Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Van Bommel (SP), De Roon (PVV), Voordewind (CU), Van der Staaij (SGP), Thieme (PvdD) en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de berichtgeving over de beschuldiging van de Turkse oppositieleider Kılıçdaroğlu over wapenleveranties van Turkije aan terroristische organisaties (ingezonden 17 oktober 2014).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 november 2014)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de beschuldiging van de Turkse oppositieleider Kılıçdaroğlu over wapenleveranties van Turkije aan terroristische organisaties, waaronder IS?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat Kılıçdaroğlu officiële schriftelijke verklaringen getoond heeft van de hoofdofficier van justitie in Adana en vrachtwagenchauffeurs die de wapens geleverd zouden hebben? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

Antwoord 2

Oppositieleider Kılıçdaroğlu heeft naar verluidt dergelijke verklaringen getoond tijdens zijn wekelijkse, besloten, fractievergadering over deze kwestie die vorig jaar speelde. De Turkse regering ontkent de aantijgingen.

Vraag 3 en 4

Zijn deze verklaringen, nota bene van de hoofdofficier van justitie in Adana, waar de Nederlandse Patriots gestationeerd zijn, voor u aanleiding om hierover opheldering te vragen bij de Turkse regering over de wapenleveranties? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid contact op te nemen met de Turkse oppositie en de hoofdofficier van justitie in Adana?

Antwoord 3 en 4

Nee, de Turkse autoriteiten hebben deze aantijgingen altijd ontkend.

Vraag 5

Blijft u zelfs met deze bewijzen volhouden niet over «indicaties» te beschikken over steun van Turkije aan jihadisten in Syrië en Irak? Zo ja, waarom?

Antwoord 5

Het kabinet is net als de Kamer op de hoogte van deze berichten, maar kan, zoals ook in eerdere antwoorden op Kamervragen aangegeven, deze niet bevestigen. Daarnaast verwijst het kabinet naar de antwoorden op eerdere vragen van uw lid Omtzigt van 22 september over steun van Turkije aan Al Qaeda. Hierin wijst het kabinet er onder meer op dat Turkije ISIS op de lijst van terroristische organisaties heeft geplaatst en dat het zich bereid heeft verklaard de coalitie tegen ISIS militair en logistiek te steunen.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u de berichtgeving in onder meer Newsweek2 en de New York Times3 dat IS rekruteringscentra opzet in Ankara en andere plekken in Turkije, zonder dat de Turkse regering daar iets tegen onderneemt?

Antwoord 6

De Turkse overheid heeft deze berichten en aantijgingen ontkend. Het kabinet heeft geen reden hieraan te twijfelen.

Vraag 7 en 8

Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Turkije een deal met IS gesloten heeft waarbij 180 IS-terroristen vrijgelaten zijn in ruil voor het door IS gevangen genomen personeel van het Turkse consulaat in Mosul?4

Klopt het dat er onder deze 180 vrijgelaten terroristen ook EU-burgers zitten? Bent u net als de Britse regering bereid hierover opheldering te vragen bij de Turkse regering?

Antwoord 7 en 8

Het kabinet is bekend met de mediaberichtgeving hierover. Het kan deze berichten niet bevestigen en het ligt daarom niet voor de hand de Turkse regering om opheldering hierover te vragen.

Vraag 9

Klopt het dat de Turkse regering de vermeende leider van de Turkse vleugel van terreurgroep IS, Halis Bayancuk, heeft vrijgelaten? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

Antwoord 9

Halis Bayancuk is voorwaardelijk vrijgelaten op last van de lokale rechtbank nadat de officier van justitie geen aanklacht tegen hem had ingediend. Er is geen nadere informatie beschikbaar waarom geen aanklacht is ingediend.

Vraag 10

Hoeveel en welke signalen over mogelijke steun van Turkije aan IS hebben u de afgelopen twee maanden bereikt?

Antwoord 10

Het kabinet is bekend met de diverse mediaberichten die hierover in deze periode zijn verschenen. Het heeft geen eigenstandige informatie die deze berichten kan bevestigen, zie ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 11

Bent u bereid alsnog te pleiten voor onafhankelijk internationaal onderzoek naar de mogelijke steun van Turkije aan jihadisten in Syrië en Irak?

Antwoord 11

Nee, het kabinet ziet daartoe geen noodzaak.

Naar boven