Vragen van de leden Kooiman (SP) en Marcouch (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over misbruik van de introducéregeling bij schietsportverenigingen (ingezonden 11 november 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 22 december 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 747

Vraag 1

Wat is uw reactie op de televisieuitzending van het programma «Undercover in Nederland», waarin naar voren kwam dat er nog steeds schietsportverenigingen zijn die onzorgvuldig omgaan met de aangescherpte regels, waaronder de introducéregeling?1

Antwoord 1

Hoewel de onregelmatigheden die in de uitzending zijn aangetoond slechts betrekking hadden op een klein aantal schietverenigingen, ben ik hierover toch teleurgesteld. De aanscherping van de regels voor schietverenigingen is immers het gevolg van het tragische schietincident in Alphen aan de Rijn. Men zou daarom verwachten dat álle schietverenigingen zich hiervan serieus bewust zouden zijn.

Vraag 2

Welke maatregelen kunnen worden getroffen als schietsportverenigingen zich niet aan de regels houden? Welke van die maatregelen zullen worden getroffen tegen de schietsportverenigingen in genoemde televisieuitzending als deze zich niet aan de regels hebben gehouden?

Antwoord 2

Als een schietvereniging zich niet aan de regels houdt, kan het certificaat dat de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) verleent, door de KNSA worden ingetrokken. Voor verenigingen die bij de KNSA aangesloten zijn, geldt dat zij ook nog geroyeerd kunnen worden. Het bestuur van de KNSA heeft mij laten weten dat tegen de verenigingen waar de onregelmatigheden zijn geconstateerd maatregelen zijn genomen. Twee van de drie verenigingen die nog niet gecertificeerd waren, zijn door de KNSA geïnformeerd dat zij niet gecertificeerd zullen worden. Van de vereniging die wel gecertificeerd was, is het certificaat direct door de KNSA ingetrokken.

Als er signalen binnenkomen over onregelmatigheden, zoals via deze uitzending, is dat voor de politie altijd aanleiding om te handhaven. Als blijkt dat aanwezigen bijvoorbeeld met een zwaarder kaliber wapen schieten terwijl zij daar geen vergunning voor hebben, of dat sprake is van alcoholgebruik op de baan, kan de politie het (verenigings-)verlof intrekken. De politie zal per geval bezien welke maatregelen genomen worden tegen schietsportverenigingen die zich niet aan de regels houden.

Vraag 3

Is het mogelijk om een schietsportvereniging te sluiten indien deze zich niet aan de regels heeft gehouden? Zo ja, wanneer wordt daartoe overgegaan en kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De grondslag voor het functioneren van een schietvereniging waar de schietsport wordt beoefend, vervalt op het moment dat de vereniging niet (meer) door de KNSA gecertificeerd is. Het eventuele verenigingsverlof alsmede de individuele verloven van leden worden dan namelijk ingetrokken. Vanaf dat moment kan er op de betreffende schietvereniging niet meer met vuurwapens geschoten worden.

Vraag 4

Hoe vaak heeft de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) de afgelopen twee jaar certificaten van schietsportverenigingen ingetrokken of niet verlengd? Welke redenen lagen daaraan ten grondslag?

Antwoord 4

De KNSA heeft in de afgelopen twee jaar nog geen certificaten ingetrokken, behoudens de eerdergenoemde certificaten naar aanleiding van de televisie-uitzending. Van verlengen is nog geen sprake; de geldigheidsduur van de voor het eerst verleende certificaten is nog niet verlopen. In circa 10% van de door de KNSA verrichte audits is geen certificaat uitgereikt. Een tweede audit heeft daarna plaatsgevonden of moet thans nog plaatsvinden.

Vraag 5, 6 en 9

Welke stappen zijn inmiddels genomen met betrekking tot het voorkomen van misbruik van de introducéregeling na het verschijnen van het onderzoeksrapport: «Met scherp schieten: een onderzoek naar een aantal veiligheidsrisico’s met betrekking tot de schietsport»?

