Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu over nutteloze otter- en dassentunnels vanwege gebrek aan onderhoud (ingezonden 13 oktober 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken), mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 19 december 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 469

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van Reporter Radio van 12 oktober 2014?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de helft van de dassentunnels in Nederland vol water staat en niet door dassen kan worden gebruikt?

Antwoord 2

Dassentunnels kennen verschillende beheerders. Het Rijk beheert ongeveer 1000 kleine faunatunnels, waarvan Rijkswaterstaat verreweg het grootste deel en ProRail het overige deel. Daarnaast beheren provincies circa 940 kleine faunatunnels en gemeenten en natuurbeheerders een onbekend overig aantal2. De faunatunnels worden gebruikt door verschillende diersoorten, waaronder dassen. Uit een in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerde specifieke steekproef uit 2008 van door Rijkswaterstaat beheerde dassentunnels, bleek 38% van de onderzochte tunnels onvoldoende passeerbaar voor dassen, doordat deze waren ondergelopen of verstopt. In welke mate dit ook speelde bij de andere beheerders kan ik niet beoordelen.

Vraag 3

Waarom worden dassentunnels gebouwd terwijl ze niet onderhouden worden? Is dit naar uw mening een vorm van kapitaalvernietiging?

Antwoord 3

Uiteraard moeten faunavoorzieningen regelmatig worden onderhouden om hun functie te blijven vervullen. Dat geldt ook voor de dassentunnels die het Rijk beheert. Daarom heeft Rijkswaterstaat naar aanleiding van de resultaten van de steekproef uit 2008 het onderhoud voor dassentunnels gericht aangepakt. Voor de door het Rijk beheerder tunnels is hier voldoende aandacht voor. Of dit ook voor de andere beheerders geldt kan ik niet beoordelen.

Vraag 4

Hoe gaat u garanderen dat de dassentunnels voortaan wel onderhouden worden?

Antwoord 4

Meer dan de helft van de voorzieningen zijn in beheer van decentrale overheden en natuurbeheerders. Voor het onderhoud hiervan draag ik geen verantwoordelijkheid.

Om te garanderen dat faunatunnels, die Rijkswaterstaat beheert, op juiste wijze worden onderhouden, is Rijkswaterstaat bezig het proces rond het onderhoud daarvan structureel te verbeteren. Ten eerste wordt in prestatiecontracten de staat van onderhoud van faunavoorzieningen vastgelegd. Op basis daarvan zijn op vele plaatsen al verbeteringen doorgevoerd. Ten tweede is in augustus 2014 een intern verbeterproces gestart om de inspectie en het beheer en onderhoud van de faunavoorzieningen te optimaliseren.

Vraag 5

Wat is er gebeurd sinds de belofte van 9 jaar geleden om de dassentunnels voortaan wel te onderhouden?

Antwoord 5

Zie de antwoorden op de vragen 3 en 4.

Vraag 6

Wat kost de aanleg van een dassentunnel dan wel ottertunnel?

Antwoord 6

De kosten zijn afhankelijk van veel factoren, bijvoorbeeld het type weg, de lengte van de tunnel, het benodigde rasterwerk, en de aanwezigheid van kabels en leidingen. Bij rijkswegen lopen de kosten per tunnel uiteen van enkele tienduizenden tot ruim honderdduizend euro. Rijkswaterstaat combineert de aanleg van faunatunnels zoveel mogelijk met de reconstructie of aanleg van wegen, waardoor de aanlegkosten vaak een klein onderdeel zijn van de totale renovatie- of aanlegkosten van een weg.

Vraag 7

Hoeveel geld is er in totaal naar schatting besteed aan de aanleg van dassen- en ottertunnels?

Antwoord 7

Ik heb geen inzicht in de totale bestedingen aan faunatunnels door provincies, gemeenten en natuurbeheerders. Er is ook geen exact inzicht te geven hoeveel het Rijk in totaal heeft besteed aan de aanleg van kleine faunatunnels, die sinds 1974 worden aangelegd. Voor de faunapassages in beheer van het Rijk zou een schatting uitkomen op circa 50 miljoen euro in een periode van 40 jaar, uitgaande van een bandbreedte in de kosten van 25 tot 100 duizend euro per tunnel. Het gaat dan om faunatunnels die worden gebruikt door verschillende diersoorten, waaronder dassen en otters.

Vraag 8

Hoeveel budget is er voor onderhoud van dassentunnels en ottertunnels? Uit welk budget van welke instantie wordt dit betaald?

