Vragen van de leden PieterHeerma en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Financiën over conflicten over kinderalimentatie als gevolg van de Wet hervorming kindregelingen, waardoor een aftrekpost voor betaalde alimentatie per 1 januari 2015 vervalt (ingezonden 22 oktober 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Financiën (ontvangen 24 november 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 594.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over conflicten over kinderalimentatie als gevolg van de Wet hervorming kindregelingen, waardoor een aftrekpost, LOK1, voor betaalde alimentatie per 1 januari 2015 vervalt?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich dat u in het plenaire debat over de hervorming van de kindregelingen heeft aangegeven:

  • «Ik begrijp daarentegen dat het voor ouders met een alimentatieverplichting grote effecten kan hebben. De logische weg is dat dit niet binnen het stelsel van de kindregelingen wordt opgelost, maar onder ouders zelf dankzij een aanpassing van de alimentatieverplichting.»

  • «De LOK wordt meegenomen in de alimentatienormen die rechters hanteren bij het vaststellen van het alimentatiebedrag. Het afschaffen heeft daar dus invloed op»

  • «De raad [voor de rechtspraak] geeft ook aan dat het afschaffen van het fiscaal voordeel invloed heeft op die draagkracht en daarmee dat het afschaffen van de LOK wordt meegenomen in de alimentatienorm.»

  • «Ik zou willen toezeggen dat wij bij de communicatie over deze wijziging, die voor groepen mensen fundamenteel is, wat extra's kunnen doen in het standaardiseren van de aanvraag van een wijziging, in het vergemakkelijken van de manier waarop ouders hierover samen afspraken kunnen maken»?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Op welke wijze komt u de toezegging na over de standaardisering van de aanvraag van wijziging?

Antwoord 3

De Wet hervorming kindregelingen kan gevolgen hebben voor de hoogte van kinderalimentatie. De Kamervragen zijn gericht op de gevolgen van het afschaffen van de aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van kinderen (LOK). Dit is één van de wijzigingen die voortvloeit uit de Wet hervorming kindregelingen. Naast het afschaffen van de LOK zijn er ook belangrijke wijzigingen in het kindgebonden budget (met name de invoering van een alleenstaande ouderkop) en de kinderbijslag. Daarnaast worden de alleenstaande-ouderkorting en de ouderschapsverlofkorting afgeschaft. Deze maatregelen kunnen stuk voor stuk effect hebben op de draagkracht van de onderhoudsplichtige en de behoefte van de onderhoudsgerechtigde. Draagkracht en behoefte zijn de wettelijke maatstaven voor de bepaling van het voor levensonderhoud verschuldigde bedrag. In het Rapport Alimentatienormen (te vinden op www.rechtspraak.nl)3 zijn aanbevelingen opgenomen voor een uniforme, praktische invulling van deze maatstaven. Dit rapport wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen in regelgeving en jurisprudentie. Naar ik heb vernomen, heeft de expertgroep alimentatienormen bekeken hoe de Wet hervorming kindregelingen tot wijziging van het rapport Alimentatienormen leidt en is conform hieraan het rapport aan het wijzigen. Het rapport zal naar verwachting in de tweede helft van december 2014 worden gepubliceerd.

Over de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen is uitgebreid gecommuniceerd. Zo is er bijvoorbeeld een tool Veranderingen kindregelingen opgenomen op www.rijksoverheid.nl. De gevolgen van de hervorming van de kindregelingen voor de hoogte van kinderalimentatie zijn hierin niet meegenomen. De hoogte van de kinderalimentatiebedragen en de eventuele wijziging daarvan ten gevolge van de Wet hervorming kindregelingen zijn immers afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het individuele geval. Ouders kunnen hierover advies inwinnen bij het Juridisch Loket of bij een mediator of advocaat.

Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de mogelijke consequenties van de Wet hervorming kindregelingen. Ouders zullen er daarom via publieksvoorlichting op gewezen worden dat de Wet hervorming kindregelingen van invloed kan zijn op de kinderalimentatie en gewezen worden waar verdere informatie te vinden is.

