Vragen van de leden Volp en Jadnanansing (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat scholen steeds vaker een VOG vragen om moeilijke leerlingen te weren (ingezonden 5 januari 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 februari 2016), mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1331.

Vraag 1

Kent u de berichtgeving in de media over scholen die steeds vaker een VOG vragen van hun leerlingen om zo de moeilijke leerlingen te weren?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Op welk onderzoek waar Trouw naar verwijst, wordt gedoeld? Kunt u het onderzoek met een reactie naar de Kamer sturen?

Antwoord 2

Het onderzoek waar Trouw naar verwijst betreft een kwalitatieve verkenning naar de beelden bij jeugdprofessionals en jongeren omtrent de VOG, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VenJ. Onderwijsinstellingen, stagebedrijven en werkgevers zouden steeds vaker een VOG verlangen van studenten en nieuwe werknemers. Ook ging de verkenning in op het ontstaan van deze beelden en de vraag of deze beelden leiden tot het vermijden van een VOG-aanvraag. Met deze verkenning zijn de beelden en ervaringen over de VOG van 73 jeugdprofessionals en 54 risicojongeren opgehaald. Het verslag van de verkenning is als bijlage toegevoegd.

Vraag 3

Is het waar dat uit dat onderzoek blijkt dat jongeren met een strafblad, die hun leven weer op de rails proberen te krijgen, steeds vaker worden beperkt door de eis van scholen om een VOG te overleggen? Zo ja, om hoeveel jongeren gaat het jaarlijks en van welk niveau?

Antwoord 3

Nee, het is niet mogelijk om op basis van deze verkenning uitspraken te doen over of scholen steeds vaker vragen een VOG te overleggen. Het is evenmin mogelijk aan te geven om hoeveel jongeren van welk niveau het gaat. De focus van de verkenning was namelijk gericht op het verkrijgen van kwalitatieve inzichten in de beelden en patronen rond de VOG, die onder jeugdprofessionals en jongeren leven. In de verkenning zijn de beelden van een beperkt aantal respondenten opgehaald en de resultaten zijn niet representatief te noemen voor de gehele populatie.

Vraag 4

Hoeveel scholen vragen op dit moment een VOG van hun leerlingen? Is deze VOG nodig voor toegang tot de school of voor een stageplek?

Antwoord 4

Het is helaas niet mogelijk om een algemene uitspraak te doen over de noodzaak van een VOG voor een stageplek. Een aantal stage-aanbieders kent een wettelijke VOG-plicht voor stagiaires, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Er bestaan geen cijfers van onderwijsinstellingen die hun studenten om een VOG vragen, of personen met een justitieel verleden anderszins ontmoedigen om zich in te schrijven voor een opleiding of studie.

Vraag 5

Is het toegestaan om jongeren op basis van een VOG van een school of opleiding te weren? Zo ja, geldt dat ook voor jongeren die nog leerplichtig zijn? Zo nee, waarom vragen scholen dan toch om een VOG?

Antwoord 5

Zie het antwoord op vraag 9.

Vraag 6

Wat vindt u ervan dat scholen een VOG ge-(of mis-)bruiken om jongeren af te schrikken om onderwijs op die scholen te volgen of de opleiding van hun keuze te volgen?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 9.

Vraag 7

Welke actie gaat u ondernemen om te voorkomen dat jongeren op deze manier worden verstoken van onderwijs?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 9.

Vraag 8

Heeft u de indruk dat (die) scholen voldoende doordrongen zijn van het belang van onderwijs voor jongeren die op een eerder moment in hun leven de mist in zijn gegaan? Zo ja, op basis waarvan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 9.

Vraag 9

Wat wordt gedaan om de jongeren met een strafblad te informeren dat zij mogelijk wel een VOG kunnen krijgen? Welke rol spelen de reclassering en jeugdzorg hierbij?

