoor de kans op een onterechte
bekeuring verder wordt verkleind. Naar verwachting zal begin maart gestart zal worden
met het upgraden van de software. Daarnaast is de werkinstructie nogmaals onder de
aandacht van de politiemedewerkers gebracht.