Vragen van de leden Monasch en Van Dekken (beiden PvdA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken over de doorverkoop van toegangsbewijzen voor concerten (ingezonden 19 november 2014).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Economische Zaken (ontvangen 10 december 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht: «ESNS baalt van «criminele» tickethandel»?1

Vraag 2

Klopt het dat websites die kaarten doorverkopen ook kaarten aanbieden voor concerten waarvoor de verkoop nog niet eens officieel begonnen is? Zo ja, hoeveel verkopers doen dit en voor hoeveel concerten worden de kaarten voortijdig verkocht?

Vraag 3

Deelt u de mening dat bedrijven die kaarten doorverkopen die nog niet officieel te koop zijn, iets verkopen dat ze niet hebben en waarvan ze ook niet weten of ze het in hun bezit krijgen? Mogen bedrijven iets verkopen dat ze niet in hun bezit kunnen hebben en dus ook niet kunnen leveren, zonder dit duidelijk aan potentiële kopers te melden?

Vraag 4

Bent u bekend met signalen dat kaartjes die door wederverkopers verkocht zijn regelmatig geweigerd worden? Heeft u inzicht in de omvang van het risico dat kopers via tussenhandelaren lopen?

Vraag 5

Begrijpt u het ongenoegen bij concertorganisatoren dat doorverkopers met een beperkte dienstverlening veel geld verdienen? Hoe steunt u deze organisatoren bij de poging om de markt voor kaartjes transparanter te maken en de opbrengsten terecht te laten komen bij de artiesten?

Vraag 6

Hoe oordeelt u over de juridische toelaatbaarheid van de handelwijze van doorverkopers, die al voor de officiële datum kaarten aanbieden en ongeldige kaarten verkopen? Welke middelen staan voor klanten en concertorganisatoren open om de laakbare handelwijze van doorverkopers aan te pakken?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de handelwijze van de doorverkopers te kwalificeren is als internetoplichting? Zo ja, wanneer kan de Kamer het door u aangekondigde wetsvoorstel tot strafbaarstelling van het beroepsmatig plegen van wanprestatie via internet, een onderwerp waar het Kamerlid Recourt voornemens was een initiatiefwet op in te dienen, tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, dat de schriftelijke vragen van de leden Monasch en Van Dekken (beiden PvdA) over (ingezonden 19 november 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

RTV Noord, 18 november 2014

Naar boven