Vragen van het lid Siderius (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het flitsfaillissement van Triodus Kinderopvang (ingezonden 22 oktober 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 21 november 2014)

Vraag 1

Acht u het wenselijk dat er opnieuw dit jaar een grote kinderopvangorganisatie failliet is gegaan en via een zogeheten pre-pack-constructie een doorstart heeft gemaakt?1

Antwoord 1

Voor de ouders en de kinderen die gebruik maakten van kinderopvang van Triodus is van belang dat de doorstart – die met gebruikmaking van de «pre-pack» methode voorafgaand aan de faillietverklaring is voorbereid onder het toeziend oog van de persoon die nu in het faillissement als curator is aangesteld – er in ieder geval toe heeft geleid dat het faillissement niet tot gevolg heeft gehad dat ouders en kinderen geconfronteerd werden met een plotselinge sluiting van kinderopvang-locaties. Bij andere faillissementen is het wel voorgekomen dat ouders van de ene op de andere dag voor een dichte deur stonden. Dat is hier niet gebeurd. Dat de opvang kon worden gecontinueerd met zo min mogelijk veranderingen voor ouders en kinderen vind ik een wenselijke uitkomst van de doorstart.

Ik realiseer me tegelijkertijd dat er bij het faillissement meer betrokkenen zijn. Zo geldt voor de getroffen werknemers dat hun situatie na de faillietverklaring, zoals altijd, onzeker is. Dit gegeven is een van de redenen waarom ik dan ook graag de positie van werknemers in faillissement nader wil onderzoeken. Ik heb dit onderzoek al toegezegd in het AO van 24 september. Ik zal u in het voorjaar verder informeren over dit onderzoek.

Vraag 2

Welke concrete gevolgen heeft dit flitsfaillissement voor de 2.400 kinderen, de 350 werknemers en de 49 kinderopvanglocaties van Triodus Kinderopvang?

Antwoord 2

De SWKGroep heeft alle open zijnde locaties, 40 in totaal, overgenomen. Daarbij was het de bedoeling om continuïteit te bieden voor ouders, kinderen en zoveel mogelijk medewerkers. De SWKgroep heeft direct nadat zij met de curator een akkoord had bereikt over de doorstart de vakbonden geïnformeerd over de verwachte stappen met betrekking tot het personeel. Het uitgangspunt daarbij was om zoveel mogelijk uitvoerende medewerkers mee te nemen en daarbij aan te sluiten bij de regels van de Cao kinderopvang. De SWKgroep heeft mij gemeld dat 85% van de medewerkers uit het primaire proces een contract voor onbepaalde tijd aangeboden heeft gekregen. Alle ouders zijn direct geïnformeerd en er zijn aan hen nieuwe overeenkomsten aangeboden, waarbij prijs en product hetzelfde blijven.

Vraag 3

Kunt u aangeven onder welke condities deze pre-pack-overname heeft plaatsgevonden en welke vijf andere partijen interesse hebben getoond in de overname van Triodus Kinderopvang?

Antwoord 3

De curator zal binnenkort middels het eerste openbare verslag verantwoording afleggen over de prepack periode. Daarin zal nadere informatie worden gegeven over de aanloop naar de doorstart met de SWKGroep die plaatsvond kort na de faillietverklaring en de daarbij geldende condities.

Vraag 4

Welke rechtsvorm hanteerde Triodus Kinderopvang en heeft hierin een wijziging plaatsgevonden na overname door de SWKGroep? Kunt u toelichten of er sprake is of was van een winstoogmerk?

Antwoord 4

Triodus is een stichting zonder winstoogmerk. De transactie met de SWKGroep betrof, zoals bij een doorstart uit een faillissement gebruikelijk is, een zogenaamde activatransactie. De rendabele bedrijfsonderdelen van Triodus (dit zijn activa) zijn door de curator verkocht aan de SWKGroep. De SWKGroep is net als Triodus een stichting zonder winstoogmerk. De opbrengst van de verkoop is ten goede gekomen aan de boedel van de failliet verklaarde stichting Triodus en zal door de curator worden verdeeld onder de schuldeisers in het faillissement. De stichting Triodus zal na afwikkeling van het faillissement ophouden te bestaan.