Antwoord 8

In het Infrastructuurfonds wordt het budget begroot voor beheer en onderhoud van rijkswegen (artikel 12.02.01). De kosten van het beheer en onderhoud van faunatunnels zijn hier onderdeel van. Het benodigde onderhoudsbudget wordt vastgesteld op basis van omvang van het areaal en normbedragen. Het normbedrag voor het beheer en onderhoud van de in beheer zijnde faunavoorzieningen is circa 2,6 miljoen euro per jaar. Dat betreft naast onderhoud van dassen- en ottertunnels ook het beheer en onderhoud van overige faunavoorzieningen, ecoducten en benodigde raster- en hekwerken. Ik heb geen inzicht in het budget dat provincies, gemeenten en natuurbeheerders reserveren voor beheer en onderhoud van dassen- en ottertunnels.

Vraag 9

Wat zijn de kosten voor het onderhoud van een dassentunnel dan wel ottertunnel? Hoeveel zijn er aangelegd?

Antwoord 9

Zie de antwoorden op vraag 2, 7 en 8.

Vraag 10

Waarom worden de ottertunnels niet onderhouden?

Antwoord 10

Zie de antwoorden op vraag 3 en 4. Deze antwoorden zijn eveneens van toepassing op de ottertunnels.

Vraag 11

Wat is er gebeurd in navolging van de rechterlijke uitspraak van mei 2013 betreffende otters?

Antwoord 11

Ik heb Alterra de infrastructurele knelpunten nader laten inventariseren3. Daarnaast heb ik over de knelpunten overleg gestart met Rijkswaterstaat en provincies. Verder ben ik in beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag. Op 4 november 2014 heeft het Gerechtshof Den Haag hierover arrest gewezen. Ik ben inmiddels met Rijkswaterstaat en IPO/provincies in overleg over de uitvoering van deze uitspraak.

Vraag 12

Hoeveel otters sterven in fuiken?

Antwoord 12

Sinds de herintroductie van de otter in Nederland (vanaf 2002) is bij drie individuen (4–5% van alle gemelde dood gevonden otters) «verdrinking in fuik» als doodsoorzaak vastgesteld4.

Vraag 13

Hoe vaak worden er in ottergebied fuiken gebruikt zonder leven reddend stopgrid?

Antwoord 13

In de Weerribben-Wieden en de provincie Friesland bevinden zich de belangrijkste leefgebieden van otters in ons land. Bij de herintroductie van de otter in het Weerribben-Wieden-gebied heeft het toenmalige Ministerie van LNV vissers daar verplicht hun fuiken van een stopgrid of keerwand te voorzien. Daarvoor hebben zij destijds een nadeelcompensatie gekregen. In Friesland worden in het kernleefgebied de Alde Feanen stopgrids toegepast. Voor de rest van Friesland heeft het Friese waterschap met de vissers afgesproken dat, in afwachting van uitkomsten van onderzoek naar een nieuwe methode waarbij otters kunnen ontsnappen en vissen niet worden belemmerd om fuiken in te zwemmen, in alle één-vleugelige fuiken een stopgrid wordt geplaatst. Dit type fuik staat op plekken waar otters langs kunnen komen.

Vraag 14

Bent u bereid maatregelen te treffen om te zorgen dat stopgrids gebruikt worden in ottergebieden om te voorkomen dat de otters verdrinken?

Antwoord 14

Hoewel Alterra er vanuit gaat dat het percentage otters waarvan bekend is dat het omkomt door verdrinking in fuiken (4–5%) een onderschatting is (zie het antwoord op vraag 12), is het percentage klein in verhouding met het percentage otters dat in het verkeer omkomt (76%). Ik zie daarom vooralsnog geen reden om generieke maatregelen te treffen voor het gebruik van stopgrids, te meer daar in de belangrijkste verspreidingsgebieden van de otter al afspraken over stopgrids zijn gemaakt.

Vraag 15

Hoeveel otters zijn er dit jaar tot dusver doodgereden? Zet de stijgende trend zich voort waarbij een kwart tot een derde van de totale otterpopulatie van 100–120 dieren in Nederland wordt doodgereden?5

Antwoord 15

Volgens gegevens van Alterra van 28 oktober 2014 zijn er in 2014 30 otters doodgereden. Daarmee lijkt de vanaf 2007 waarneembare trend zich voort te zetten. Tegelijkertijd heeft de otterpopulatie zich de afgelopen 10 jaar gestaag uitgebreid.

