Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over enorme loongroei van topbestuurders (ingezonden 17 december 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 13 januari 2016)

Vraag 1

Wat vindt u van het feit dat de loongroei van topbestuurders van beursgenoteerde bedrijven in 2014 een zelden vertoonde sprong voorwaarts heeft gemaakt?1

Antwoord 1

Ik vind het ongepast wanneer de beloningen van topbestuurders gemiddeld gezien veel harder stijgen dan van andere werknemers. Ik ga echter niet over de hoogte van de beloningen van bestuurders van bedrijven. De discussie en besluitvorming over beloningen van bestuurders vindt plaats in de onderneming zelf. Aandeelhouders, commissarissen en bestuurders gaan over het beloningsbeleid, niet het kabinet.

Vraag 2

Bent u het eens met de stelling dat een groei van 28% voor topbestuurders van AEX bedrijven en 24% voor kleine beursbedrijven buitensporig veel is en de beloningskloof tussen werknemers en bestuurders daarmee onacceptabel vergroot wordt? Zo ja, op welke wijze gaat u de groeiende kloof tussen topbestuurders en werknemers verkleinen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Met deze stelling ben ik het eens. Maar als gezegd treedt het kabinet niet in de bevoegdheden van aandeelhouders. Wel vindt het kabinet dat de ontwikkeling van evenwichtige beloningsverhoudingen binnen ondernemingen gediend is met meer openheid. De steeds terugkerende maatschappelijke discussie is dan ook voor de regering aanleiding om de bevoegdheden van de ondernemingsraad (OR) bij grote ondernemingen uit te breiden en scherper vast te leggen. Met deze wetswijziging wil de regering juist deze discussie en het bewustzijn van bedrijven hieromtrent stimuleren.

Vraag 3

Kunt u inzicht geven in de beloningsverhouding tussen de laagst betaalde werknemer en de topbestuurder van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen?

Antwoord 3

Nee.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de Code Corporate Governance onvoldoende zijn werk doet om het groeiend verschil in lonen van top en basis aan te pakken?

Antwoord 4

Het kabinet vindt dat de code corporate governance, waarin beursgenoteerde ondernemingen vastgelegd hebben hoe goed ondernemingsbestuur eruit moet zien, nageleefd moet worden. Deze code heeft echter niet tot doel de bestuurdersbeloningen te matigen. De code spreekt niet over de hoogte van beloningen. Het doel is te komen tot meer transparantie, een goede verantwoording en een goede verdeling van bevoegdheden.

Vraag 5

Bent u bereid de wettelijke mogelijkheden te onderzoeken om de beloningsverhouding tussen de laagst betaalde werknemer en de topbestuurder te begrenzen?

Antwoord 5

Het kabinet respecteert de onderhandelingsvrijheid van werkgevers en werknemers maar wil het bewustzijn en de discussie over de beloningsverhoudingen binnen de ondernemingen bevorderen. Ook in Europees verband streeft het kabinet naar voortgang in dit dossier. Het kabinet steunt het voorstel van de Europese Commissie tot het vergroten van de invloed van aandeelhouders op het beloningsbeleid van bestuurders. De regering onderschrijft in dat kader tevens het belang van het inzichtelijk maken van de verhouding van de beloning van bestuurders tot die van werknemers.

Naar boven