Vragen van het lid Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de Turkse autoriteiten de verzoeken om rechtshulp inzake de kwestie Demmink niet hebben gehonoreerd (ingezonden 17 augustus 2015)

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 september 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3357

Vraag 1, 2, 3 en 4

Klopt het dat bij de beantwoording van de eerdere vragen over deze kwestie u aangeeft dat de Turkse autoriteiten hebben laten weten dat in Turkije een onherroepelijke sepotbeslissing is genomen en dat medewerking aan Nederlandse rechtshulpverzoeken dientengevolge strijdig zou kunnen zijn met het «ne bis in idem»-beginsel? Klopt het voorts dat de aangifte jegens Demmink, op grond waarvan een sepotbeslissing is afgegeven wegens verjaring, zich toespitst op vermeend slachtoffer Mustafa Y., terwijl het Openbaar Miniserie (OM) van het gerechtshof Arnhem de opdracht heeft gekregen ook de zaak van vermeend slachtoffer Osman Nuri B. te onderzoeken?1

Deelt u de mening dat het gerechtshof Arnhem met deze opdracht aan het OM er vanuit is gegaan dat het hier twee verschillende zaken betreft? Zo ja, deelt u dan de mening dat de onherroepelijke sepotbeslissing van Turkije slechts voor de zaak Mustafa Y. en niet voor de zaak Osman Nuri B. geldt?

Deelt u de visie dat op grond van het bovenstaande, Turkije alsnog de Nederlandse verzoeken om rechtshulp dient te honoreren? Zo nee, waarom niet?

Welke concrete stappen gaat u nemen zodat Turkije alsnog aan de Nederlandse verzoeken om rechtshulp gaat voldoen?

Antwoord 1, 2, 3 en 4

Het is juist dat de Turkse autoriteiten in een eerder stadium hebben laten weten dat medewerking aan Nederlandse rechtshulpverzoeken in deze zaak mogelijk strijdig zouden kunnen zijn met het «ne bis in idem»-beginsel». Over de inhoud van de zaak kan ik, zoals gebruikelijk bij lopende strafrechtelijke onderzoeken, geen mededelingen doen. Mijn streven blijft dat de rechtshulpverzoeken worden uitgevoerd en daartoe stellen de rechter-commissaris, het OM en ik alles in het werk. Ik heb onlangs een constructief telefonisch overleg gehad met de Turkse Minister van Justitie, die mij heeft toegezegd dat de Turkse autoriteiten de zaak opnieuw zullen beoordelen. Ik zal hierover op korte termijn met mijn Turkse ambtgenoot nader spreken.

Vraag 5, 6 en 8

Nu het gerechtshof Arnhem het OM tevens opdracht heeft gegeven bij de Europese instituties na te gaan of Demmink, in het licht van bijvoorbeeld zijn lidmaatschap van het K4-comité, reizen naar Turkije heeft gemaakt, moeten hiervoor Turkse getuigen worden gehoord? Zo ja, maakt deze opdracht van het gerechtshof Arnhem ook deel uit van de Nederlandse verzoeken om rechtshulp?

Zijn er schriftelijke rechtshulpverzoeken aan Turkije gericht en schriftelijke antwoorden hierop ontvangen? Zo ja, bent u bereid, eventueel vertrouwelijk, inzage te geven in de betreffende rechtshulpverzoeken, alle correspondentie hierover en de reacties van Turkije op deze verzoeken? Zo nee, waarom niet?

Wat is u bekend over het feit dat één van de belangrijkste in opdracht van het gerechtshof Arnhem te horen getuigen, de Turkse politieman Mehmet Korkmaz, die heeft verklaard indertijd het jongetje Mustafa Y. in Demmink’s hotel te hebben afgeleverd, recent is omgekomen bij een mysterieus auto-ongeluk?

Antwoord 5, 6 en 8

Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 1–4 aangaf, treed ik niet naar buiten over de inhoud van lopende onderzoeken van strafrechtelijke aard.

Vraag 7

Heeft de advocaat van de slachtoffers inzage gehad in deze verzoeken en antwoorden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het is de taak van het OM om aangevers te informeren over de stand van zaken en dat is gedaan.


X Noot
1

Trouw, maandag 20 juli 2015, pg. 8.

Naar boven