Vraag 5

Kunt u toelichten of de vakbonden bij dit flitsfaillissement – anders dan bij het flitsfaillissement van Estro – op de hoogte zijn geweest van deze doorstart? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ik heb begrepen dat de vakbonden direct nadat de SWKGroep overeenstemming had bereikt met de curator van Triodus over de doorstart, geïnformeerd zijn over de verwachte stappen met betrekking tot het personeel.

Vraag 6

Wanneer is er in uw ogen sprake van een «langetermijninvestering» in de kinderopvang?2 Kunt u toelichten of hiervan bij Triodus Kinderopvang en de SWKGroep sprake is/was?

Antwoord 6

In mijn ogen is het belangrijk voor de stabiliteit in de sector dat ondernemers oog hebben voor de continuïteit van hun onderneming. Tegelijkertijd begrijp ik dat dit niet altijd haalbaar is. Dat in tijden van economische tegenwind de kinderopvangsector – net als de rest van de economie – met tegenslag te maken krijgt vind ik spijtig, maar onvermijdelijk. Mijn beeld is dat ouders, meer nog dan vroeger, verschillende keuzemogelijkheden hebben als zij zich beraden op de beste oplossing voor hun kinderen. Dat is voor mij het belangrijkst.

Vraag 7

Hoe verhoudt het flitsfaillissement van Triodus Kinderopvang zich tot uw uitspraak dat er in het belastingplan 2012 maatregelen zijn getroffen om overnameholdingconstructies fiscaal bezien minder aantrekkelijk te maken en uw verwachting dat dit soort constructies in de toekomst minder vaak zullen voorkomen? Acht u het wenselijk dat er alsnog aanvullende wettelijke maatregelen worden genomen om dergelijke overnames te voorkomen?3

Antwoord 7

Bij Triodus Kinderopvang was geen sprake van een zogenaamde overname-holdingconstructie. Zoals ik ook in mijn beantwoording op vragen over het faillissement van kinderopvangorganisatie Estro heb aangegeven, zijn in het belastingplan 2012 maatregelen getroffen om overnameholdingconstructies fiscaal bezien minder aantrekkelijk te maken. Ik verwacht dat dit soort constructies in de toekomst minder vaak zal voorkomen en zie nu geen aanleiding voor aanvullende wettelijke maatregelen.

Vraag 8

Zijn er bij u meer kinderdagverblijven bekend die op het punt van faillissement staan? Zo ja, kunt u de Kamer hiervan een overzicht doen toekomen?

Antwoord 8

De kinderopvangsector is een marktsector. Ik heb geen inzicht in de boekhouding van kinderopvangorganisaties en eventuele op handen zijnde faillissementen.

Vraag 9

Wat betekenen de steeds vaker voorkomende fusies van kinderopvangorganisaties voor de gewenste kleinschaligheid in de kinderopvang?4 Kunt u uw visie over dit vraagstuk uiteenzetten?

Antwoord 9

Zoals u weet is de kinderopvangsector een conjunctuurgevoelige sector. Ik vind het niet vreemd dat in deze tijden van economische tegenwind de sector consolideert en naar nieuwe oplossingen en organisatievormen zoekt, om zo de continuïteit van de dienstverlening aan ouders en kinderen te kunnen borgen. Dat alles moet natuurlijk wel binnen de wettelijke kaders voor kwaliteit. Daarnaast stel ik vast dat grote kinderopvangorganisaties of op winst gerichte organisaties gemiddeld geen lagere kwaliteit leveren. Dat vind ik ook logisch: ouders zijn in staat om een goede keuze te maken als het gaat om zoiets belangrijks als kwalitatief goede opvang voor hun kinderen.


X Noot
2

Antwoord op vraag 4 van de schrifelijke vragen van het lid Siderius over durfkapitalisten in de kinderopvang (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2898).

X Noot
3

Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het faillissement van de Estro Groep van 9 juli 2014 (Kamerstuk 31 322, nr. 246)

Naar boven