Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Economische Zaken over mogelijke aardbevingen bij Langelo door uitbreiding van de gasopslag in gasveld Norg (ingezonden 12 november 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 18 januari 2016)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Frustraties groeien rond gasopslag bij Langelo»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Waarom zijn de inwoners tot op heden niet geïnformeerd over de vergroting van de gasopslag, terwijl daar wel op is aangedrongen, bijvoorbeeld via een brief van de gedeputeerde staten in Drenthe? Waarom zijn bewoners niet geïnformeerd, laat staan betrokken bij de besluitvorming, terwijl de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft geadviseerd2 om complexe en onzekere risico’s als uitgangspunt te nemen van het handelen van partijen en om de communicatie richting bewoners te verbeteren? Waarom zijn bewoners niet eens geïnformeerd, terwijl u hebt toegezegd om bewoners een grotere rol te geven bij besluitvorming rondom mijnbouwactiviteiten?

Bent u bereid om bij de NAM aan te dringen op tijdige en zorgvuldige communicatie met bewoners en ook het betrekken van bewoners bij de besluitvorming?

Antwoord 2 en 3

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de realisatie van de feitelijke uitbreiding van de gasopslag en de aanpassing van het opslagplan Norg.

Over de uitbreiding van de gasopslag heeft NAM de omgeving in de bouwperiode voortdurend geïnformeerd, onder andere via haar website en publicaties in de lokale media en de dorpskrant. De capaciteitsuitbreiding van de gasopslag betreft overigens het boren van drie nieuwe putten en bovengrondse aanpassingen. Onder andere bewonersverenigingen hebben de gasopslag tijdens deze uitbreiding bezocht. Niet deze feitelijke uitbreiding, maar de aanpassing van het opslagplan leidde in augustus 2015 tot ongerustheid en vragen.

De gemeenten en provincie zijn door mijn ministerie op 7 augustus 2015 geïnformeerd over het besluit tot aanpassing van de drukwaarden. De gemeenten Leek en Noordenveld hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen.

Op 9 september 2015 is tijdens een openbare bijeenkomst van de gemeenteraad door NAM informatie verstrekt over de aanpassing van het opslagplan. Aansluitend heeft NAM afspraken met de gemeente Noordenveld gemaakt over periodiek overleg, waarbij zaken als het opslagplan, werkzaamheden en communicatie worden besproken.

In de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de gaswinning in Groningen (Kamerstuk 33 529 nr. 143) heb ik aangegeven dat ik de procedure met betrekking tot winningsplannen zodanig zal aanpassen dat er de mogelijkheid ontstaat tot het indienen van zienswijzen en dat provincie, gemeenten en waterschappen een adviesrecht krijgen. In het wetsvoorstel betreffende wijziging van de Mijnbouwwet, dat ik onlangs bij uw Kamer heb ingediend, heb ik de procedure voor opslagplannen gelijkgesteld aan de nieuwe procedure voor winningsplannen.

Vraag 4

Leidt het «efficiënter exploiteren» van het gasveld Norg naast het risico op aardbevingen ook tot meer bodembeweging (door de grote drukverschillen in het veld) en de bijbehorende risico’s en schade? Zo ja, hoe taxeert u dit risico?

Antwoord 4

NAM heeft in het gewijzigde opslagplan aangegeven dat de prognose voor de bodembeweging op basis van deze wijziging niet verandert. SodM en TNO geven in hun advies aan dat de kans op seismische activiteit klein is, maar sluiten evenals NAM de mogelijkheid van een aardbeving niet uit. In dit gebied zijn in 1993 en 1999 aardbevingen geregistreerd, met respectievelijk magnitudes van 1,5 en 1,1 op de schaal van Richter.

De bodembeweging boven het gasveld (bodemdaling en bodemstijging) wordt intensief gemonitord, onder andere door gebruik van satelliet- en GPS-metingen. De drukken die gehanteerd worden, leiden naar verwachting niet tot meer bodemdaling dan tot nu toe is waargenomen.

Om met zekerheid uitspraken te kunnen doen over seismische activiteiten en bodembeweging heeft NAM inmiddels een meetnetwerk in de omgeving van de gasopslag geplaatst. Dit netwerk bestaat uit een vijftal gebouwsensoren, een drietal ondiepe geofoons en een drietal versnellingsmeters.

Vraag 5

Wat is uw reactie op de 80 schademeldingen die mogelijk het gevolg zijn van het werken met ruimere drukmarges tijdens de vorige winter? Waarom is het onderzoek van Arcadis en de NAM nog niet beschikbaar? Bent u bereid om bij de NAM aan te dringen op snelle publicatie van het onderzoek?

Antwoord 5

NAM heeft in april 2015 – na overleg met de gemeente Noordenveld en vertegenwoordigers van de inwoners – Arcadis opdracht gegeven de schademeldingen te onderzoeken. Het doel van het onderzoek was na te gaan wat de oorzaak is van de schades. Arcadis heeft daarbij niet alleen naar de gasopslag als mogelijke oorzaak gekeken, maar heeft ook andere mogelijke omgevingsfactoren als verkeer, waterpeil en bodemopbouw in het onderzoek betrokken.

Door de bewoners vertegenwoordigers zijn er 35 meldingen in het Arcadis-onderzoek ingebracht. Na afronding van de inspecties is het aantal schademeldingen gegroeid tot 80.

Op basis van dit onderzoek concludeert Arcadis dat de schades niet zijn veroorzaakt door operaties van de gasopslag, maar onder andere door geconstateerde gebreken in de constructie en door zetting.

De resultaten van het onderzoek zijn op 9 december 2015 aan de bewoners plenair gepresenteerd en vervolgens online gepubliceerd3. De individuele rapporten zijn in persoonlijke gesprekken met de betrokken besproken, waarbij mogelijkheden om de oorzaak van de schade weg te nemen in de vorm van bouwkundig advies wordt verstrekt. NAM onderhoudt ook voortdurend contact met de gemeente over het onderzoek.

Vraag 6

Vindt u het verantwoord dat de uitbreiding van de gasopslag bij Norg en het «efficiënter exploiteren» van het gasveld wordt doorgezet, zolang geen duidelijkheid is over de 80 meldingen van schade en de risico’s voor bewoners niet goed in kaart zijn gebracht? Zo ja, op welke manier worden complexe en onzekere risico’s als uitgangspunt genomen van het handelen (zoals geadviseerd door de Onderzoeksraad voor Veiligheid), terwijl de complexe en onzekere risico’s onvoldoende bekend zijn?

Antwoord 6

De injectie in en productie uit de gasopslag en de druk in het reservoir worden voortdurend gemonitord, evenals de bodembeweging. De wijze waarop de gasopslag wordt geopereerd, leidt niet tot risico’s voor de omgeving. De kans op een aardbeving wordt zeer klein ingeschat en er is geen reden om aan te nemen dat de effecten van bodemdaling en bodemstijging tot schade aan woningen leiden. Zie verder het antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Bent u bereid om bij de NAM aan te dringen op het afsluiten van een schadeconvenant met bewoners in Langelo en omgeving, zoals ook is afgesloten bij de gasopslag Bergermeer? Bent u bereid om het afsluiten van een dergelijk schadeconvenant verplicht te stellen bij alle mijnbouwactiviteiten in Nederland?

Antwoord 7

De aansprakelijkheid van mijnbouwondernemingen voor de door hen uitgevoerde mijnbouwactiviteiten en de vergoeding van de mogelijke schade is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Ik zie geen aanleiding om daarop aanvullende regelingen te treffen.

Naar boven