Vragen van de leden Kerstens en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Netbeheerder Alliander gunt top een graaisalaris» (ingezonden 18 augustus 2015)

Nader antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 26 januari 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Netwerkbeheerder Alliander gunt top een graaisalaris»?1

Vraag 2

Herinnert u zich de vragen over de topinkomens bij Alliander van 28 maart 2014 als ook uw antwoorden d.d. 17 april 2014 daarop?2

Vraag 3

Deel u de mening dat deze netbeheerder wat betreft arbeidsmarktpositie zich niet onderscheidt van andere netbeheerders of andere werkgevers in de (semi-)publieke sector? En deelt u de mening dat het argument dat voor een salaris dat op de Wet normering topinkomens (WNT)-norm ligt geen geschikte bestuurders zouden kunnen worden gevonden, niet waar is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en waarin zit in deze het verschil tussen Alliander en de overige instellingen die onder de WNT vallen? En zo nee, hebt u dan de indruk dat netbeheerders die zich wel aan de WNT-norm houden slecht worden bestuurd?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het er hier alle schijn van heeft dat Alliander een constructie heeft opgetuigd met geen ander doel dan de Wet Normering Topinkomens, en dus het daarin genoemde maximum inkomen voor bestuurders, te omzeilen en er dus sprake is van een zogenaamde «schijnconstructie»? Zo ja, wat gaat u daar aan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat, voorzover niet sprake is van handelen in strijd met de Wet Normering Topinkomens, dan toch in ieder geval in strijd met de geest van de wet wordt gehandeld? Zo ja, wat gaat u daar aan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat een eventuele maas in de wet in dezen zo snel mogelijk moet worden gedicht? Zo ja, op welke wijze en hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Ziet u kansen om het hier aan de orde zijnde handelen in strijd met letter en/of geest van de wet, eventueel met behulp van de diverse (overheids-)aandeelhouders van Alliander, aan te pakken? Zo ja, welke kansen ziet u en gaat u daartoe actie ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Ziet u andere mogelijkheden, dan wel bent u bereid om die te onderzoeken, om ervoor te zorgen dat Alliander zich gaat gedragen naar in ieder geval de geest van de wet? Zo ja, welke mogelijkheden dan wel, en op welke termijn? Bent u ook bereid deze mogelijkheden actief te benutten? Zo nee, waarom niet?

Nader antwoord

In de antwoorden op vragen van de leden Kerstens en Mei Li Vos (beiden PvdA) over het bericht «Netbeheerder Alliander gunt top een graaisalaris» heb ik aangekondigd dat de Eenheid toezicht WNT van mijn ministerie een nader onderzoek zou starten naar wie gedurende het jaar 2014 feitelijk leiding gaf aan de organisatie en voor de toepassing van de Wet normering topinkomens (WNT) als topfunctionaris moet worden aangemerkt. Met deze brief informeer ik u over de bevindingen van het onderzoek.

Ingevolge de wetgeving omtrent een onafhankelijk netbeheer is het Nuon-concern in 2009 gesplitst in een productiebedrijf (Nuon), een netwerkbedrijf (Alliander) en een netbeheerder (Liander). Op netbeheerders zoals Liander is de WNT van toepassing.

Sinds de splitsing werd Liander in deeltijd bestuurd door de voorzitter van de Raad van Bestuur van Alliander. Deze combinatie van verantwoordelijkheden is per 19 mei 2014 beëindigd met de benoeming van een afzonderlijke bestuurder voor Liander. Uit het onderzoek is gebleken dat de besturing van netbeheerder Liander, waarop de WNT van toepassing is, sinds deze datum formeel en materieel is gescheiden van de besturing van Alliander. Doordat deze scheiding volgens het onderzoek daadwerkelijk is gebleken, kunnen de leden van de Raad van Bestuur van Alliander als zodanig niet worden aangemerkt als topfunctionaris van Liander en wordt hun bezoldiging vanaf 19 mei 2014 formeel niet meer door de WNT genormeerd.

De voorzitter van de Raad van Bestuur van Alliander was in de periode 1 januari 2013 (datum inwerkingtreding WNT) tot 19 mei 2014 tevens bestuurder van Liander en topfunctionaris in de zin van de WNT. Zijn bezoldiging in deze periode overschreed het WNT-maximum, maar werd beschermd door het overgangsrecht. De bezoldiging van de in 2014 aangetreden nieuwe bestuurder van Liander overschrijdt het wettelijke bezoldigingsmaximum niet. Er is geen grond om te concluderen dat de WNT door Liander niet wordt nageleefd.

Alle aandelen van Alliander zijn direct of indirect in handen van Nederlandse provincies en gemeenten. De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland, Friesland en Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Daarmee is Alliander onmiskenbaar een overheidsbedrijf waarmee de behartiging van een publiek belang wordt gediend. De WNT is echter niet op Alliander van toepassing omdat overheidsdeelnemingen in NV’s en BV’s (in algemene zin) door de wetgever bewust buiten de reikwijdte van de wet zijn gehouden. De gedachte hierachter was dat de overheid via de lijn van het aandeelhouderschap de beloning kan beïnvloeden. Ik zou het dan ook wenselijk vinden dat de decentrale overheden zich als aandeelhouders op dit punt expliciet uitspreken en ik zou me kunnen voorstellen dat zij ervoor kiezen bij dit overheidsbedrijf de geldende WNT-normering voor de (semi)publieke sector te gaan hanteren.

Uit de evaluatie van de WNT is gebleken dat er in de uitvoering geregeld discussies over de reikwijdte zijn ontstaan. Deze discussies richten zich vaak op concerns, verhoudingen binnen concerns en verhoudingen met derden. Ook een aantal aan decentrale bestuursorganen verbonden partijen sprong daarbij in het oog. In het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de WNT, dat ik u in december jl. toezond (Kamerstuk 34 366, nr. 1) heb ik aangegeven de institutionele reikwijdte van de WNT te zullen herzien en met name ten aanzien van concerns te verhelderen welke functionarissen aan de normstelling onderworpen zijn. Daarbij zal ik bijzondere aandacht schenken aan de toepassing van de WNT-normering bij (onder meer) concernverhoudingen zoals in het geval van Alliander en Liander en aan andere overheidsbedrijven van gemeenten en provincies.

Bij de aanbieding van de wetsevaluatie heb ik reeds toegezegd dat ik de Kamer zal informeren over de voortgang van de implementatie van de verbetermaatregelen, waarvan het aanscherpen van de institutionele reikwijdte van de WNT er één is. Later dit jaar zal ik de Kamer nader informeren over de implementatie daarvan.

Naar boven