Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de psychotherapeute die een relatie heeft met een gedetineerde (ingezonden 2 september 2015)

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 september 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht «Alarm om relatie psychotherapeute met gedetineerde»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat het personeel van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) woedend is dat een psychotherapeute al jaren in de kliniek werkt, terwijl ze een relatie heeft gehad met een gedetineerde en zelfs met hem getrouwd is geweest?

Antwoord 2

Nee, van woede onder het NIFP-personeel is mij niets bekend. Overigens is de persoon in kwestie de afgelopen tien jaar niet als psychotherapeute werkzaam geweest in de psychiatrische observatiekliniek van het NIFP, het Pieter Baan Centrum (PBC). De betreffende psychotherapeute is niet in vaste dienst bij het NIFP. Zij stelt als freelancer pro Justitia rapportages op.

Vraag 3

Hoe kan het dat deze psychotherapeute, die als gedragskundige criminelen moet beoordelen op psychische aandoeningen, ieder jaar weer door strenge testen heen komt die moeten bepalen of de persoonlijke leefsituatie van medewerkers een beletsel vormen voor hun functioneren?

Antwoord 3

Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) toetst de vakbekwaamheid van de gerechtelijke deskundigen conform de geldende richtlijnen. Psychologen werken tevens volgens de beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) waarin onafhankelijkheid en objectiviteit centraal staan. Zij dienen professionele en niet-professionele rollen strikt gescheiden te houden, zodat die elkaar niet kunnen beïnvloeden. Zo wordt geborgd dat zij een professionele afstand tot de betrokkene bewaren en de belangen van de betrokkene niet schaden. De psychotherapeute heeft gehandeld conform de richtlijnen en de beroepscode. Daarom is er voor het NIFP geen aanleiding om haar integriteit ter discussie te stellen.

Vraag 4

Deelt u de mening, zeker nu collega’s van de psychotherapeute de noodklok luiden, dat een dergelijke (ex-)relatie invloed kan hebben op de professionaliteit en de mate waarin iemand chantabel is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, die mening deel ik niet. De betrokkene is werkzaam als freelance rapporteur en niet in vaste dienst bij het NIFP. Zij heeft de laatste tien jaar niet meer gewerkt voor het PBC. Van enige onrust of het luiden van een «noodklok» bij het PBC personeel zijn bij mij geen signalen bekend.

Betrokkene heeft de relatie destijds (tien jaar geleden) zelf gemeld, conform de gedragscode van het NRGD. Met haar zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van haar werkzaamheden in verband met deze ex-relatie. Zo is afgesproken dat zij geen pro Justitia rapportages meer verricht in die delen van het land waar haar ex-man verblijft en geen onderzoeken verricht in de PI waar hij zich bevindt. Deze transparantie in combinatie met de genomen voorzorgsmaatregelen bieden voldoende garantie voor haar professionaliteit en integriteit.

Vraag 5

Zo ja, is het in dat kader niet vreemd dat er geen gevolgen zijn geweest voor de betreffende psychotherapeute die zelfs haar jawoord gaf in de gevangenis aan de man die haar ex ooit achtervolgde met traangas, stroomstootwapens en 16 maal op haar ex in stak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Er zijn wel degelijk gevolgen geweest voor betrokkene. Om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen zijn voorzorgsmaatregelen genomen. Er is afgesproken dat zij niet meer ingezet zal worden in die delen van het land waar haar ex-man verblijft en dat ze geen mensen zal onderzoeken die in dezelfde PI verblijven als haar ex-man.

Vraag 6 en 7

Deelt u de mening dat er geen sprake is van belangenverstrengeling? Zo ja, waar baseert u dat op, gelezen het voorgaande?

Zo nee, zijn er maatregelen getroffen om belangenverstrengeling te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 en 7

Zie de antwoorden op vraag 4 en 5. De professionaliteit van de betreffende psychotherapeute staat volgens het NIFP niet ter discussie en heeft dat ook nooit gestaan.

Vraag 8

Welke maatregelen gaat u nemen om de onrust onder collega’s weg te nemen?

Antwoord 8

Geen enkele. De betreffende psychotherapeute heeft als freelance rapporteur geen collega’s bij het NIFP. Van onrust zijn zoals reeds gezegd mij geen signalen bekend. Ik zie dan ook geen reden om verdere maatregelen te nemen.

Vraag 9

Hoe vaak komen dit soort relaties op het werk voor bij het NIFP, maar ook in de rest van het gevangeniswezen en hoe wordt daar mee om gegaan? Kunt u de Kamer hiervan op de hoogte stellen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Dergelijke relaties komen incidenteel voor. Relaties tussen Rijkspersoneel en gedetineerden zijn in beginsel niet toegestaan. Zij dienen te allen tijde gemeld te worden. Vervolgens worden passende maatregelen genomen, zoals beschreven in de antwoorden op vraag 4 en 5.


X Noot
1

Telegraaf, 1 september 2015

Naar boven