Vraag 4

Herinnert u zich de aangenomen motie van het lid Pieter Heerma van 6 maart 20144, waarin de regering wordt verzocht om de Raad voor de Rechtspraak te vragen te komen met een standaardrekenregel voor de herziening van de alimentatieverplichtingen, ten einde pijnlijke rechtszaken te voorkomen? Deelt u de mening dat de oude alimentatieverplichtingen nog uitgingen van het bestaan van de LOK en dus dikwijls te hoog zijn vastgesteld?

Antwoord 4

Ja. Bij lopende alimentatieverplichtingen is uitgegaan van de op het moment van vaststelling geldende regelgeving en de op dat moment bestaande feiten en omstandigheden van het betreffende geval, zoals het toenmalige inkomen. Dit in aanmerking nemend kan niet gesteld worden dat de alimentatieverplichtingen toentertijd te hoog zijn vastgesteld. Het bestaan van de LOK is toen ook meegewogen in de alimentatiebepaling. Echter zijn er ook andere factoren meegewogen in de bepaling die de andere kant op kunnen werken, zoals dat de arbeidskorting op dit moment hoger is dan enkele jaren geleden. Dit verhoogt juist de draagkracht van de alimentatieplichtige en zou doen vermoeden dat de alimentatieverplichting op dit moment te laag is vastgesteld.

Dit laat onverlet dat als gevolg van de Wet hervorming kindregelingen wijzigingen in de behoefte of draagkracht kunnen optreden, die vervolgens kunnen leiden tot aanpassing van het kinderalimentatiebedrag.

Vraag 5 en 6

Welke stappen heeft de regering sinds die aangenomen motie ondernomen om die rekenregel te (laten) vaststellen? Kunt u een tijdlijn geven? Wanneer en waar zal de rekenregel gepubliceerd worden?

Antwoord 5 en 6

Het verzoek in de motie om te komen tot een standaardrekenregel voor wijziging van het kinderalimentatiebedrag als gevolg van de Wet hervorming kindregelingen is neergelegd bij de Raad voor de rechtspraak. De Raad komt begin volgend jaar met een advies.

Vraag 7

Wat raadt u een alimentatie betalende ouder aan, die fors koopkrachtverlies leidt door de wijziging in de belastingwetgeving en er niet in slaagt om via een minnelijke weg tot een herziening van de kinderalimentatie te komen met de alimentatie ontvangende ouder? Moet hij of zij een rechtszaak starten, of kan hij of zij wachten op de rekenregel van dit kabinet en van de Raad voor de Rechtspraak?

Antwoord 7

De Wet hervorming kindregelingen heeft, zoals aangegeven, mogelijk effect op reeds vastgestelde kinderalimentatie. Zoals opgemerkt in het antwoord op vraag 3, zal hierop worden gewezen in de publieksvoorlichting. Het maken van afspraken over kinderalimentatie en het eventueel wijzigen daarvan is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de ouders. Zij kunnen daarvoor het Juridisch Loket, een mediator of advocaat inschakelen. Komen de ouders niet tot overeenstemming over wijziging van het alimentatiebedrag, dan kan de rechter verzocht worden de alimentatie aan te passen.

Vraag 8

Kunt u deze vragen binnen twee weken beantwoorden, aangezien grote groepen ouders acuut met dit probleem worden geconfronteerd?

Antwoord 8

Het is helaas niet gelukt om – zoals is verzocht – de vragen binnen twee weken te beantwoorden. Dit omdat interdepartementale afstemming meer tijd heeft gevergd.


X Noot
1

LOK: levensonderhoud voor kinderen, Algemeen Dagblad, 21 oktober 2014 – «Vaders moeten naar de rechter voor verlaging alimentatie»

X Noot
2

Plenair debat op 5 en 6 maart 2014

X Noot
3

Dit rapport is opgesteld door de Expertgroep Alimentatienormen. Deze groep bestaat uit door ieder gerecht afgevaardigde familierechters die zich bezighouden met alimentatiezaken.

X Noot
4

Kamerstuk 33 716, nr. 23

Naar boven