Vragen van het lid Rebel (PvdA) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en van Veiligheid en Justitie over twee Britten die door Amsterdamse drugs
zijn overleden (ingezonden 28 november 2014).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 9 december 2014).
Vraag 1
Kent u de berichten «Twee Britten dood door drugs in Amsterdam»?1 en «De Amsterdamse GGD heeft woensdagavond weer matrixborden geplaatst om toeristen
te waarschuwen voor heroïne die wordt verkocht als cocaïne»?2
Vraag 2
Houdt de dood van de twee Britten verband met het gebruik van witte heroïne, terwijl
zij in de veronderstelling waren dat het om cocaïne ging?
Antwoord 2
Ik heb van het Ministerie van Justitie begrepen dat de intenties van beide Britten
niet met volledige zekerheid te achterhalen zijn. Op basis van het sporenonderzoek
en verklaringen rondom de overige incidenten lijkt het te gaan om een misleidende
verkoop van cocaine aan deze twee Britten.
Vraag 3
Hoeveel incidenten door drugsgebruik, waarbij de gebruiker door misleidende verkoop
dacht dat het ging om een andere drug, zijn u over de afgelopen jaren bekend? Welke
trend ziet u?
Antwoord 3
Ik beschik niet over cijfers met betrekking tot de omvang van incidenten door misleidende
verkoop.
Vraag 4
Is het waar dat de GGD eerder borden op het Leidse- en Rembrandtplein had geplaatst
om te waarschuwen tegen de verkoop van witte cocaïne? Zo ja, hoe lang hebben die borden
er gestaan? Hoeveel incidenten waren er in die periode ten gevolge van de verkoop
van de verkeerde drug?
Antwoord 4
Ja dat is waar. Omdat het vooral leek te gaan om toeristen aan wie de witte heroïne
werd aangeboden, werden borden met Engelstalige waarschuwingen geplaatst. Deze borden
hebben vanaf begin november bijna 3 weken gestaan. In het Drugs Informatie en Monitoring
Systeem (DIMS) zijn in deze periode geen incidenten geregistreerd.
Vraag 5
Acht u het mogelijk dat er een verband bestaat tussen het plaatsen van waarschuwingsborden
en het tegengaan van ongevallen met drugs? Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, dat acht ik zeker mogelijk, maar het plaatsen van waarschuwingsborden sluit incidenten
niet uit. De waarschuwingsborden attenderen mogelijk gebruikers nogmaals op de risico’s.
Echter vooral de doelgroep van toeristen is moeilijk te bereiken, omdat deze steeds
vernieuwt. Toeristen verblijven vaak maar kort en eenmalig in Amsterdam. Het plaatsen
van borden moet bezien worden in de brede informatievoorziening die door de gemeente
Amsterdam in samenwerking met de instellingen voor verslavingszorg en de GGD is ingezet.
Naast waarschuwingsborden wordt gebruik gemaakt van sandwichborden (borden rondom
bijvoorbeeld lantaarnpalen), flyers bij hotels, hostels en andere punten waar toeristen
veel komen en een op toeristen gerichte sms-campagne om mensen te waarschuwen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat actieve en doelgerichte voorlichting over de gevaren van harddrugs
effectief is? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat deze voorlichting wordt geïntensiveerd?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat actieve en doelgerichte voorlichting over de gevaren van harddrugs
effectief is? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat deze voorlichting wordt geïntensiveerd?
Zo nee, waarom niet?
Om antwoord te krijgen op het voorgaande heb ik het Trimbos-instituut gevraagd te
onderzoeken welke kenmerken van de huidige generatie jongeren (16–24 jaar) en de maatschappij
waarin zij leven en zijn opgegroeid, van invloed zijn op het (roekeloos) gebruik van
alcohol en uitgaansdrugs onder deze generatie jongeren.
Uit het onderzoek verwacht ik aanwijzingen voor de verbetering van de huidige preventiestrategie
op het gebied van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren.
Ik verwacht de resultaten van dit onderzoek eind van dit jaar en zal – zoals ik ook
heb aangegeven in het AO Verslavingszorg van 2 december jl. – het preventiebeleid
herijken.
X Noot
1De Telegraaf, Twee Britten dood door drugs in Amsterdam, 26-11-2014