Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat nabestaanden het Haagse verzorgingshuis Florence aanklagen: «Mijn moeder wilde niet dood» (ingezonden 21 januari 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 februari 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nabestaanden klagen Haags verzorgingshuis van Florence aan: «Mijn moeder wilde niet dood»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 7

Klopt het dat woon-zorgcentrum Loosduinse Hof in Den Haag te weinig kennis, middelen en personeel heeft om zorg te leveren aan zieke ouderen? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? Wat gaat u hiertegen ondernemen?

Bent u bereid te bewerkstelligen dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) het reilen en zeilen van dit verzorgingshuis onderzoekt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 7

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) heeft een melding ontvangen over de situatie in het woon-zorgcentrum. Deze melding is in behandeling genomen. Het betreft een eerste burgermelding over deze locatie. Lopende het onderzoek naar de melding kan ik geen uitspraken doen over de bevindingen.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat ouderen alleen op bed gewassen worden en nooit gedoucht worden?

Antwoord 3

De zorgverlener zal samen met de cliënt moeten beslissen of de cliënt alleen op bed gewassen wordt. De zorgverlener moet hierover een professionele afweging maken en hierbij de wens van de cliënt betrekken.

Vraag 4, 5

Zou het wettelijk regelen van basale verblijfsrechten voor bewoners van zorginstellingen (die uit de Wet langdurige zorg werden geamendeerd) niet toch wenselijk zijn?

Bent u bereid het wetsvoorstel Wijziging Beginselenwet AWBZ-zorg (Wet BAZ (verblijfsrechten) dat de regering introk wederom in te dienen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4, 5

De rechten van cliënten zijn reeds vastgelegd. De rechten die voorheen voorgesteld werden in het voorstel Beginselenwet AWBZ-zorg zijn verwerkt in het Besluit langdurige zorg (Hoofdstuk 6). De betreffende cliëntenrechten zijn dus niet in de Wlz zelf, maar in het Besluit langdurige zorg geregeld.

De cliënten kunnen net zoveel rechten ontlenen aan het Besluit langdurige zorg in vergelijking met de situatie dat deze rechten in de Wlz zouden zijn geregeld. Ook voor het toezicht door de inspectie maakt dat niet uit.

Vraag 6

Deelt u de mening dat ouderen die in een verzorgingshuis verblijven bij het achteruitgaan van hun gezondheid in een verpleeghuis moeten kunnen worden opgenomen? Waarom is er in dit geval niet voor gekozen? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

Antwoord 6

Ik vind dat elke cliënt recht heeft op de zorg die hij of zij nodig heeft. Waar deze zorg niet toereikend is, moet actie worden ondernomen om de cliënt de juiste zorg te kunnen bieden. Wanneer de reguliere zorg in een verzorgingshuis niet langer toereikend is, kan dit betekenen dat iemand in een verpleeghuis moet worden opgenomen. Het is ook mogelijk dat het verzorgingshuis, tijdelijk, de extra benodigde zorg verleent. De inspectie gaat naar aanleiding van de melding onderzoeken of de zorg aan de desbetreffende mevrouw in woon-zorgcentrum Loosduinse Hof van verantwoorde kwaliteit was.


X Noot
1

Omroep west, 20 januari 2016

Naar boven