Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de dood van de 17-jarige Juliette uit Geldrop (ingezonden 30 oktober 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 19 december 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 678

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Geldropse Juliette deed onlangs aangifte tegen ex-vriend uit Heeze»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich de dood van de Zweede Saga Bachman op 10 september 2013 en de daarover gestelde vragen?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat beide tragische gevallen overeenkomsten vertonen ten aanzien van de bedreigingen die vooraf zijn geuit aan het adres van beide meisjes? Kunt u dat nader toelichten?

Antwoord 3

In beide zaken hebben de slachtoffers kort voor hun dood aangifte gedaan van bedreiging. In de zaak van Juliette is de politie direct overgegaan tot een interventie richting de bedreiger.

Vraag 4

Kunt u aangeven of er in de zaak van Juliette voorafgaand aan haar dood nog aangifte door haar is gedaan van bedreiging, wanneer dat precies is gebeurd en welke stappen door de politie daarna zijn genomen?

Antwoord 4

Het slachtoffer heeft kort voor haar dood aangifte gedaan van bedreiging. Hierop is een verdachte aangehouden en in verzekering gesteld. Vervolgens is deze verdachte door de officier van justitie heengezonden met een gedragsaanwijzing, gegeven op grond van artikel 509hh Wetboek van Strafvordering. Deze hield een contactverbod in met het slachtoffer, haar zus en haar moeder en een gebiedsverbod voor de straat waar het slachtoffer woonde.

Deze verdachte is later opnieuw aangehouden in verband met het overlijden van het slachtoffer. De naleving van de gedragsaanwijzing, het toezicht daarop en de feiten en omstandigheden met betrekking tot het overlijden van het slachtoffer maken deel uit van het naar aanleiding van de aangifte gestarte strafrechtelijk onderzoek. Vanwege de belangen van opsporing en vervolging kunnen geen nadere mededelingen over dit onderzoek worden gedaan.

Vraag 5 en 6

Op welke wijze gaat de politie in het algemeen om met aangiftes van bedreiging, zeker wanneer de frequentie en de ernst hiervan in korte tijd toeneemt?

Op welke wijze gaat u het aangifteproces verder verbeteren zodat ernstige bedreigingen adequaat worden opgepakt door de politie?

Antwoord 5 en 6

Na de tragische dood van Saga Bachman heeft de politie haar optreden in de casus en de interne werkprocessen rondom aangiften van stalking en bedreiging in het algemeen kritisch tegen het licht gehouden. Aangiftes van bedreiging dienen adequaat en met prioriteit opgepakt te worden. Ik verwijs u naar de verbeteringen van de behandeling van aangiften die politie en OM op dit moment doorvoeren (Kamerstuk 29 628, nr. 432). Eerdere en betere casescreening maken hiervan onderdeel uit. De politie blijft alert op mogelijke verbeteringen en doet alles wat in haar macht en kunnen ligt om escalatie en geweldsuitoefening te voorkomen. De politie werkt hierin nauw samen met het OM en de steunpunten Huiselijk Geweld.

Vraag 7 en 8

Kunt u aangeven of en in hoeverre de politiecapaciteit in Den Bosch sinds de beantwoording van de eerder genoemde vragen vorig jaar is toegenomen?3

Bent u van mening dat in Geldrop voldoende politiecapaciteit beschikbaar is om aangiften snel te verwerken en misdrijven te voorkomen en op te sporen?

Antwoord 7 en 8

In deze gemeenten is voldoende politiecapaciteit beschikbaar.

Overigens kan ik, onder verwijzing naar mijn antwoorden op de Kamervragen over de zaak Saga Bachman, berichten dat het door mij destijds omarmde idee van burgemeester Rombouts van Den Bosch om de wijkagent in dergelijke zaken te laten interveniëren, er in Den Bosch toe heeft geleid dat er een pilot is gestart met deze werkwijze.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nrs. 290 en 291

X Noot
3

Idem.

Naar boven