Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over
trofeereizen waarbij in het buitenland wordt gejaagd op bedreigde diersoorten (ingezonden
24 september 2014).
Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 13 november 2014)
Vraag 1
Wat is uw visie op trofeereizen die te boeken zijn bij Nederlandse reisbureaus?
Antwoord 1
Het schieten van dieren als trofee is terecht internationaal aan zeer strikte regels
gebonden. Uitgangspunt daarbij is dat deze jacht op geen enkele wijze een negatieve
invloed mag hebben op het voortbestaan van de soort in het wild. Hiertoe zijn in het
kader van het CITES verdrag zeer strikte, internationaal geldende, regels gesteld.
Indien landen zich aan die regels houden kunnen zij zelf trofeejacht organiseren of
bedrijven toestaan dit te doen. Zoals bij vraag 5 uiteengezet heeft de EU, mede op
aandringen van Nederland, aanvullende striktere regels ingevoerd.
Mijn inzet op het terrein van wildlife crime is er mede op gericht misbruik van de
regels tegen te gaan en te zorgen dat de lokale bevolking end de lokale overheden
over voldoende middelen en kennis beschikken om stroperij effectief tegen te gaan.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat Nederlandse jagers trofeereizen boeken om op bedreigde
en beschermde diersoorten te kunnen jagen in bijvoorbeeld landen in Afrika?
Antwoord 2
Nederlandse organisaties en personen die zich met deze reizen bezighouden voldoen
aan de zeer strikte regels die (inter)nationaal gelden. Daar wordt ook actief op toegezien.
Vraag 3
Bent u bereid om te onderzoeken of het mogelijk is of kan worden om de jachtakte in
te trekken indien gebleken is dat een jachtaktehouder een dier in het buitenland heeft
gedood dat op de IUCN rode lijst van bedreigde soorten staat? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 3
De Flora- en faunawet biedt de korpschef die de jachtakte heeft verleend een beperkt
aantal grondslagen om de jachtakte in te trekken. Het in het buitenland doden van
een dier, dat op de IUCN rode lijst van bedreigde soorten staat, door een Nederlandse
jachtaktehouder, behoort niet tot deze grondslagen. Ook het wetsvoorstel natuurbescherming
biedt hiervoor geen grondslag, omdat voor de trofee-jacht reeds CITES-regels gelden.
Vraag 4
Bent u bereid om het organiseren van trofeereizen vanuit Nederland te verbieden? Zo
niet, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, het betreft legale activiteiten die binnen de EU en internationaal aan regels
gebonden zijn. Mijn inzet richt zich op het internationaal aanscherpen van de regelgeving.
Daarnaast zet ik in op het bestrijden van wildlife crime. Ik heb daartoe – zoals ik
in mijn brief d.d. 13 februari 2014 (Kamerstuk 28 286, nr. 724) heb uiteengezet – met een aantal landen afspraken gemaakt om projecten te implementeren
die door de hele keten bijdragen aan het tegengaan van wildlife crime.
Vraag 5
Bent u bereid om de legale mogelijkheden voor het importeren van trofeeën van bedreigde
en beschermde diersoorten te herzien of ter discussie te stellen op nationaal, Europees
en internationaal niveau? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals in antwoord op vraag 1 is toegelicht, mag trofeejacht alleen plaatsvinden als
de wilde populaties hier geen negatieve invloed van ondervinden. Dit uitgangspunt
moet strikt in acht genomen worden. In alle andere gevallen dient een verbod te gelden.
De huidige regels zijn hiermee in overeenstemming.
Sommige landen met gezonde grote populaties gebruiken trofeejacht als een legale manier
om middelen te genereren voor natuurbescherming.
Op internationaal niveau worden via het CITES-verdrag regels gesteld.
De toepassing van deze regels wordt voortdurend internationaal gevolgd om misbruik
van het jagen op kwetsbare soorten tegen te gaan. Zo zijn de laatste jaren de regels
voor jagen op zwarte neushoorns aangescherpt.
In de EU worden de CITES-regels geïmplementeerd door middel van verordeningen. De
EU heeft voor een aantal gevallen waaronder trofeejacht maatregelen genomen die verder
gaan dan de internationale vereisten. Voor een aantal sterk bedreigde soorten heeft
de EU een wetsvoorstel gemaakt waarin naast de vereiste van een exportvergunning door
het exporterende land ook een importvergunning van de invoerende EU-lidstaat verplicht
wordt gesteld. Dit geeft de EU-landen de mogelijkheid om aan de hand van wetenschappelijke
criteria en vastgestelde quota eigenstandig te beoordelen of de invoer verantwoord
zal zijn. Ik heb me binnen de EU sterk ingezet voor deze maatregelen en zal dat blijven
doen. Deze inzet heeft er mede toe geleid dat het draagvlak binnen de EU is toegenomen.
Unilaterale importmaatregelen door Nederland zijn in strijd met de EU interne markt
en niet effectief, omdat de trofeeën dan via andere EU-landen legaal in Nederland
geïmporteerd kunnen worden.