Vragen van de leden Kerstens en Albert deVries (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de wijze waarop hypotheekverstrekkers omgaan met herbeoordelingen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) (ingezonden 10 november 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst (ontvangen 31 december 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Wajong-uitkering genegeerd bij hypotheek»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat de inwerkingtreding van de Participatiewet door hypotheekverstrekkers wordt aangegrepen om niet langer leningen te verstrekken aan mensen wier Wajong uitkering mogelijk verlaagd wordt? Welke gegevens heeft u beschikbaar over dergelijk misbruik door hypotheekverstrekkers van de mogelijke verlaging van een Wajong-uitkering?

Vraag 3

Klopt het dat met de invoering van de Participatiewet de Wajong-uitkering voor zowel de Nationale Hypotheekgarantie als de leningen van private banken in zijn geheel niet meer meetelt ondanks dat in voorkomende gevallen sprake is van een verlaging van 5%? Zo ja, waarom hebben deze hypotheekverstrekkers gekozen voor deze handelwijze?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de mogelijke verlaging van een Wajong-uitkering niet hoort te leiden tot het in zijn geheel niet meer meetellen van de Wajong-uitkering en het daardoor niet langer kunnen verkrijgen van een hypotheek? Bent u bereid om in gesprek te treden met de betrokken hypotheekverstrekkers om te komen tot een oplossing van deze problematiek? Bent u bereid om de Kamer te informeren over de uitkomsten van dit overleg en de gekozen oplossing?

Antwoorden 2 tot en met 4

Ik deel uw mening dat de mogelijke verlaging van de Wajong uitkering vanaf 2018 er niet toe zou moeten leiden dat de gehele uitkering niet meer wordt meegenomen bij een hypotheekverstrekking.

Door de Participatiewet worden Wajongers die vóór 2015 zijn ingestroomd in een uitkering, in de periode 2015 tot 2018 beoordeeld door het UWV of zij arbeidsvermogen hebben. Indien zij niet duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, krijgen zij vanaf 2018 te maken met een uitkeringsverlaging van 5%-punt (van maximaal 75% van het wettelijk minimumloon naar 70%). Wajongers die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, behouden hun bestaande uitkering van maximaal 75% wettelijk minimumloon. Hoe dan ook behouden Wajongers ook na 2018 een inkomen (uitkering met eventueel loon) van minimaal 70% van het WML.

Per abuis stond op de site van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) vermeld dat Wajongers opnieuw beoordeeld zouden worden en dat daardoor een Wajong-uitkering in geen enkele situatie kon worden meegenomen. Inmiddels is dit aangepast. De NHG heeft haar relaties op deze gewijzigde toelichting geattendeerd. Toegelicht is dat alle Wajong-uitkeringen als blijvende uitkeringen tot de pensioengerechtigde leeftijd kunnen worden beschouwd, behoudens de inkomensondersteuning van 25% van het wettelijk minimumloon tijdens studie of scholing voor personen met een nieuwe Wajong-uitkering (Wajong ingestroomd van 2010 tot en met 2014).

Van het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), uitvoerder van de NHG, heb ik vernomen dat er in 2015 tot nu toe 53 leningen met NHG zijn verstrekt waarbij sprake was van een Wajong-uitkering en het inkomen uit deze uitkering ook daadwerkelijk benodigd was voor de hypothecaire financiering.

De algemene lijn bij hypotheekverstrekking ten aanzien van uitkeringen is dat deze worden meegenomen wanneer ze een permanent karakter hebben, of ze kunnen worden meegenomen voor de gegarandeerde duur van de uitkering. Dit geldt ook voor de Wajong. Banken geven aan dat er in uitzonderlijke gevallen aanvragen met een Wajong-uitkering binnenkomen. In die gevallen gaat het dan vaak om een hypotheekaanvraag met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De meeste banken hebben geen apart beleid voor hypotheekverstrekking aan mensen met een Wajong uitkering.


X Noot
1

Telegraaf, 6 november 2015.

Naar boven