Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de stelling «Een patiënt heeft het recht zelf te beslissen waar hij/zij
de laatste levensfase wil verblijven» (ingezonden 18 december 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
13 januari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1031.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brief «Een patiënt heeft het recht zelf te beslissen waar
hij/zij de laatste levensfase wil verblijven»? Deelt u deze stelling?1
Vraag 2
Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen «Ik ben van mening dat de zorg in de
laatste fase van het leven met respect, liefdevolle aandacht en goede zorg moet worden
omgeven, waarbij de behoeften van de cliënt leidend zijn. Het is aan de professional
om gezien de behoeften van de cliënt, samen met de informele zorgverleners (te weten
naasten en vaak ook vrijwilligers) te bepalen welke zorg er noodzakelijk is in de
laatste levensfase van de cliënt»? Zo ja, hoe oordeelt u in het licht van deze uitspraak
over de situatie van de man in de brief die nog maar kort te leven had en graag in
het hospice of thuis wilde sterven maar dat dit hem door een verkeerde indicatie onmogelijk
wordt gemaakt?2
Antwoord 2
Ja en ik sta daar nog volledig achter. Ik betreur het zeer als mijnheer door misverstanden
rond de indicatiestelling niet op de plek van zijn voorkeur heeft kunnen overlijden.
Vraag 3, 4
Worden er veel patiënten geweigerd door hospices omdat zij een verkeerde indicatie
hebben? Hoe vaak komt dit voor en wat gaat u doen om dit op te lossen?
Hoe vaak wordt het mensen die in een verpleeghuis wonen maar thuis willen sterven
onmogelijk gemaakt, vanwege een verkeerde indicatie? Wat gaat u doen om dit op te
lossen?
Antwoord 3, 4
Nee, dit komt gelukkig niet vaak voor. Het gaat overigens niet om een verkeerde indicatiestelling,
maar om de mogelijkheid dat de bestaande indicatiestelling – indien mensen met een
Wlz/indicatie toch thuis of in een hospice willen overlijden – wordt omgezet in het
zorgprofiel beschermd wonen met intensieve palliatief terminale zorg. De beleidsregels
indicatiestelling Wlz waren daar al op gericht, maar bleken onvoldoende duidelijk
te zijn. De beleidsregels zijn inmiddels verduidelijkt, zodat er geen misverstanden
hoeven te ontstaan over de mogelijkheid dat het CIZ bij mensen die thuis willen overlijden
een indicatiebesluit voor het zorgprofiel beschermd wonen met intensieve palliatief
terminale zorg kan afgeven.
Vraag 5
Zijn de medewerkers bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voldoende op de hoogte
van de regels omtrent zorg in de laatste levensfase? Bent u bereid dit uit te zoeken?
Antwoord 5
De medewerkers van het CIZ zijn op de hoogte van de «Beleidsregels indicatiestelling
Wlz» en zijn, zoals te doen gebruikelijk, extra gewezen op de verduidelijking, zoals
verwoord onder vraag 3 en 4.
Vraag 6
Klopt het dat als iemand naar huis komt vanuit het hospice dan het hospice de ZZP10
kan stopzetten, want een ZZP10 mag niet meegenomen worden naar de wijkverpleging?
Zo ja, waarom kan een andere ZZP-klasse dan niet op dezelfde manier worden stopgezet
met ingangsdatum de dag van verhuizing naar huis, indien een klant naar huis komt
vanuit een verpleeghuis? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Nee, dat klopt niet voor de groep van mensen met een Wlz-indicatie. Deze blijven ook
bij palliatieve zorg thuis de zorg vanuit de Wlz ontvangen (ook al wordt deze zorg
dan feitelijk geleverd door een thuiszorgorgansatie). Als deze mensen een «andere
ZZP-klasse» hadden in bijvoorbeeld een verpleeghuis, dan kan deze worden gestopt en
worden omgezet naar een zorgprofiel beschermd wonen met intensieve palliatief terminale
zorg (voorheen ZZP10). Voor mensen zonder Wlz-indicatie die in een hospice verblijven
klopt dit ook niet. Hier zijn helemaal geen zorgprofielen (voorheen ZZP) aan de orde.
Deze mensen ontvangen hun zorg vanuit de Zorgverzekeringswet.
Vraag 7
Deelt u de mening dat iedereen moet kunnen overlijden op de plaats die hij/zij zelf
kiest, en dat hij/zij hierin niet belemmerd zouden moeten worden door problemen in
de regelgeving en het krampachtig vasthouden aan de regels omtrent indicatiestelling
door het CIZ? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Ik deel de mening dat iedereen moet kunnen overlijden op de plek die hij of zij zelf
kiest en ik blijf attent op mogelijke obstakels en misverstanden.
Meegestuurde brief. Stelling terminale zorg: Een patiënt heeft het recht zelf te beslissen
waar hij/zij de laatste levensfase wil verblijven.
X Noot
1Meegestuurde brief. Stelling terminale zorg: Een patiënt heeft het recht zelf te beslissen
waar hij/zij de laatste levensfase wil verblijven.
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3133