Wat is er concreet terechtgekomen van de door u in 2013 aangekondigde maatregelen om misbruik van de introducéregeling tegen te gaan? Bent u nog steeds van mening dat de oplossing voor dit misbruik niet in méér (kwantiteit) toezicht en controlebezoeken door de politie en KNSA zit omdat de beperkte aard en omvang van de problematiek hiertoe geen aanleiding biedt?2

Op welke manieren wordt er bij deze controles door politie en de KNSA strikter gelet op eventueel misbruik van de introducéregeling? Aan welke voorwaarden is een schietsportvereniging gebonden als het introducés laat schieten?

Antwoord 5, 6 en 9

Naar aanleiding van genoemd onderzoeksrapport is in de Circulaire wapens en munitie, naast het model introducéregister van de KNSA, onder bijlage C9 een introducéregister opgenomen. Een vastgesteld register is hiermee een standaardonderdeel geworden van de richtlijnen waaraan een schietsportvereniging zich heeft te houden. Iedere introducé moet zich registreren alvorens er geschoten kan en mag worden. Tevens is het bijhouden van dit register een onderdeel van de certificering. De politie bekijkt tijdens de controles van de schietsportverenigingen het juiste gebruik van het voorgeschreven register. Daarbij is van belang dat het voorgeschreven introducéregister daadwerkelijk aanwezig is en compleet is ingevuld. In het register dienen datum, naam, woonplaats, soort legitimatiebewijs, nummer legitimatiebewijs en naam en lidnummer van het lid dat de introducé begeleidt te zijn ingevuld. In de CWM is dit register als verplicht te gebruiken model opgenomen.

Bovendien dienen bij het ter beschikking stellen van verenigings- of privéwapens aan introducés de in paragraaf 2.2.5 van de CWM genoemde voorschriften door de schietvereniging in acht te worden genomen.

Gelet op de beperkte omvang van de problematiek en de reeds ingevoerde maatregelen, is er naar mijn mening geen aanleiding méér kwantitatief toezicht door de politie en controlebezoeken door de KNSA in te zetten om eventueel misbruik van de introducéregeling tegen te gaan.

Vraag 7

Bent u nog steeds van mening dat het schieten zonder enige screening of Verklaring Omtrent het Gedrag door introducés risico's met zich meebrengt die alleen in theorie aanwezig zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, welke conclusies trekt u daaruit?3

Antwoord 7

Ja, die mening ben ik nog steeds toegedaan, aangezien het inderdaad een theoretisch risico betreft.

Vraag 8

Hoe vaak per jaar worden de schietsportverenigingen gemiddeld gecontroleerd door politie en hoe vaak door de KNSA?

Antwoord 8

Het toezicht op de schietsportvereniging wordt door de politie primair uitgeoefend op basis van risico-indicatie. Wanneer hier sprake van is, wordt een schietsportvereniging direct bezocht. Daarnaast is de heersende praktijk dat elke vereniging gemiddeld eenmaal per twee jaar wordt bezocht.

De geldigheid van een KNSA-certificaat bedraagt vier jaar. Wanneer er aanwijzingen zijn dat een vereniging niet meer voldoet aan de voorschriften voor certificering, wordt tussentijds gecontroleerd en zo nodig het certificaat ingetrokken.

Vraag 10

Is er voldoende zicht op de wijze waarop schietsportverenigingen invulling geven aan de introducéregeling?

Antwoord 10

Ja. De politie en de KNSA houden toezicht op het op de juiste wijze uitvoeren van de introducéregeling. Verenigingen worden hierover ook regelmatig voorgelicht.

Vraag 11

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van een landelijk registratiesysteem voor introducés en recreanten?4

Antwoord 11

De realisatie van een landelijk registratiesysteem voor introducés en recreanten is afhankelijk van de medewerking van de KNSA. De KNSA heeft mij laten weten in een dergelijk systeem geen toegevoegde waarde te zien. Ook zal het eventuele onregelmatigheden niet voorkomen.

Vraag 12

Wat moet er volgens u gebeuren om misstanden te voorkomen zoals getoond in voornoemde televisieuitzending?

Antwoord 12

Misstanden zijn nooit helemaal te voorkomen. Ik ga er echter van uit dat de maatregelen die de KNSA nu heeft genomen, samen met de controles van de politie, een waarschuwende en preventieve werking hebben.


X Noot
1

Undercover in Nederland, 9 november 2014, SBS6

X Noot
2

Kamerstuk 33 013 nr. 13

X Noot
3

idem

X Noot
4

idem

Naar boven