Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over scholen die geld oppotten (ingezonden 23 december 2015).

Mededeling van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 22 januari 2016).

Vraag 1

Is het waar dat schoolbesturen het overgrote deel van het geld van het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord (2013) op de bank hebben gezet en dat slechts een klein deel naar de klas is gegaan?1

Vraag 2

Is inderdaad bijna 1 miljard euro door schoolbesturen opgepot?2

Vraag 3

Erkent u dat de doelstelling uit het Nationaal Onderwijsakkoord om 3.000 jonge leraren in dienst te houden of in dienst te nemen, niet is gehaald? Zo nee, op welke manier kunt u aantonen dat deze doelstelling wel is gehaald?

Vraag 4

Deelt u de mening dat schoolbesturen de vrijheid hebben om dit soort doelstellingen te negeren, vanwege de zogenaamde lumpsumfinanciering? Vindt u dat deze situatie recht doet aan een goede democratische controle op besteding van overheidsmiddelen? Bent u bereid om de lumpsumfinanciering opnieuw tegen het licht te houden?

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het onderzoek van de VO-Raad, waarin wordt gesteld dat schoolbesturen in het voortgezet onderwijs de extra 65 miljoen euro uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) hebben ingezet voor jonge docenten? Deelt u de mening dat dit onderzoek niet in overeenstemming is met de conclusies van de Inspectie? Kunt u uw antwoord toelichten?3

Vraag 6

Hoe ver bent u met de uitvoering van de motie van de leden Jasper van Dijk en Ypma, die stelt dat schoolbesturen inzichtelijk moeten maken hoeveel leraren er in het afgelopen jaar zijn bijgekomen?4

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de conclusie in het artikel in de Groene Amsterdammer, waarin staat dat Nederlandse universiteiten «grote risico’s lopen bij hun gedane vastgoedinvesteringen en bij de bouwplannen die nog op de rol staan»?5

Vraag 8

Hoe verklaart u dat men in bovengenoemd artikel spreekt van «dertien Nederlandse universiteiten die momenteel voor zo’n zes miljard aan vastgoedplannen op de rol hebben staan», terwijl de Inspectie meldt dat «twaalf van de achttien universiteiten in hun jaarverslag over 2013 hebben aangegeven dat zij de komende jaren (...) een bedrag van circa 1,25 miljard euro investeren in vastgoed»? In hoeverre zijn de conclusies van de Inspectie correct?

Vraag 9

Hoe ver bent u met de uitvoering van de motie van het lid Jasper van Dijk, waarin wordt verzocht een overzicht te verschaffen van de vastgoedlasten en financiële risico’s van de afzonderlijke instellingen in het hoger onderwijs?6

Mededeling

Voor de beantwoording van de vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten (ingezonden 23 december met kenmerk 2015Z25248) is meer tijd nodig dan de gestelde termijn van drie weken. U ontvangt deze antwoorden zo spoedig mogelijk.


X Noot
1

De financiële situatie in het onderwijs 2014. Inspectie van het Onderwijs, december 2015.

X Noot
2

NRC Handelsblad, 21 december 2015

X Noot
4

Kamerstuk 34 300 VIII, nr. 17

X Noot
5

«De Bouwwoede van de universiteiten. De campus-economie», De Groene Amsterdammer, 10 december 2015

X Noot
6

Kamerstuk 31 288, nr. 451

Naar boven