Vragen van het lid Klever (PVV) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht dat windturbineparken op zee gebakken lucht zijn (ingezonden 2 december 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 22 december 2014)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel «Windpark op zee gebakken lucht»?1

Antwoord 1

Het artikel «Windpark op zee gebakken lucht» legt een relatie tussen windparken op zee en warmtekrachtkoppeling (WKK) die niet aanwezig is.

Nederland moet in 2020 voldoen aan de Europese verplichting om 14% hernieuwbare energie te realiseren. Daarnaast hebben we in het Energieakkoord afgesproken om in 2023 16% van de energievraag hernieuwbaar op te wekken.

Deze doelen kunnen we niet behalen met alleen technologieën als geothermie en zon-pv. Ook windenergie op zee, windenergie op land en inzet van biomassa zijn noodzakelijk. Warmtekrachtkoppeling (WKK) is echter geen vorm van hernieuwbare energie, maar een vorm van energiebesparing. WKK kan, in tegenstelling tot de suggestie in het artikel, wind op zee dan ook niet vervangen.

Verder is in het Energieakkoord afgesproken dat er geen exploitatiesteun komt voor WKK-installaties. Er geldt overigens nog wel in de energiebelasting een vrijstelling voor de heffing op aardgas voor WKK-installaties die ten minste 30% elektriciteit produceren.

Vraag 2

Bent u bereid te stoppen met het subsidiëren van windturbineparken op zee, die geen enkele CO2-besparing opleveren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik ben niet bereid te stoppen met het subsidiëren van windenergie op zee. Windenergie op zee is nodig voor het bereiken van de nationale en Europese doelen voor CO2-reductie en hernieuwbare energie alsmede voor versterking van voorzieningszekerheid op de langere termijn. Klimaat en voorzieningszekerheid zijn de belangrijkste redenen voor het hebben van een doelstelling voor hernieuwbare energie en zijn de belangrijkste redenen waarom ik wind op zee stimuleer.

Vraag 3

Hoe is de voorzitter van de borgingscommissie Energieakkoord tot het totale bedrag van 50 miljard euro gekomen, en hoe wordt deze 50 miljard euro gefinancierd?

Antwoord 3

De heer Nijpels heeft in zijn bijdrage aan het symposium van Cogen niet gesproken over kosten maar over door het Energieakkoord uitgelokte investeringen. Hij heeft daarbij aangegeven dat afhankelijk van de uitgangspunten investeringen worden uitgelokt in een bandbreedte van ruwweg 35 tot 50 miljard euro. Het is mij verder niet bekend waarop de heer Nijpels deze getallen heeft gebaseerd.

Vraag 4

Hoe verhoudt deze 50 miljard euro zich tot de Nationale Energieverkenning?

Antwoord 4

De Nationale Energieverkenning geeft geen specifieke doorrekening van door het Energieakkoord uitgelokte investeringen.

Vraag 5

Bent u nog steeds van mening dat energie door het Energieakkoord goedkoper in plaats van duurder wordt? Zo ja, waaruit blijkt dit?

Antwoord 5

Het Energieakkoord stimuleert zowel zon-pv als energiebesparing.

Burgers en bedrijven die overgaan op de installatie van zon-pv op daken of die extra energiebesparingsmaatregelen treffen, kunnen daarmee hun energierekening verlagen. Voor burgers die deze maatregelen niet treffen, zal evenwel de energierekening toenemen.

Vraag 6

Bent u bereid het Energieakkoord in de prullenbak te gooien?

Antwoord 6

Nee. Het Energieakkoord draagt bij aan de verduurzaming van de energievoorziening en geeft een forse impuls aan onze economie. Bovendien is voor een succesvolle energietransitie in de komende jaren consistentie in beleid nodig.

Naar boven