Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de Nationale Politie dit jaar veel meer uitgeeft aan extern personeel dan begroot (ingezonden 10 oktober 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 13 november 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 444

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht: «Politie huurt veel meer personeel in»?1

Antwoord 1

Ik verwijs naar het antwoord op de hierna volgende vragen.

Vraag 2, 4 en 7

Kunt u per eenheid aangeven hoeveel geld er wordt uitgegeven aan externe inhuur? Kunt u dit als percentage afzetten tegen het totale bedrag dat wordt uitgegeven aan personeel?

Hoe reageert u op de uitspraak van de voorzitter van De Algemene Nederlandse Politie Vereniging (ANPV) dat de politieleiding de inhuur niet in de hand heeft?

Wilt u, net als op de ministeries, de «Roemernorm» invoeren bij de nationale politie waardoor de externe inhuur wordt beperkt tot maximaal 10 procent van de personeelskosten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 4 en 7

Sinds de komst van de nationale politie stuur ik op één korps en één begroting, zonder verdeling naar eenheid. De totale kosten voor externe inhuur van de politie liggen tussen de 4 en 5% van de totale personele lasten en vallen daarmee ruim binnen de Rijksoverheidsnorm voor externe inhuur. Het heeft naar mijn mening geen toegevoegde waarde om voor de politie een andere norm dan de Rijksoverheidsnorm in te voeren.

Vraag 3 en 5

Vindt u de hoeveelheid externe inhuur uit te leggen in het licht van de inkrimping van het personeelsbestand?

Hoe reageert u op de vaststelling van de voorzitter van het ANVP dat vaste krachten worden vervangen door externe inhuur en dat hierdoor volgens politiemensen feitelijk sprake is van een reorganisatie?

Antwoord 3 en 5

Zoals ik in de beantwoording van de vragen van het lid Helder (PVV) van 10 oktober jl. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 547) uiteen heb gezet, worden de tijdelijke extern ingehuurde en hooggekwalificeerde mensen met name ingezet om de complexe reorganisatie uit te voeren of om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. Dit is nodig om het functioneren van het korps – het primaire proces – op peil te houden. Het gaat dus niet om het vervangen van vaste krachten. Dat blijkt ook uit de eis dat voordat gekozen wordt voor externe inhuur eerst binnen de politie gekeken moet zijn of er geschikte kandidaten zijn.

Vraag 6

Is het waar dat er een diensthoofd HRM drie dagen in vaste dienst is en de overige twee dagen op declaratiebasis werkt om zo de Balkenende-norm te omzeilen? Zo ja, deelt u de mening dat dit onacceptabel is? Wat gaat u doen om daar een einde aan te maken?

Antwoord 6

Nee. Vanaf 1 januari 2015 komt het diensthoofd HRM in vaste dienst bij de politie binnen de bezoldigingsregels die voor de politie gelden. Tot en met 31 december 2014 is er sprake van externe inhuur van het betreffende diensthoofd. Van het omzeilen van de normering volgens de Wet Normering Topinkomens, die de «Balkende-norm» heeft vervangen, is geen sprake.

Toelichting:

Deze vragen zijn aanvullend op eerdere vragen ter zaken van het lid Helder (PVV), ingezonden 10 oktober 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 547)

Naar boven