Vragen van het lid Yücel (PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat een imam tientallen religieuze huwelijken sloot zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk (ingezonden 6 november 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 januari 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 742

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Iedereen bij moskee wist van shariahuwelijken»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op dit bericht?

Hoeveel illegale islamitische huwelijken heeft de heer Fawaz als imam gesloten de laatste vijf jaar? Welke signalen heeft u dat het moskeebestuur van de As Soennah moskee daar medewerking aan heeft verleend of in elk geval kennis van heeft gehad? Worden de tientallen illegaal afgesloten huwelijken, zoals wordt beweerd door de heer Fawaz, onderzocht? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat medewerking verlenen aan en of faciliteren van illegale huwelijken eveneens strafbaar moet zijn?

Antwoord 2 en 3

Artikel 1:68 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat geen religieuze huwelijken mogen worden gesloten, als daarvoor nog geen burgerlijk huwelijk is voltrokken. De bedienaar (zoals een dominee, goeroe of imam) van de godsdienst kan bij overtreding hiervan op grond van artikel 449 van het Wetboek van Strafrecht een geldboete worden opgelegd.

Naar aanleiding van een aangifte van het bestuur van de As Soenah-moskee is het Openbaar Ministerie (OM) een strafrechtelijk onderzoek gestart naar het voltrekken van illegale huwelijken door betrokkene. Alle in het onderzoek naar voren gekomen huwelijken zijn onderzocht. Een aantal door betrokkene voltrokken huwelijken bleken niet strafbaar te zijn. Deze huwelijken waren namelijk voltrokken, nadat de betrokken personen waren getrouwd door een ambtenaar van de burgerlijke stand. In enkele gevallen bleek de identiteit van de gehuwde personen niet te achterhalen, waardoor niet met zekerheid te zeggen is of het huwelijk ten overstaan van betrokkene voor of na het wettige huwelijk is gesloten. In deze gevallen is niet te achterhalen of de huwelijken illegaal voltrokken zijn. Uit het onderzoek kwamen uiteindelijk 5 bewijsbare zaken naar voren. De verdachte is op 14 november 2014 door het Gerechtshof te Den Haag veroordeeld tot vijf keer een voorwaardelijke geldboete van € 300,–.

Artikel 449 van het Wetboek van Strafrecht betreft een overtreding. Uitsluitend medeplichtigheid aan misdrijven is strafbaar gesteld in artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht. Ik zie geen reden om van dit algemene beginsel af te wijken.

Vraag 4 en 5

Op welke schaal vinden illegale islamitische huwelijken zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk plaats in Nederland en in andere moskeeën, of door andere imams? Heeft u hier een compleet beeld van en wat is uw aanpak teneinde dit fenomeen te bestrijden? Kunt u hier eveneens de aangenomen motie Yücel/Van Dijk2 bij betrekken die vraagt om de omvang van onwettige huwelijken waar imams en overheidsinstellingen bij betrokken zijn?

In welke mate worden islamitische huwelijken ook gesloten op informele, particuliere plaatsen zoals huizen, kantoren, buiten het zicht van organisaties en instanties? In welke mate worden die door Nederlandse moslims gesloten in het buitenland met huwelijkse gevangenschap in Nederland als gevolg?

Antwoord 4 en 5

Het kabinet heeft geen zicht op de schaal waarop islamitische huwelijken, waarbij geen sprake is van een voorafgaand burgerlijk huwelijk, worden afgesloten. Evenmin heeft het kabinet zicht op in Nederland of in het buitenland op informele plaatsen afgesloten islamitische huwelijken.

Een reactie op de motie Yücel/Van Dijk is reeds gegeven in de brief van mijn ambtgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aan de Tweede Kamer van 23 april 20143. Op dit moment wordt bekeken of een onderzoek dienstig kan zijn om het probleem aan te pakken en op te lossen. De Tweede Kamer wordt hierover door de Minister van SZW geïnformeerd voor het einde van 2014, als onderdeel van het meerjarig vervolg van de inzet tegen huwelijksdwang en achterlating (zelfbeschikking).

Vraag 6 en 7

Deelt u de mening dat deze illegale islamitische huwelijken in strijd zijn met de wet en met name vrouwen in een kwetsbare positie kan brengen? Zo ja, bent u bereid het maximale te doen teneinde deze praktijken te stoppen? Zo ja, welke acties gaat u concreet ondernemen?

Op welke wijze kunt u vrouwen die tegen hun wil vastzitten in een religieus islamitisch huwelijk en mogelijk te maken hebben met ondergeschiktheid, afhankelijkheid en in het ergste geval geweld, helpen en beschermen? Kunt u hierbij betrekken de omstandigheid dat vrouwen in deze illegale islamitisch huwelijken geen volledig eigen zeggenschap hebben over het definitief willen beëindigen daarvan?

Antwoord 6 en 7

Een huwelijk is naar Nederlands recht alleen een huwelijk als het voltrokken is ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand en voldaan is aan de in het Burgerlijk Wetboek neergelegde voorwaarden en vereisten.

Ingevolge artikel 449 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is het strafbaar om als bedienaar van een godsdienst, voordat partijen hebben doen blijken dat hun huwelijk ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand is voltrokken, enige godsdienstige plechtigheid daartoe te verrichten. Als sprake is van een vermoeden van een strafbaar feit, is het aan het OM om per geval te beoordelen of het opportuun is daartegen op te treden. Huwelijksdwang valt onder de brede aanpak van geweld in huiselijke kring van politie en OM.

De ministeries van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport werken aan het bestrijden van huwelijksdwang, zoals reeds uiteengezet in de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede Kamer d.d. 10 juli 20144.

Verschijnselen als huwelijksdwang en huwelijkse gevangenschap vormen een beperking van de fundamentele rechten en vrijheden en zijn daarom een schending van de mensenrechten.

Om vrij te kunnen beschikken over de eigen fundamentele rechten en vrijheden is kennis hiervan een eerste voorwaarde. Er wordt dan ook extra ingezet op bewustwording en voorlichting. Voorlichting over wat in Nederland is toegestaan en wat niet, inclusief de bijbehorende wettelijke maatregelen, zal naar verwachting een belangrijke preventieve werking hebben.

Verder is er voor alle vormen van huiselijk geweld het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Per 1 januari 2015 komt er ook een landelijk knooppunt huwelijksdwang. Dit is een kennis- en expertisecentrum dat wordt ondergebracht bij het SHG in Den Haag.

Voor rechtsvragen over beëindiging van een (religieus) huwelijk kunnen vrouwen terecht bij het Juridisch Loket voor gratis juridisch advies. Vrouwen kunnen zich tot de civiele rechter wenden, teneinde de medewerking van de echtgenoot te vorderen tot ontbinding van het religieuze huwelijk. Indien er een strafproces loopt, kunnen de slachtoffers bovendien kosteloos ondersteuning (in juridisch, praktisch, sociaal en psychologisch opzicht) krijgen van Slachtofferhulp Nederland.

Ik verwijs verder naar het antwoord op vragen 4 en 5.

Vraag 8

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Algemeen overleg over huwelijksdwang en achterlating?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

NRC Handelsblad, 1 november 2014

X Noot
2

Kamerstuk 32 824 nr. 37

X Noot
3

Kamerstuk 32 824, nr. 53

X Noot
4

Kamerstuk 33 750, nr. 109

Naar boven