Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de winstuitkering aan deurwaarders (ingezonden 14 december 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 januari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1066.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de winstuitkering aan deurwaarderskantoren door het eigen automatiseringsbedrijf Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met de constructie die de automatiseringsdochter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), de SNG, hanteerde door eerst teveel kosten in rekening te laten brengen bij de klanten van de gerechtsdeurwaarders en vervolgens het teveel aan betaalde kosten te restitueren? Zo ja, wat heeft u gedaan toen u hiervan op de hoogte was? Zo nee, wat vindt u van deze constructie?

Antwoord 2

Ja, ik heb mij hierover laten informeren door de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Ik acht deze werkwijze niet correct. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is, zowel in antwoord op eerdere Kamervragen2 als in zijn brief van 8 juli 20153 aan uw Kamer, reeds uitvoerig op deze kwestie ingegaan. Deze werkwijze is op initiatief van de KBvG vanaf het jaar 2012 terecht aangepast. De Staatssecretaris heeft in vorenbedoelde antwoorden op Kamervragen een uiteenzetting gegeven over de financiële aspecten van de nieuwe gedragslijn. Ik heb expliciet geïnformeerd hoe lang deze werkwijze heeft bestaan, wat de KBvG hiertegen heeft ondernomen en in hoeverre deze problematiek zich nog steeds kan voordoen. De KBvG heeft mij hierover als volgt bericht.

Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG) is een aan de KBvG gelieerde non-profit organisatie die beveiligde elektronische communicatie en informatie-uitwisseling initieert en faciliteert. De informatie-uitwisselingen zijn in de wet geregeld. SNG faciliteert de informatie-uitwisseling tussen voornamelijk gerechtsdeurwaarders en gemeenten en waterschappen enerzijds en onder meer de basisregistratie personen (BRP), UWV Polis, RDW, Belastingdienst, werkgevers en uitzendorganisaties anderzijds.

SNG brengt voor ieder bericht dat door de gerechtsdeurwaarder (en overige deelnemers) wordt opgevraagd een berichtprijs in rekening. Vóór 1 januari 2012 werd een voorschot in rekening gebracht en werd, na afloop van het kalenderjaar, de definitieve kostprijs per bericht berekend. Dit kon resulteren in een terugstorting aan de klanten van SNG van eventueel teveel betaalde gelden.

Nadat de KBvG in 2012 hierover het gesprek met de SNG is aangegaan brengt de SNG de daadwerkelijke kostprijzen per bericht in rekening aan de gerechtsdeurwaarder.

Daarnaast zijn de statuten van de SNG na 2012 zodanig aangepast dat de SNG in het vervolg zijn begroting moet laten goedkeuren door de KBvG. De KBvG waarborgt op deze wijze dat de door de SNG ingeschatte bevragingen die op de begroting voorkomen, realistisch zijn en niet leiden tot een onterechte groei van het eigen vermogen.

Vraag 3, 4

Is het waar dat alle gerechtsdeurwaarders deze restitutie, tegen de regels in, in eigen zak hebben gestoken? Is het waar dat deze constructie alleen in de periode tussen 2007 en 2012 is gehanteerd? Zo nee, wat is niet waar en hoe zit het dan wel?

Deelt u de mening dat de gerechtsdeurwaarders deze teveel betaalde kosten hadden moeten teruggeven aan hun klanten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u de mening dat de klanten, in principe, een vordering hebben op de gerechtsdeurwaarders en derhalve deze teveel betaalde kosten terug kunnen vorderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3, 4

Zoals hiervoor uiteengezet, zijn de prijzen van berichten tot en met het jaar 2011 op basis van een begroting vooraf betaald door de gerechtsdeurwaarders aan de SNG. Hetgeen na vaststelling van de definitieve berichtprijs teveel betaald bleek te zijn, is terugbetaald aan de gerechtsdeurwaarders en de overige aangeslotenen bij de SNG. Jaarlijks werd op deze wijze in die periode gemiddeld circa 500 euro per gerechtsdeurwaarder terugbetaald.

Indien met « klanten» de opdrachtgevers worden bedoeld: tussen opdrachtgever en gerechtsdeurwaarder bestaat contractsvrijheid en het staat een gerechtsdeurwaarder dan ook vrij om in die zakelijke handelsrelatie een opslag op de gemiddelde kosten door te berekenen.

De kosten van een ambtshandeling – waaronder bijvoorbeeld een bevraging bij een basisregistratie – worden in rekening gebracht bij de debiteur tegen wie de ambtshandeling zich richt. Of sprake is geweest van destijds teveel betaalde kosten zou per ambtshandeling bezien moeten worden. Bovendien zou per ambtshandeling eerst gekeken moeten worden of een debiteur daadwerkelijk alle kosten van ambtshandelingen voldaan heeft. Dit is een praktisch onuitvoerbare historische exercitie, nu het gaat om circa 3 miljoen ambtshandelingen op jaarbasis.

Van belang is dat het hier een zeer gering gedeelte van het bevragingsbedrag per geval betreft, nu het een jaarlijkse restitutie van gemiddeld 500 euro per gerechtsdeurwaarder betreft, afgezet tegen een groot aantal ambtshandelingen. Vooral is van belang dat op basis van de informatie van de KBvG vastgesteld kan worden dat deze werkwijze sinds 2012 tot het verleden behoort.

Vraag 5

Is het waar dat de SNG nog steeds te hoge tarieven in rekening brengt? Zo ja, wat is uw mening hierover? Zo nee, wat is er anders geworden sinds 2012?

Antwoord 5

Nee, de bedoelde werkwijze is op initiatief van de KBvG vanaf het jaar 2012 aangepast. Zoals gezegd heeft de Staatssecretaris in zijn antwoord op eerdere Kamervragen van 29 juni 20154 een nadere uiteenzetting gegeven ten aanzien van de financiële aspecten van de nieuwe gedragslijn. De tarieven van de verschotten in relatie tot de tarieven van de ambtshandelingen zullen overigens worden betrokken in het onderzoek van het WODC dat onlangs van start is gegaan.


X Noot
1

FD, 7 december 2015

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2716

X Noot
3

Kamerstuk 34 000 VI, nr. 101

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, Aanhangsel nummer 2716

Naar boven