Vragen van de leden JanVos, Van Dekken en Nijboer (allen PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over de gelijke behandeling van aardbevingsschade in alle gemeenten (ingezonden 3 december 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 25 januari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 940.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de uitspraken van burgemeester Smit van Oldambt over het in te stellen onderzoek van de Nationaal Coördinator Groningen naar de situatie in Delfzijl?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5

Is het waar dat in de dorpen van de gemeente Oldambt een vergelijkbare situatie is als die in de dorpen in de gemeente Delfzijl, een paar kilometer verderop?

Is het waar dat in dorpen als Nieuwolda, ’t Waar en Nieuw-Scheemda dezelfde schade voorkomt als in de dorpen van de gemeente Delfzijl?

Is het waar dat de omstandigheden, zoals de ondergrond, daar hetzelfde zijn?

Is het waar dat de afwikkeling van de schade daar even gebrekkig verloopt als in de gemeente Delfzijl?

Kunt u met de Nationaal Coördinator Groningen in overleg treden, en hem verzoeken om zijn onderzoek uit te breiden naar het hele gebied?

Antwoord 2, 3, 4, 5

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) start in het eerste kwartaal van dit jaar met een onderzoek naar de oorzaken van de hoge percentages schadegevallen die gelokaliseerd zijn aan de randen van het aardbevingsgebied. Hieronder vallen ook de gemeenten die in de vragen worden genoemd. De NCG heeft de burgemeester van Oldambt hierover geïnformeerd.


X Noot
1

RTN Noord, «Frustratie in Oldambt: waarom Woldendorp wel en Nieuwolda niet?», 1 december 2015

Naar boven