Vragen van het lid Volp (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het bericht dat bewoners in blijf-van-mijn-lijfhuizen tot prostitutie
worden aangezet (ingezonden 9 september 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
24 september 2015)
Vraag 1
Kent u het bericht «Bewoners blijf-van-mijn-lijfhuizen aangezet tot prostitutie»1
Vraag 2, 3 en 4
Is het waar dat «bewoners van blijf-van-mijn-lijfhuizen in Alkmaar en Heemskerk zijn
aangezet om zichzelf te prostitueren en anderen daartoe over te halen»? Zo ja, hoeveel
bewoners of andere personen waren betrokken bij het aanzetten tot prostitutie, en
hoeveel bewoners zijn daartoe aangezet? Zo, nee wat is er dan niet waar aan het in
het bericht gestelde?
Zijn er bij de ronselpraktijken strafbare feiten begaan? Is daarvan aangifte gedaan?
Zo ja, over welke strafbare feiten gaat het?
Is er nog steeds sprake van het aanzetten tot prostitutie in een van de genoemde blijf-van-mijn-lijfhuizen?
Zo ja, hoe kan dat, en wat wordt ondernomen om dit tegen te gaan? Zo nee, hoe verhoudt
zich dat tot het bericht dat een aantal bewoonsters op de locatie in Heemskerk (of
recentelijk zat) het tegendeel beweert?
Antwoord 2, 3 en 4
Naar aanleiding van dit artikel en andere berichten in de media heb ik contact op
laten nemen met Blijf Groep. Blijf Groep heeft mij het volgende laten weten.
In het najaar van 2014 is er sprake geweest van drie aan elkaar gelieerde signalen
op dit vlak. Blijf Groep past in zo’n geval altijd een standaardwerkwijze toe: een
direct gesprek met de betreffende cliënt, overleg met de politie, nagaan van de mogelijkheden
tot aangifte of een strafrechtelijk traject, individuele begeleidingsgesprekken en
groepsvoorlichting aan medewerkers en cliënten (in samenwerking met politie en Scharlaken
Koord, een organisatie voor hulpverlening aan prostituees) gericht op preventie en
op het vermijden van risico’s op situaties van onvrijwilligheid en criminele contacten.
Blijf Groep geeft aan dat zij overigens geen enkele aanwijzing had voor het laten
plegen of voorkómen van prostitutie in de genoemde locaties. Aangifte doen van strafbare
feiten was dus niet aan de orde. Blijf Groep blijft uiteraard alert op signalen of
er sprake zou zijn van (mogelijke) prostitutie door vrouwen die in de opvang verblijven
Vraag 5
Weet u of er in andere blijf-van-mijn-lijfhuizen in Nederland gelijkaardige problemen
met betrekking tot het aanzetten tot prostitutie speelt? Zo ja, wat is de aard en
omvang? Zo nee, acht u het wenselijk dit te laten onderzoeken?
Antwoord 5
Noch mij, noch de Federatie Opvang zijn op dit moment signalen bekend over het aanzetten
tot prostitutie in andere vrouwenopvanglocaties. Wel moeten instellingen altijd bedacht
zijn op het risico dat vrouwen in de opvang worden aangezet tot of geronseld voor
prostitutie. Het gaat immers vaak om zeer kwetsbare vrouwen die ernstig getraumatiseerd
kunnen zijn. In de vrouwenopvang worden bijvoorbeeld slachtoffers van mensenhandel
en loverboys opgevangen. Het risico bestaat dat mensenhandelaren of pooiers proberen
deze slachtoffers of andere cliënten van de vrouwenopvang te ronselen voor de prostitutie.
Het risico bestaat tevens dat cliënten onderling werven voor prostitutie.
Vraag 6
Deelt u de mening dat blijf-van-mijn-lijfhuizen moeten zorgen voor een veilig en rustig
leefklimaat? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot het leefklimaat dat in het bericht wordt
geschetst, en welke mogelijkheden ziet u om wel voor een veilig en rustig leefklimaat
te zorgen?
Antwoord 6
Het leefklimaat in de vrouwenopvang is primair een verantwoordelijkheid van de organisaties
in de vrouwenopvang. Zij moeten adequate begeleiding aan hun cliënten bieden. Het
is aan de gemeenten om daar toezicht op te houden. De afgelopen jaren heb ik sterk
geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van de vrouwenopvang, met als doel snelle,
passende en adequate hulp en opvang, waarbij de veiligheid van de slachtoffers en
hun eventuele kinderen voorop staat. Het Verbeterplan Vrouwenopvang dat van 2008 tot
2014 is uitgevoerd, heeft geleid tot het opstellen en het invoeren van methodieken
als «Krachtwerk» voor vrouwen en «Veerkracht» voor kinderen. Er is sectorbreed een
belangrijke kwaliteitsslag gemaakt, waarop de vrouwenopvang samen met de Federatie
Opvang en de VNG voortbouwt, onder andere in het door mij gefinancierde ondersteuningsprogramma
«Regio-Aanpak Veilig Thuis». Daarmee verkeert de sector vrouwenopvang in de juiste
uitgangspositie om te zorgen voor een veilig en rustig leefklimaat en zie ik geen
aanleiding tot het nemen van aanvullende maatregelen.
Vraag 7
Kunt u in overleg gaan met de Blijfgroep over de te nemen maatregelen, en de Kamer
hierover informeren vóór het Algemeen overleg Geweld in afhankelijkheidsrelaties voorzien
op 24 september a.s.?