Vragen van het lid Bosma (PVV) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over het online platform voor «vluchtelingen» dat de publieke omroep wil beginnen
(ingezonden 18 december 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
5 februari 2016).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Videodienst. Publieke omroepen willen een Netflix beginnen
voor vluchtelingen»?1
Vraag 2
Klopt het dat videodienst «Net in Nederland» een kostbaar platform wordt, zelfs als
van bestaand materiaal gebruik wordt gemaakt, in verband met vertalingen en aanpassingen
in het kader van de toegankelijkheid? Wat zijn de geschatte kosten van het platform?
Antwoord 2
Een aantal publieke omroepen overweegt om gezamenlijk een multimediaal platform in
de vorm van een experimenteel aanbodkanaal te beginnen voor nieuwkomers in Nederland.
Bij de ontwikkeling hiervan wordt zoveel mogelijk aangesloten bij reeds bestaande
technische voorzieningen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van bestaand audiovisueel
materiaal dat wordt ondertiteld. De kosten bedragen derhalve vooral kosten voor ondertiteling.
De kosten van dit platform worden op jaarbasis geschat op € 320.000. Eenmalig zal
een vergelijkbaar bedrag worden geïnvesteerd voor de ontwikkeling van dit platform.
Vraag 3
Op basis van welk artikel uit de Mediawet maakt, bewerkt of ontsluit de publieke omroep
programma’s voor mensen van wie ook nog niet bepaald is of ze wel in Nederland mogen
blijven? Vindt u dat het een taak van de publieke omroep is om een dergelijk platform
te beginnen?
Antwoord 3
Het beoogde platform start, als daartoe wordt besloten, als experimenteel aanbodkanaal.
Het verzorgen van een experimenteel aanbodkanaal moet vallen binnen de publieke mediaopdracht
zoals vastgelegd in artikel 2.1 van de Mediawet. Volgens dit artikel is de media-opdracht
gericht op het bieden van mediadiensten op landelijk, regionaal en lokaal niveau.
De publieke omroep moet voorafgaand aan de start van het experiment zelf uitleggen
dat dit past binnen de publieke media-opdracht.
Vraag 4
Klopt het dat de publieke omroep onderzoek heeft gedaan naar de herkomst van vluchtelingen
ten behoeve van het «online platform voor nieuwkomers»? Zo ja, wat waren de bevindingen,
op welke etnische groepen en op welke herkomstlanden wil de publieke omroep zich gaan
richten? Met welke talen wil de publieke omroep rekening houden? Passen deze bevindingen
bij het beeld van de «vluchtelingen» dat de publieke omroep momenteel aan het Nederlandse
publiek laat zien? Hoe beoordeelt u dit?
Antwoord 4
Enkele omroepen hebben gezamenlijk een haalbaarheidsonderzoek laten doen naar een
multimediaal platform voor nieuwkomers in Nederland. Voor mij is bepalend wat de publieke
omroep uiteindelijk gaat doen, en of dit valt binnen de kaders van de Mediawet 2008.
Ik onthoud mij daarom van commentaar op de haalbaarheidsstudie.
Vraag 5
Klopt het dat «Net in Nederland» tips gaat geven aan migranten waarmee ze makkelijker
door de asielprocedure kunnen komen? Wat vindt u hiervan?
Antwoord 5
Het is mij niet bekend dat er plannen bestaan om dergelijke tips te geven.
Wel is er het idee om via het beoogde aanbodkanaal feitelijke informatie te bieden
over de asielprocedure.
Vraag 6
Wilt u direct een streep door dit bizarre initiatief van de publieke omroep zetten?
Zo nee, waarom niet? Kunt u verder garanderen dat er geen subsidies beschikbaar gesteld
worden voor dit project?
Antwoord 6
Voor mij is de vraag van belang of het beoogde aanbodkanaal past binnen de wettelijke
kaders. Voor het starten van een experimenteel aanbodkanaal is geen toestemming vooraf
nodig, maar moet de publieke omroep wel uitleggen hoe dit kanaal past binnen de publieke
mediaopdracht.
Mocht besloten worden tot lancering van dit experimentele aanbodkanaal, dan zal de
NPO overeenkomstig het Mediabesluit 2008 vooraf nadere informatie bekend maken over:
-
– de positie van het experiment binnen de publieke mediaopdracht;
-
– de doelstellingen van het experiment, waaronder het beoogde publieksbereik, de doelgroepen
en de behoeften van het publiek; en
-
– de duur en wijze van financiering van het experiment en de manier waarop het experiment
wordt geëvalueerd.
De duur van het experiment is overeenkomstig het Mediabesluit beperkt tot een looptijd
van maximaal één jaar. De financiering vindt voor het overgrote deel plaats uit bijdragen
uit de eigen middelen van de deelnemende omroepen.
X Noot
1«Videodienst. Publieke omroepen willen een Netflix beginnen voor vluchtelingen», NRC-Handelsblad,
14 december 2015