Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de zelfdoding van een bewoner van De Golfstroom naar aanleiding van een gedwongen verhuizing (ingezonden 28 oktober 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2014).

Vraag 1

Hoe reageert u op het bericht dat waarschuwingen van het personeel van De Golfstroom over zelfmoord genegeerd zijn?1

Antwoord 1

Bij het bieden van verantwoorde zorg hoort dat rekening wordt gehouden met de specifieke kwetsbaarheid van individuele cliënten en dat eventuele signalen van depressie of suïcidaal gedrag zo goed mogelijk worden opgevangen. De inspectie zal in haar onderzoek meenemen of dat hier voldoende gebeurd is.

Vraag 2

Vindt u het wenselijk dat beleidskeuzes van een zorginstelling leiden tot de wens om te sterven? Vindt u het tevens wenselijk dat een bestuurder dan aangeeft dat zelfdoding «een keuze kan zijn»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Nee, ik weet niet wat de bestuurder met zijn uitspraak beoogde te zeggen en laat dit voor rekening van de bestuurder.

Vraag 3

Hoe kan het dat de desbetreffende zorginstelling niet voldoet aan de wettelijke eis tot het instellen van een ondernemingsraad? Wie houdt hier toezicht op?

Antwoord 3

De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) bevat regels omtrent de medezeggenschap van de werknemers in een onderneming door middel van ondernemingsraden. De wet regelt onder meer in welke gevallen een instelling over moet gaan tot het installeren van een OR. Als een instelling dat nalaat, dan kunnen werknemers dit voorleggen aan de kantonrechter en in sommige gevallen aan de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam. Het is ook mogelijk dat een organisatie een ontheffing heeft, omdat de medezeggenschap op een andere wijze is geregeld. Bij De Golfstroom is de medezeggenschap in onderling overleg met betrokken partijen geregeld door te werken met de methode «procesgericht werken en organiseren».

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Leijten, ingezonden 10 oktober 2014 (vraagnummer 2014Z17762)

Naar boven