Vragen van het lid Schouw (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat gemeentelijk dualisme in Vianen doorbroken wordt (ingezonden 10 december 2014).

Antwoord van Minister Plassterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 13 januari 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht «Pragmatisme versus Dualisme»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat het vanuit het oogpunt van dualisme onwenselijk is als een raadslid deelneemt aan collegevergaderingen? Zo nee, welke voordelen ziet u en waarom wegen die tegen de nadelen op?

Antwoord 2

Ja. Zie ook het antwoord op vraag 4.

Vraag 3

Welke gemeenten hanteren nog meer zo’n constructie?

Antwoord 3

Voor zover mij bekend komt een dergelijke constructie niet in andere gemeenten voor.

Vraag 4

Op welke juridische grond is deze constructie gestoeld en welke wetsartikelen maken deze constructie niet mogelijk?

Antwoord 4

Uit artikel 57 van de Gemeentewet volgt dat ook andere personen dan burgemeester en wethouders aan de vergaderingen van het college kunnen deelnemen. Dit geldt in de eerste plaats de gemeentesecretaris, maar ook andere ambtenaren of deskundigen. Hoe het college hier invulling aan geeft, wordt geregeld in het reglement van orde, dat aan de raad wordt gezonden (artikel 52 Gemeentewet). Naar de letter van de wet zou wellicht een raadslid kunnen deelnemen, maar het is inherent aan het dualistisch stelsel, dat uitgaat van een scheiding van functies en bevoegdheden, dat raadsleden niet deelnemen aan de vergaderingen van het college.

Vraag 5

Bent u bereid in contact te treden met de gemeente Vianen teneinde een einde te maken aan deze constructie?

Antwoord 5

De gemeente Vianen had voor deze constructie gekozen om daarmee een breed bestuurlijk draagvlak te creëren na de verkiezingen van maart 2014. De gemeenteraad bestaat uit zeventien leden en acht fracties en zag zich geconfronteerd met een versnipperde politieke werkelijkheid. Er is een coalitie gevormd bestaande uit vijf partijen. Aangezien Vianen ingevolge artikel 36 van de Gemeentewet maximaal vier wethouders mag benoemen, is gezocht naar een voor de gemeente praktische en werkbare oplossing.

Inmiddels is bekend geworden dat het betrokken raadslid niet meer zal deelnemen aan de vergaderingen van het college. De burgemeester heeft in de nu ontstane situatie het initiatief genomen in dialoog met de raad tot een bestuurlijk aanvaardbare oplossing te komen. Daartoe is hij ook in contact met de provincie Utrecht en mijn departement.

Naar boven