Vragen van het lid Hoogland (PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Mat ’64 kan tot 2017 in dienst blijven» (ingezonden 9 oktober 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 5 januari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 534.

Vraag 1

Kent u het bericht «Mat ’64 kan tot 2017 in dienst blijven»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe verhouden de gemaakte keuzes rondom het al dan niet inzetten van de Mat ’64 zich tot het uitgangspunt «de reiziger op één, twee en drie»?

Antwoord 2

De keuze voor de uitstroom van de Mat’64 is een keuze van NS als onderdeel van het integrale materieelbeleid van NS. Het is aan NS om te bepalen welk materieel wordt ingezet om de dienstverlening te bieden die de vervoerconcessie vereist. Uitgangspunt in de vervoerconcessie is dat NS de materieelinzet dient te plannen op basis van de verwachte vervoervraag en dusdanig dat er geen reizigers op het perron achterblijven en de reizigers met voldoende comfort kunnen reizen. Dit uitgangspunt is opgenomen om het belang van de reiziger te borgen en daar wordt op gestuurd via de concessie. Voor de bredere context verwijs ik u naar mijn separate brief.

Vraag 3

Op welke wijze wordt de overlast voor de reiziger als gevolg van een gebrek aan treinen in 2016 zoveel mogelijk beperkt?

Antwoord 3

In 2014 werd NS duidelijk dat in 2016 en 2017 naar verwachting een materieeltekort ontstaat. Ik heb NS gevraagd om een plan voor prestatieverbetering om reizigershinder te voorkomen. Via een separate brief informeer ik u hierover nader.

Vraag 4

Is het waar dat de Mat ’64 treinstellen nog tot 2017 in dienst kunnen blijven, zoals in het artikel wordt beweerd? Zo ja, waarom wordt dan toch gekozen voor het uit dienst halen? Zo nee, wat is er niet waar?

Antwoord 4

De door NS gehanteerde revisietermijnen van de laatste treinstellen Mat’64 lopen in 2016 af. Het verlengen van de levensduur van het verouderde Mat ’64 materieel of doorrijden met Mat ’64 tot het einde van de door NS gehanteerde revisietermijn is voor NS om meerdere redenen niet gewenst.

Ten eerste verzet het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) van NS zich tegen langer doorrijden met de Mat’64. In het VMS zijn zorgvuldig onderbouwde revisietermijnen van materieel opgenomen. ILT ziet er op toe dat NS haar eigen VMS naleeft. Als de Mat ’64 langer in dienst blijft, is een revisie noodzakelijk, waarbij opnieuw bezien moet worden aan welke actuele technische specificaties de treinstellen moeten voldoen.

Daarbij geeft NS aan dat onderhoud niet meer mogelijk is doordat noodzakelijke reserveonderdelen om defecten te kunnen herstellen niet of nauwelijks meer verkrijgbaar zijn. Op dit moment worden al onderdelen van andere Mat’64 stellen gebruikt om de andere treinstellen operationeel te houden.

Zou revisie wel tot de mogelijkheden behoren dan nog zou er, zo geeft NS aan, onvoldoende capaciteit beschikbaar zijn in de werkplaatsen voor deze revisie, omdat deze capaciteit nodig is om geen vertraging te veroorzaken bij ingepland onderhoud en voorbereiding van de instroom van de Flirt treinen.

Tot slot geeft NS aan dat het langer doorrijden met de laatste treinstellen Mat’64 ten koste gaat van de robuustheid en voorspelbaarheid van de dienstregeling.

De combinatie van dit alles heeft NS doen besluiten per dienstregeling 2016 (december 2015) alle nog resterende Mat’64 treinen niet langer planmatig in te zetten. Zie ook de brief aan uw Kamer van 29 april 2015 (Kamerstuk 29 893, nr. 189).

Naar aanleiding van mijn verzoek om alles uit de kast te halen heeft NS met betrekking tot de Mat’64 besloten met ingang van de dienstregeling 2016 (13 december 2015) tot 1 april 2016 een aantal treinstellen Mat’64 in te zetten als reserve voor geval van calamiteiten. Dit is mogelijk zolang de revisietermijnen niet verlopen zijn. Langer inzetten is volgens NS om hiervoor genoemde aspecten niet mogelijk. Dit is onderdeel van het maatregelenpakket van NS. In een separate brief licht ik het maatregelenpakket van NS nader toe.

Vraag 5

Hoe verhoudt de verklaring van Nederlandse Spoorwegen (NS), dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) inzet van de Mat ’64 treinen niet meer toestaat, zich tot de verklaring van de ILT dat NS zelf heeft aangegeven met de Mat ’64 treinen te willen stoppen?

Antwoord 5

Zoals in de brief aan uw Kamer van 29 april 2015 vermeld, heeft de toenmalige Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW, nu ILT) aan NS het signaal afgegeven dat dit materieeltype zonder baanschuiver een relatief grote kans op ontsporing heeft na aanrijding met een wegvoertuig. Het afgeven van zo’n signaal biedt de betreffende organisatie, in dit geval NS, een kans voor verbetering, maar leidt niet tot een juridisch afdwingbare verplichting. Er is immers geen sprake van het overtreden van een norm of wettelijke verplichting.

Het is aan NS om een dergelijk signaal op te pakken. Zoals in antwoord 4 vermeld heeft NS vervolgens besloten dat de destijds nog beschikbare 43 treinstellen van dit materieeltype in 2016 niet langer planmatig ingezet worden. Wel wordt een deel tijdelijk ingezet als reserve voor geval van calamiteiten.

Vraag 6

In hoeverre zijn er wettelijke beperkingen om de Mat ’64 treinen na voorjaar 2016 in dienst te houden?

Antwoord 6

Zoals in de brief aan uw Kamer van 29 april 2015 aangegeven, zijn er geen wettelijke beperkingen met betrekking tot de continuering van de inzet van treinen van dit materieeltype. Wel geldt de combinatie van factoren zoals genoemd in vraag 4 waardoor NS heeft besloten de Mat ’64 treinen na einde dienstregeling 2015 niet in actieve dienst te houden.

Vraag 7

Is het waar dat volgens de revisietermijn van NedTrain slechts twee van de Mat ’64 treinstellen rond de jaarwisseling 2015–2016 uit dienst genomen moeten worden?

Antwoord 7

Het klopt dat de revisietermijn van 2 treinstellen eind 2015 afloopt. Van het merendeel (20) verloopt de revisietermijn in het voorjaar van 2016. Van de overige treinstellen is dit gespreid in de loop van 2016. In het antwoord op vraag 4 zijn de redenen opgenomen waarom NS over gaat tot het volledig uit de operatie halen van de Mat ’64 in december 2015 zoals eerder aan uw Kamer is gemeld.

Naar boven