Vraag 16

Hoe gaat u ervoor zorgen dat het aantal otters dat wordt doodgereden drastisch wordt teruggedrongen?

Antwoord 16

Ingevolge de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, onderneem ik momenteel actie om te zorgen dat de zeven in de uitspraak gespecificeerde bekende urgente knelpunten (in Friesland en Overijssel) zo spoedig mogelijk worden opgelost. Ik ben daarover in overleg met Rijkswaterstaat en de provincies. Dit geldt ook voor de overige twaalf gespecificeerde urgente knelpunten (in Friesland, Overijssel en Drenthe) die voor 1 mei 2016 en twee gespecificeerde overige urgente knelpunten (in Friesland) die voor 1 mei 2017 moeten worden opgelost.

Vraag 17

Welke conclusies trekt u uit het rapport «Infrastructurele knelpunten voor de otter» van Alterra? Wat gaat u doen met de resultaten?6

Antwoord 17

Zie het antwoord op vraag 16.

Vraag 18

Hoe is na de decentralisatie de precieze verantwoordelijkheidsverdeling als het gaat om de aanleg en het onderhoud van dassen- en ottertunnels om de das en de otter in stand te houden en om het omkomen van deze dieren in het verkeer zoveel mogelijk te voorkomen?

Antwoord 18

Elke wegbeheerder die een nieuwe weg aanlegt of uitbreidt, dient rekening te houden met effecten op beschermde soorten en dient eventueel mitigerende maatregelen te nemen, zoals de aanleg van kleine faunatunnels. Rijkswaterstaat en ProRail voeren de momenteel geprogrammeerde maatregelen uit het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) uit. Gezien het gebiedsgerichte karakter van het MJPO treffen in het verlengde daarvan provincies en gemeenten ook vaak maatregelen. Verder hebben Rijk en provincies in het Bestuursakkoord Natuur (2011) en het Natuurpact (2013) afgesproken dat provincies verantwoordelijk zijn voor de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland en soortenmaatregelen binnen en buiten het netwerk. Ik ben nog in overleg met provincies over wat deze decentralisatieafspraken betekenen voor de aanleg en onderhoud van faunavoorzieningen die geen nieuwe wegen betreffen en die evenmin deel uitmaken van de geprogrammeerde MJPO-maatregelen.

Vraag 19

Zijn hier duidelijke afspraken over gemaakt tussen de diverse verantwoordelijke instanties?

Antwoord 19

Zie het antwoord op vraag 18.

Vraag 20

Is duidelijk welk onderdeel van Rijkswaterstaat verantwoordelijk is voor het onderhoud van dassen en ottertunnels? Zo nee: gaat u er zorg voor dragen dat dit wel duidelijk is?

Antwoord 20

Rijkswaterstaat is als uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de dassen- en ottertunnels die onder de rijkswegen zijn aangelegd. Het beheer en onderhoud wordt georganiseerd en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de regionale organisatieonderdelen van Rijkswaterstaat. Zie verder het antwoord op vraag 18.

Vraag 21

Wilt u de vragen beantwoorden voor de behandeling van de begroting Economische Zaken?

Antwoord 21

Zoals ik in mijn brief van 5 november 2014 heb aangegeven, konden de vragen niet binnen de gestelde termijn worden beantwoord en daarmee ook niet voor de begrotingsbehandeling van Economische Zaken.


X Noot
1

Reporter Radio (NPO Radio 1), 12 oktober 2014.

X Noot
2

Zie CBS, PBL, Wageningen UR (2013). Aantal faunapassages bij rijkswegen en provinciale wegen, 2012 (indicator 1419, versie 02, 8 november 2013). <www.compendiumvoordeleefomgeving.nl>. Den Haag: CBS, Den Haag/ Bilthoven: Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen: Wageningen UR.

X Noot
3

Zie Kuiters, A.T. & Lammertsma, D.R. (2014). Infrastructurele knelpunten voor de otter: overzicht van verkeersknelpunten met mate van urgentie voor het nemen van mitigerende maatregelen. Alterra-rapport 2513. Wageningen: Alterra Wageningen UR.

X Noot
4

Zie Kuiters, A.T., Lammertsma, D.R., Jansman, H.A.H. & Koelewijn, H.P. (2012). Status van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie: kansen voor duurzame instandhouding en risico’s van uitsterven. Alterra-rapport 2262. Wageningen: Alterra Wageningen UR.

Naar boven