Vragen van de leden Maij en Yücel (beiden PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de eis van de Turkse justitie van levenslange gevangenisstraf voor twee journalisten (ingezonden 29 januari 2016).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 februari 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat door de Turkse justitie een levenslange gevangenisstraf is geëist tegen twee Turkse journalisten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op dit bericht?

Antwoord 2

De rechter zal zich moeten uitspreken, maar ik vind het een buitengewoon forse aanklacht. Nederland en de EU hechten aan vrijheid van meningsuiting en persvrijheid in Turkije. Dat is een punt waarop Turkije verbetering moet laten zien, en stevige verbetering ook. Het is dan ook niet voor niets dat Nederland dit telkens weer, bilateraal en in EU-verband, in contacten met Turkije opbrengt. Ik onderstreep dat iedereen het recht heeft op een eerlijk en transparant proces.

Vraag 3

Welke redenen heeft het Turkse Openbaar Ministerie om deze journalisten te vervolgen en om zo’n forse straf te eisen? Welke criminele feiten zouden deze journalisten hebben begaan?

Antwoord 3

Beide journalisten worden beschuldigd van het samenzweren tegen de regering, lidmaatschap van een terroristische organisatie en militaire spionage vanwege hun berichtgeving over een rechtszaak betreffende vermeende wapentransporten van de Turkse veiligheidsdienst naar strijdende partijen in Syrië. Voor deze aanklachten hanteert Turkije zijn strenge terrorismewetgeving.

Vraag 4

Hoeveel journalisten zijn er in Turkije onder president Erdogan opgepakt, vervolgd en veroordeeld tot gevangenisstraf? Is hier qua hoeveelheid en ernst een ontwikkeling in te zien?

Antwoord 4

Het afgelopen jaar nam het aantal weer toe, nadat in de jaren daarvoor was afgenomen. Eind december 2015 zaten volgens het Committee to Protect Journalists zeventien journalisten.

Vraag 5, 6, 7

Welke gevolgen hebben deze arrestaties en vervolgingen voor de persvrijheid in Turkije?

Op welke wijze bent u bereid bij de Turkse ambassadeur navraag te doen over deze zaak en hem te wijzen op fundamentele mensenrechten en het belang van persvrijheid daarbij? Kunt u hierbij aandringen op het belang van een eerlijk proces voor de betrokken journalisten?

Deelt u de opvatting dat het voor een kandidaat EU-lidstaat als Turkije onbestaanbaar is om journalisten vanwege politieke redenen te vervolgen? Zo ja, op welke wijze wordt ook in Europees verband bij de Turkse autoriteiten aangedrongen op het waarborgen van de persvrijheid en een eerlijk proces?

Antwoord 5, 6, 7

Nederland en de EU hechten aan vrijheid van meningsuiting en persvrijheid in Turkije. Dat is een punt waarop Turkije verbetering moet laten zien, en stevige verbetering ook. Het is dan ook niet voor niets dat Nederland dit telkens weer, bilateraal en in EU-verband, in contacten met Turkije opbrengt.

Ik onderstreep dat iedereen het recht heeft op een eerlijk en transparant proces.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Bommel (SP), ingezonden 29 januari 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1473).

Naar boven