Vraag 2, 3, 4, 5
Kunt u bevestigen dat, op grond van artikel 9 lid 3 van het Besluit beheer en schadebestrijding
dieren, het gebruik van klemmen voor deze diersoorten illegaal is? Zo ja, hoe gaat
u tegen het gebruik en de verkoop ervan optreden? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat klemmen zeer dieronvriendelijk zijn en dat dieren vaak een zeer pijnlijke
dood sterven in een klem? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat klemmen niet soort-specifiek zijn, en dat daardoor niet te voorkomen
is dat beschermde dieren worden gevangen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat niet-specifieke en dieronvriendelijke vangmiddelen zoals klemmen
niet zouden moeten worden toegestaan? Zo ja, hoe bent u van plan u daarvoor in te
zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Het gebruik van wildvallen is onwenselijk. Niet alleen vormt het gebruik van deze
niet-selectieve vangmiddelen een bedreiging voor de staat van instandhouding van soorten
van in het wild levende dieren, maar ook kan het dierenwelzijn als gevolg van het
gebruik hiervan in het geding zijn. De Europese regelgeving (Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn)
voorziet daarom in een verbod op het gebruik van deze middelen, met een mogelijkheid
dat de bevoegde autoriteit onder strikte voorwaarden uitzonderingen op het verbod
kan toestaan.
Het gebruik van wildklemmen is verboden door het verbod op het gebruik van aselectieve
vangmiddelen, zoals klemmen (artikelen 15a en 15b van de Flora- en faunawet). Bij
het verlenen van een ontheffing van soortenbeschermingsverboden voor populatiebeheer
(artikel 68 van de Flora- en faunawet) kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen
van het verbod op het gebruik van aselectieve vangmiddelen. Hetzelfde geldt voor de
door de Minister van Economische Zaken te verlenen ontheffingen (artikel 75 van de
Flora- en faunawet). Het gebruik is derhalve verboden, maar kan onder incidentele
omstandigheden, waaronder schadebestrijding of met het oog op de volksgezondheid,
door de overheid worden toegestaan bij ontheffing.
In artikel 9, derde lid, van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren is geregeld
dat het gebruik van klemmen wel is toegestaan voor het vangen of doden van mollen,
veldmuizen, bosmuizen, huismuizen, woelratten, bruine ratten, zwarte ratten, muskusratten
of beverratten.
Met het oog op een goede handhaving van het verbod op het gebruik van deze middelen
is in artikel 11, tweede lid, van de Flora- en faunawet voorzien in een aanvullend
verbod voor een ieder om zich met dergelijke, bij algemene maatregel van bestuur aan
te wijzen middelen te bevinden buiten gebouwen. In artikel 11, tweede lid, van het
Besluit beheer en schadebestrijding dieren zijn klemmen, vallen en vangkooien aangewezen.
Bij het verlenen van een ontheffing van soortenbeschermingsverboden voor populatiebeheer
(artikel 68 van de Flora- en faunawet) kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen
van dit verbod. Hetzelfde geldt voor de door de Minister van Economische Zaken te
verlenen ontheffingen (artikel 75 van de Flora- en faunawet). Het buiten gebouwen
onder zich hebben is dus verboden, maar kan onder incidentele omstandigheden door
de overheid worden toegestaan bij ontheffing.
Door dit verbod hoeft niet te worden afgewacht tot het gebruik van het middel op heterdaad
wordt vastgesteld en kan er preventief handhavend worden opgetreden. Wanneer iemand
zich buiten bevindt met een dergelijk middel bij zich zonder ontheffing, kan daartegen
worden opgetreden.
Tegen die achtergrond voorziet de Flora- en faunawet niet in een verbod op het verhandelen
van deze middelen. Iemand die een dergelijk middel koopt zal het middel, om het te
kunnen gebruiken, naar buiten moeten brengen. Dat enkele feit is strafbaar.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat, op grond van artikel 5 van de Vogelrichtlijn, het vangen van
beschermde vogels verboden is? Zo ja, hoe gaat u tegen het gebruik en de verkoop van
dit soort vangmiddelen optreden? Zo nee, waarom niet?