Antwoord 9

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) maakt een stage een onlosmakelijk onderdeel uit van de opleiding; uw vragen worden in deze beantwoording vanuit dit licht geïnterpreteerd. In het mbo beslist het bevoegd gezag van een instelling over de toelating van een aankomend student. Het is de bedoeling dat iedere toekomstige student die voldoet aan de wettelijke vooropleidingseisen, wordt toegelaten. Het (mogelijk) niet kunnen verkrijgen van een VOG zou geen reden mogen zijn om een jongere bij voorbaat tot een mbo-opleiding te weigeren. Daarnaast kunnen jongeren met justitiële antecedenten in veel gevallen gewoon een VOG krijgen. Als een jongere met een justitieel verleden zich heeft aangemeld bij een instelling, dient de instelling samen met de jongere naar de mogelijkheden te kijken. Dit kan een andere stageplek zijn waarvoor geen VOG-plicht geldt, het verschuiven van de stage naar een later tijdstip, of het (alsnog) samen met de jongere kijken naar een andere opleiding. Juist voor jongeren met justitiële antecedenten is het van belang om naar alternatieven te zoeken en hen de toegang tot onderwijs niet onnodig te belemmeren.

De verkenning heeft aangetoond dat zowel jongeren als jeugdprofessionals de kansen op het krijgen van een VOG te laag inschatten. Daarnaast zou een grote groep jongeren de VOG niet aanvragen uit angst voor een weigering. De omvang van deze groep is niet bekend. Ik neem deze signalen serieus. Ik ben voornemens deze problematiek langs meerdere sporen aan te pakken. Communicatie over de VOG, ondersteuning van lokale initiatieven en nader onderzoek naar de aard en omvang van de problematiek staan daarbij centraal. Een goede samenwerking met onderwijsinstellingen, het lokale bestuur, justitiële ketenpartners, zorgpartners en potentiële werkgevers is hierbij cruciaal. Medio 2016 zal ik uw Kamer per brief informeren over mijn plannen en de vervolgstappen.

Vraag 10

Kan het ook zo zijn dat jongeren besluiten de VOG niet aan te vragen vanwege de kosten? Zo ja, wat is uw mening daarover?

Antwoord 10

Aan het volgen van een opleiding of studie zijn kosten verbonden; zoals schoolgeld, boeken en ander studiemateriaal. Ik verwacht niet dat de kosten van een VOG dusdanig belastend zijn, dat de jongere deze niet aanvraagt. Daarbij zijn veel stage-aanbieders en werkgevers bereid om de VOG-aanvraag voor stagiaires en ander personeel te vergoeden.

Vraag 11

Ziet u meerwaarde van een VOG onder voorwaarden waarbij jongeren die niet in aanmerking zouden komen voor een VOG in specifieke omstandigheden en onder specifieke voorwaarden toch een voorlopige VOG krijgen? Deelt u de mening dat dit een positief effect op de jongeren kan hebben en een stimulans omdat zij zelf verantwoordelijk worden gemaakt voor het behoud van die VOG? Bent u bereid de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken?

Antwoord 11

In 2015 werd 0,30% van de VOG-aanvragen van jongeren onder de 23 jaar geweigerd. Binnen deze leeftijdscategorie werd 185.839 keer een VOG aangevraagd. Van deze aanvragers beschikten 16.594 personen over justitiële antecedenten. In slechts 553 gevallen werd uiteindelijke een VOG geweigerd. Deze weigering geldt alleen voor de specifieke functie waarvoor de VOG is aangevraagd. Ik zie geen oplossing in een voorlopige VOG, maar wel in kennisverbetering van het lokale bestuur, jeugdprofessionals, onderwijsinstellingen en werkgevers en leerbedrijven. Door de kennis over het VOG-instrument te vergroten worden jongeren beter begeleid naar een geschikte functie, passend bij hun profiel. In het antwoord op vraag 9 geef ik aan dat ik ben voornemens ben dit (langs meerdere sporen) vorm te geven.


X Noot
2

VOG: verklaring omtrent gedrag

Naar boven