Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «Deskundigen zetten vraagtekens bij KNMI-kaart» (ingezonden 11 november 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 18 januari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Deskundigen zetten vraagtekens bij KNMI-kaart»1 en het achterliggende artikel «Conflict over versterkingsopgave Groningen» van Cobouw?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de nieuwe Peak Ground Acceleration-kaart (PGA-kaart) van oktober 2015 van het KNMI gebaseerd is op de resultaten van een ander rekenmodel en andere data dan de oude PGA-kaart? Kun u dit toelichten?

Antwoord 2

In de PGA-kaart van oktober 2015 zijn nieuwe meetgegevens van de Groningse ondergrond verwerkt. Het vorige model was grotendeels gebaseerd op gegevens van aardbevingen elders in Europa, omdat de metingen uit Groningen alleen – toen – nog onvoldoende beperkingen oplegden aan het model. Het nieuwe model is uitsluitend gebaseerd op metingen uit Groningen. Hierdoor zijn de onzekerheden verkleind.

Vraag 3, 4, 5

Bent u bekend met de bezwaren van deskundigen over het gebruik van de nieuwe PGA-kaart? Wat is uw mening hierover?

Bent u van mening dat deze nieuwe PGA-kaart een te rooskleurig beeld van de situatie geeft?

Is het waar dat het kwetsbare gebied minder groot is en de verwachte bevingen minder sterk zijn volgens de nieuwe PGA-kaart?

Is het mogelijk dat deze nieuwe PGA-kaart de versterkingsopgave en daarmee de financiële aspecten, onderschat? Zo ja, waarom?

Antwoord 3, 4, 5

De NEN-commissie heeft de bruikbaarheid van de KNMI-kaart (versie 1 oktober 2015) in hun commissie onderzocht. Voor de specifieke toepassing van deze PGA-kaart bij NPR zijn aanvullende berekeningen nodig. Voor het gebruik van de PGA-kaart voor het toetsen van bouwwerken en het ontwerpen van versterkingsmaatregelen is het namelijk van belang modelonzekerheden te kwantificeren, meerdere typen modellen te beschouwen en een mogelijke toename/verschuiving van de dreiging in de toekomst op een adequate wijze in rekening te brengen.

De nieuwe PGA-kaart is het resultaat van voortschrijdend inzicht. De onderliggende methodiek volgt internationale standaarden en is volgens deze standaarden gereviewd. De nieuwe PGA-kaart van het KNMI geeft minder hoge versnellingen.

De PGA-kaart van het laatste NAM-model is terug te vinden in de rapportage (Hazard and Risk Assessment for Induced Seismicity in Groningen, interim- Update November 2015) zoals die op 7 november 2015 aan mij is aangeleverd en als bijlage 5 van mijn brief van 18 december jl. aan uw Kamer is gestuurd.

Het verschil tussen de kaarten van NAM en het KNMI ligt in de methodiek en niet in verschil van wetenschappelijk inzicht. De PGA-kaart van het KNMI is gebaseerd op statistiek en de PGA-kaart van NAM op de productie en de reactie van de ondergrond daarop. Beide methodieken hebben hun eigen waarde, en zijn beide nodig voor wederzijdse verificatie. SodM geeft in haar advies van december 2015 aan de door NAM ontwikkelde productie gestuurde methodiek te prefereren. Om de onafhankelijkheid van deze productie gestuurde methodiek voor de PGA-kaart te borgen, ben nu ik in gesprek met SodM, TNO en KNMI om te bezien hoe dit op korte termijn (voor 1 april 2016) vorm kan krijgen.

Vraag 6

Is het waar dat dit in de versterkingsopgave tot een verschil van miljoenen, misschien wel miljarden euro’s kan leiden?

Antwoord 6

De PGA-kaart is een van de elementen om het risico voor de bewoners in Groningen te berekenen. De feitelijke versterkingsopgave wordt bepaald op basis van het risico en de gegeven veiligheidsnorm van 10-5. Alle gebouwen moeten op deze veiligheidsnorm van 10-5 wordt gebracht, ongeacht de kosten die daaraan verbonden zijn.

Vraag 7

Is het waar dat de Nationale Praktijk Richtlijn (NPR) voor aardbevingsbestendig bouwen niet wordt opgenomen in het Bouwbesluit? Zo ja, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, de inzet is om de NPR op te nemen in de bouwregelgeving.

Vraag 8

Staat in het Tweede advies van de commissie Meijdam3 4 naar uw mening «de veiligheid van de Groningers voorop»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8

De commissie gaat uitvoerig in op de veiligheidsnormen die behoren te gelden voor de risico’s van geïnduceerde aardbevingen. De commissie heeft als uitgangspunt genomen dat de bewoners van Groningen niet aan hogere risico’s blootgesteld mogen worden dan mensen elders in het land, en dat uitgangspunt heb ik overgenomen. Verder adviseert de commissie om niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor bestaande bouw direct een vaste veiligheidsnorm te bepalen (10-5). Deze norm heb ik overgenomen. De achterliggende gedachte van de commissie is dat de bewoners van Groningen ten principale moeten weten waar ze aan toe zijn, dus niet pas wanneer de omvang van de versterkingsopgave bekend is. De commissie adviseert om tijdelijk een veiligheidsniveau tussen 10-4 en 10-5 toe te laten, mits de desbetreffende bouwwerken binnen een redelijke termijn op de norm van 10-5 zijn gebracht. Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 18 december jl. heb ik deze termijn vastgesteld op vijf jaar.

Vraag 9

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het nog te plannen plenaire debat over Groningen?

Antwoord 9

Ja.


X Noot
3

Commissie Meijdam – Tweede advies Omgaan met hazard- en risicoberekeningen in het belang van handelingsperspectief voor Groningen Adviescommissie «Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen»

X Noot
4

«De Commissie Meijdam, die Minister Kamp adviseert over de te gebruiken bouwnormen in het aardbevingsgebied, stelde vorige week voor om de KNMI-kaart te gebruiken tot in elk geval 1 januari 2017.» – Uit: Conflict over versterkingsopgave Groningen – Cobouw http://www.cobouw.nl/artikel/1604706-conflict-over-versterkingsopgave-groningen

Naar boven